SO thema 6: Ecologie

SO thema 6: Ecologie
Je gaat het SO maken over thema 6.
Tijdens het SO mag je niet lopen en praten.

1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

SO thema 6: Ecologie
Je gaat het SO maken over thema 6.
Tijdens het SO mag je niet lopen en praten.

Slide 1 - Slide

Wie zetten alle resten van planten en dieren om in mineralen?
A
Afvaleters
B
Producenten
C
Reducenten
D
Consumenten

Slide 2 - Quiz

Wie zijn de producenten van het voedselkringloop
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 3 - Quiz

Een schimmel is een
A
producent
B
consument
C
afvaleter
D
reducent

Slide 4 - Quiz

Wie eten resten van producenten en consumenten?
A
Reducenten
B
Producenten
C
Afvaleters
D
Consumenten

Slide 5 - Quiz

Wie leggen tijdens de fotosynthese energie uit zonlicht vast in glucose?
A
Producenten
B
Afvaleters
C
Consumenten
D
Reducenten

Slide 6 - Quiz

Wie kunnen eigen voedsel maken?
A
consumenten
B
producenten
C
reducenten
D
afvaleters

Slide 7 - Quiz

Heeft een schimmel bladgroenkorrels?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Een plantencel bevat bladgroenkorrels.
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 9 - Quiz

Organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen maken
A
Individu
B
Soort
C
Populatie
D
Ecosysteem

Slide 10 - Quiz

Abiotische factoren
Biotische factoren

Slide 11 - Drag question

In een voedselpiramide van biomassa is er energieverlies door ....
A
verbranding en voeding
B
fotosynthese en voeding
C
verbranding en onverteerbare stoffen
D
Fotosynthese en onverteerbare stoffen

Slide 12 - Quiz

Welk organisme hoort in laag X van de voedselpiramide
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Koolstofkringloop
Voedselkringloop

Slide 14 - Drag question

schema dat laat zien hoe koolstof in opeenvolgende processen voorkomt
proces waarbij stoffen steeds opnieuw worden gebruikt
Koolstofkringloop
Voedselkringloop

Slide 15 - Drag question

Wat is een biologisch evenwicht?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
De populatiegrootte schommelt om een evenwichtswaarde heen.
B
Geboorte, sterfte en migratie zorgen voor een biologisch evenwicht.
C
antwoord A en B zijn goed
D
Antwoord A en B zijn beiden fout.

Slide 16 - Quiz

Biologisch evenwicht kun je weergeven in een diagram: een optimumkromme.
Wat laat de diagram zien?

Slide 17 - Open question

Inclusief biotoop
Exclusief biotoop
Exclusief biotoop
Inclusief biotoop
levensge-meenschap
ecosysteem
populatie
individu
ecosysteem
individu
levensge-meenschap
populatie

Slide 18 - Drag question

De Buizerd in dit plaatje zit in verschillende voedselketens.
Van welke orde is hij daardoor consument?

A
1e + 2e orde
B
2e +3e orde
C
1e + 2e + 3e + 4e + 5e + 6e + 7e orde
D
2e + 3e +4e +5e +6e orde

Slide 19 - Quiz

Wat is niet
één van de ecologie niveaus?
A
Ecosysteem
B
Populatie
C
Individu
D
Levensgroep

Slide 20 - Quiz

In tropische gebieden vindt ontbossing plaats, waardoor er meer ruimte is voor de landbouw.
Heeft ontbossing invloed op de biodiversiteit?



A
Ja, door ontbossing neemt de biodiversiteit af.
B
Ja, door ontbossing neemt de biodiversiteit toe.
C
Nee, ontbossing heeft geen invloed op de biodiversiteit

Slide 21 - Quiz

Wat zijn in deze kringloop afvaleters?
A
schildluizen
B
gadotjo's
C
houtluizen
D
bacteriën

Slide 22 - Quiz

Anouk: in schakel 1 is het aantal producenten weer gegeven.

Jasmijn: de breedte van de schakel geeft het aantal organismen aan.

Wie heeft/hebben gelijk?
A
geen van beide meisjes
B
alleen Anouk
C
alleen Jasmijn
D
allebei hebben gelijk

Slide 23 - Quiz

Een regenbui is een abiotische factor
A
Juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Afvaleters behoren tot de reducenten.

A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Een ziekteverwekker is een abiotische factor
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel groter
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Een ecosysteem bestaat uit meerdere levensgemeenschappen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Bekijk de afbeelding
Welk organisme in deze afbeelding is een consument van de tweede orde?
A
Het konijn.
B
De radijs
C
De uil

Slide 29 - Quiz

Zangvogels die zaden eten, hebben meestal een pincetsnavel
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Welke poot in de afbeelding hiernaast is afkomstig van een loopvogel?
A
poot 1
B
poot 2
C
poot 3
D
poot 4

Slide 31 - Quiz

Dit is het einde van dit SO.
Hoe denk jij dat je het hebt gemaakt?
A
heel goed
B
goed
C
niet zo goed, maar ook niet slecht
D
helemaal niet goed

Slide 32 - Quiz