What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Persoonsvorm, onderwerp, gezegde
Persoonsvorm en onderwerp
Klas 2
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Persoonsvorm en onderwerp
Klas 2
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling persoonsvorm
Uitleg onderwerp
Samen oefenen
Zelfstandig werken
Slide 2 - Slide
Wat is een werkwoord?
Slide 3 - Open question
Is de persoonsvorm altijd een werkwoord?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
Hoe vind ik de persoonsvorm?
Benoem de twee manieren
Slide 5 - Open question
Wat is de persoonsvorm in de zin:
Iedereen weet wat de persoonsvorm is.
A
Iedereen
B
Weet
C
Persoonsvorm
D
Is
Slide 6 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Het heeft niet zo kunnen zijn.
A
Het
B
zijn
C
kunnen
D
heeft
Slide 7 - Quiz
De persoonsvorm heeft drie kenmerken.
Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
heeft
C
drie
D
kenmerken
Slide 8 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook
Slide 9 - Quiz
Hoe vind ik het onderwerp?
Beschrijf de twee stappen
Slide 10 - Open question
Hoe vind je het onderwerp?
Mijn buurmeisje loopt naar school.
Stap 1: Vind je persoonsvorm. PV=loopt
Stap 2: Wie of wat + pv? =wie of wat loopt? Mijn buurmeisje
ow= mijn buurmeisje
Slide 11 - Slide
Wat is het onderwerp?
Mevrouw Wolters legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw Wolters
B
legt
C
het onderwerp
D
uit
Slide 12 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Ik leer het onderwerp te vinden.
A
Ik
B
leer
C
het onderwerp
D
vinden
Slide 13 - Quiz
Wat is het onderwerp:
De tweede klas leert het onderwerp vinden.
A
De tweede klas
B
leert
C
het onderwerp
D
vinden
Slide 14 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Het meisje met rode haren rijdt naar school.
Slide 15 - Open question
Zelfstandig werken
Opdracht 1t/m 3
In je schrift.
Slide 16 - Slide
Wat is het gezegde?
Slide 17 - Open question
Wie heeft mijn scooter gerepareerd?
werkwoordelijk gezegde =
A
Wie
B
heeft
C
heeft gerepareerd
D
mijn scooter
Slide 18 - Quiz
Hij is zijn spullen vergeten.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
is
B
is vergeten
C
zijn spullen
D
hij
Slide 19 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Hij had daar moeten staan.
A
had
B
moeten
C
staan
D
had moeten staan
Slide 20 - Quiz
Ik ben naar school gelopen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
ik ben
B
ben gelopen
C
naar school
D
ik ben gelopen
Slide 21 - Quiz
Mavo zinsdelen
Kader: Leren voor de toets
Persoonsvorm (54) Onderwerp (80) Gezegde (106
Slide 22 - Slide
Wat zijn zinsdelen?
Slide 23 - Open question
Mijn moeder doet elke vrijdag boodschappen op de markt.
Slide 24 - Slide
Doe de zinsdeelproef
Probeer welke woorden je samen VOOR de persoonsvorm kan zetten.
Na het zesde lesuur / mogen / de leerlingen / naar huis.
Slide 25 - Slide
Onze buurman is een echte sportman
Slide 26 - Slide
Morgen gaat Anouk naar die bekende kapper in Utrecht.
Slide 27 - Slide
Tijdens een wheelie brak het handvat van Kevins fiets
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Persoonsvorm, onderwerp, gezegde
September 2024
- Lesson with
48 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Persoonsvorm, onderwerp, gezegde
November 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Persoonsvorm, onderwerp, gezegde
2 days ago
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
EigenReis - Mix grammatica
April 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education
Cursus 5 § 2 ZD Herhaling leerjaar 1 2KGT
February 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Zinsontleding
May 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Cursus 5 § 9 ZD Mixopdrachten 1KGT
February 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2