lesson 7

Unit 4 - lesson 7
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unit 4 - lesson 7

Slide 1 - Slide

Unit 4 test
January 16th!

Slide 2 - Slide

Plan for today
  • What did we learn last time?
  • Learning goal of today
  • Instruction
  • Get to work
  • Evaluation

Slide 3 - Slide

Translate to English:
rot, slecht

Slide 4 - Open question

Translate to English:
vaak, dikwijls

Slide 5 - Open question

Translate to Dutch:
relationship

Slide 6 - Open question

Translate to Dutch:
confusing

Slide 7 - Open question

Use the present simple:
(like) She ........ apples.

Slide 8 - Open question

Learning Goal
  • What is the learning goal of today?

I can explain when to use to present simple, and what the general rule to apply this is.

Ik kan uitleggen wanneer de present simple gebruikt moet worden, en wat de basisregel is om het toe te passen.

  • What do you know about the learning goal? 

  • How are we going to reach the learning goal? 

Slide 9 - Slide

Present Simple
  • Present simple = tegenwoordige tijd
  • Geeft regelmaat of feiten aan.

Voorbeeld:
I brush my teeth every night.
Ik poets mijn tanden elke avond.

  • Dit is een feit
  • De persoon doet het regelmatig

Slide 10 - Slide

Present Simple
Hoe gebruik je de present simple op de juiste manier?
Neem de stappen door bij het volgende voorbeeld:

(walk) I ..... in the forest on Tuesdays.

  • Onderstreep wie het werkwoord gebruikt.
  • Is het he/she/it/naam (enkelvoud)?                   --->    werkwoord + s
  • ... of is het I/you/we/they?                                       --->    werkwoord
  • Schrijf het antwoord op de puntjes.

I walk in the forest on Tuesdays.


Slide 11 - Slide

Use the present simple:
(look) She .... at the birds in the morning.
A
look
B
looks

Slide 12 - Quiz

Use the present simple:
(call) You ... him every day, don't you?

Slide 13 - Open question

Get to work!
  • Je maakt de self-test van unit 4.

  • Bij vragen steek je je hand op.

  • Als je klaar bent, kijk je je werk na.

  • Helemaal klaar, doe je wat voor jezelf (lezen, tekenen, niet mobiel...)

Slide 14 - Slide

EVALUATION
  • What went well?

  • What can go better?

  • Did we reach the learning goal?

Slide 15 - Slide