Les 3 - Communicatie van het lichaam 2.0

1 / 32
next
Slide 1: Slide
PsychologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
Week 1: Wat is psychologie?
Week 2: Communicatie van het lichaam 1.0
Week 3: Communicatie van het lichaam 2.0
Week 4: Opbouw van de hersenen
Week 5: Gedragsdeterminanten
Week 6: Persoonlijkheidskenmerken

Afronding: Theorietoets, minimaal een 5,5 behaald

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Herhaling vorige week
  • Uitleg communicatie van het lichaam
  • Hersengebieden 
  • Reflexen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Jij kan:
  • De rol van de hersenen in het verwerken en interpreteren van signalen begrijpen.
  • De stappen beschrijven van het waarnemen van een stimulus tot het vertonen van een gedragsrespons.
  • Beschrijven hoe een reflex tot stand komt

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Anatomische indeling
Perifeer zenuwstelsel: 
  • Hersenzenuwen vanuit de hersenstam
  • Ruggenmergzenuwen uit de ruggenmerg

Centraal zenuwstelsel: 
  • Hersenen 
  • Ruggenmerg

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De functionele indeling van het
zenuwstelsel.
Welke bewering is juist?
A
De groene richting is het sensorische indeling en rood de motorische indeling
B
De groene richting is de schakel indeling en de rood de sensorische indeling
C
De groene richting is de motorische indeling en rood de sensorische indeling

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Sensorische prikkels zijn
A
Alle prikkels die binnenkomen vanuit de zintuigen en het interne milieu
B
Alleen prikkels uit het interne milieu (zoals bloeddruk en temperatuur)
C
Prikkels vanuit de spieren en klieren
D
Alleen prikkels vanuit de zintuigen (zien, horen, proeven, ruiken, voelen)

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Zet de onderstaande begrippen in de juiste volgorde hoe het lichaam reageert.
Je vangt een                            op, het verkeer komt op je af dus dit ontvang je van licht, beweging e.d. Dit wordt opgevangen door                         die zich vaak in zintuigen bevinden. Deze worden geprikkeld en er ontstaat een                                 . De impuls wordt door de zenuwen naar je hersenen geleid, door middel van het                          . In noodsituaties wordt je hartslag hierdoor versneld en je spieren spannen zich aan voor actie. Vervolgens ondersteunt het                         , dat trager werkt, het zenuwstelsel. Hierdoor worden de reacties zoals de hartslag en het aanspannen spieren in stand gehouden. Het hormoonstelsel maakt                          aan, zoals adrenaline. 
1
2
3
4
5
6
Zintuigcellen
Prikkel
Hormonen
Impuls
Zenuwstelsel
Hormoonstelsel

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Drempelwaarde
  • In glas 1 zit suiker opgelost in water, maar het wordt niet geproefd; 
  • In glas 2 zit een klein schepje suiker, dit kun je waarnemen en vindt je waarschijnlijk lekker zoet; 
  • In glas 3 zit een grote schep suiker, het is heel zoet en je spuugt het uit. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke stellingen zijn juist over glas 1?
A
De drempelwaarde is bereikt en er is een kleine frequentie impulsen
B
De drempelwaarde is niet bereikt, er is wel een kleine frequentie impulsen
C
De drempelwaarde is niet bereikt en er is geen impuls
D
De drempelwaarde is bereikt en er is een hoge frequentie impulsen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke stellingen zijn juist over glas 2?
A
De drempelwaarde is bereikt en er is een kleine frequentie impulsen
B
De drempelwaarde is niet bereikt, er is wel een kleine frequentie impulsen
C
De drempelwaarde is niet bereikt en er is geen impuls
D
De drempelwaarde is bereikt en er is een hoge frequentie impulsen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke stellingen zijn juist over glas 3?
A
De drempelwaarde is bereikt en er is een kleine frequentie impulsen
B
De drempelwaarde is niet bereikt, er is wel een kleine frequentie impulsen
C
De drempelwaarde is niet bereikt en er is geen impuls
D
De drempelwaarde is bereikt en er is een hoge frequentie impulsen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Wat zie je?

Slide 14 - Slide

Waarom zien sommige mensen iets anders in een optische illusie?

Wat is een optische illusie?
Een optische illusie is een afbeelding die ons brein op meerdere manieren kan interpreteren. De ogen sturen visuele informatie naar de hersenen, maar soms is die informatie dubbelzinnig of onduidelijk.

Verwerking door de hersenen:
De hersenen proberen de visuele informatie zo snel mogelijk te interpreteren door gebruik te maken van eerdere ervaringen, context en verwachtingen. Omdat verschillende mensen verschillende ervaringen en referentiekaders hebben, kan het brein de informatie op verschillende manieren interpreteren.

