Afvaleters (kleine insecten en wormen) eten dode dieren en planten. Maar ze eten niet alle dode resten op. Een deel blijft achter. Bacteriën en schimmels breken die resten af. Bacteriën en schimmels breken ook ander afval van organismen af. Bijvoorbeeld dode bladeren. Een ander woord voor afbreken is reduceren. Biologen noemen bacteriën en schimmels daarom reducenten.