Waarom zien mensen iets anders?

Mensen kunnen verschillen in hoe ze bepaalde patronen waarnemen, afhankelijk van hun aandacht, geheugen en verwachting.
Soms kunnen optische illusies verschillende lagen of patronen bevatten, en afhankelijk van waar iemand zich op concentreert, ziet hij/zij iets anders.
De hersenen vullen soms ontbrekende informatie in op basis van wat ze gewend zijn te zien, wat tot verschillende interpretaties kan leiden.
Ik voel....

Slide 15 - Slide

Laat studenten verschillende voorwerpen met gesloten ogen voelen (bijvoorbeeld een zachte bal, een ruwe steen, een glad stuk plastic). 

Vraag hen te beschrijven wat ze voelen.
Vraag: "Hoe weet je hersenen wat je aanraakt zonder het te zien?"
Uitleg: De hersenen verbinden het gevoel met eerdere ervaringen om te begrijpen wat ze voelen.

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Hoe verwerken en interpreteren hersenen 
zintuiglijke signalen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoe signalen van de zintuigen naar 
de hersenen reizen
  1. Onze zintuigen vangen prikkels op uit de omgeving. Licht, geur, smaak, geluid en gevoel.

  2. Elk zintuig zet de prikkel om in een elektrisch signaal. Dit signaal wordt via de zenuwcellen naar de hersenen gestuurd. Wanneer je in een lichtbron kijkt, sturen je ogen lichtsignalen via de oogzenuw naar de hersenen. 

  3. De hersenen fungeren als "snelwegen" die deze signalen razendsnel naar verschillende delen van de hersenen transporteren. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hersengebieden
In de hersenen zijn specifieke gebieden verantwoordelijk voor de verwerking van de signalen. 
Visuele cortex
Auditieve cortex
Somatosensorische cortex
Reuk- en smaakcentra
Verwerkt kleuren, vormen en bewegingen
Verwerkt geluiden 
Helpt om stemmen en muziek te horen
Verwerkt aanrakingen
Verwerkt lichaamsgevoel zoals pijn, temperatuur en druk
Verwerkt geuren en smaken

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Als je een hete oven aanraakt, zullen de signalen van je huid snel naar de ..................reizen. De hersenen interpreteren dit als pijn of gevaar, waardoor je onmiddellijk je hand terugtrekt.
A
Visuele cortex
B
Auditieve cortex
C
Somatosensorische cortex
D
Reuk- en smaakcentra

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer je iemand je naam hoort roepen, verwerkt de ............... dit geluid en herkent het. Je hersenen sturen dan een signaal naar je lichaam om te reageren, zoals je hoofd draaien om te zien wie roept.
A
Visuele cortex
B
Auditieve cortex
C
Somatosensorische cortex
D
Reuk- en smaakcentra

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Reacties kunnen bewust of automatisch zijn. Benoem van beiden een voorbeeld.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Klik op de afbeelding en beluister het audiofragment.

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welke prikkels spelen bij impulsief eetgedrag voornamelijk een rol?
A
Uitwendige prikkels
B
Inwendige prikkel
C
Zowel uitwendig als inwendige prikkels

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 
Voer in tweetallen deze opdracht uit: 
  • Pak een klein rechthoekig briefje (bijv. een geldbiljet). 
  • Houd het briefje in het midden van de korte kant vast en laat bungelen. 
  • Vraag je klasgenoot om zijn duim en wijsvinger aan weerzijden ongeveer twee cm van het midden van het briefje te houden. 
  • Je klasgenoot moet, zodra jij het biljet loslaat, zijn duim en wijsvinger samenknijpen om het biljet op te vangen. 
     GA JE GANG! 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Is het gelukt om het biljet vast te pakken?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Toelichting
Waarschijnlijk is het niet gelukt, maar hoe kan dat? 

De tijd die nodig is om te reageren, bestaat uit de tijd die het sensorische zenuwstelsel nodig heeft om informatie in zich op te nemen, de tijd die de hersenen nodig hebben om haar te verwerken en de tijd die het motorische stelsel nodig heeft om een respons te produceren. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Wat zijn reflexen?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Geef een samenvatting van deze les

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen
Jij kan:
  • De rol van de hersenen in het verwerken en interpreteren van signalen begrijpen.
  • De stappen beschrijven van het waarnemen van een stimulus tot het vertonen van een gedragsrespons.
  • Beschrijven hoe een reflex tot stand komt

Slide 32 - Slide

This item has no instructions