donderdag 11 februari

Hausaufgaben Deutsch
* leren de rijtjes van de der- en ein-groep wb blz 27 + 29 
Naamval 1/3/4 -->in de powerpoint slide 6 en 7.
Je ziet dan ook direct welke letters er achter een ander woordje als der of dem komt bijv. Dieser of welchem 
* maken 21 t/m 26
*nakijken kan. Bij bestanden staan de antwoorden van Kapitel 4
1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hausaufgaben Deutsch
* leren de rijtjes van de der- en ein-groep wb blz 27 + 29 
Naamval 1/3/4 -->in de powerpoint slide 6 en 7.
Je ziet dan ook direct welke letters er achter een ander woordje als der of dem komt bijv. Dieser of welchem 
* maken 21 t/m 26
*nakijken kan. Bij bestanden staan de antwoorden van Kapitel 4

Slide 1 - Slide

Ziel heute
* stappenplan + der groep herhalen 
*ein-groep behandelen

Slide 2 - Slide

STAPPENPLAN
  1.  Zoek eerst uit wat het geslacht van een woord is m/v/o/mv
  2. Zoek dan uit of het woord bij de der- of de ein-groep hoort
  3. Staat er een voorzetsel in de zin? Ja 3e ...of ...4e 
  4. Nee dan ontleden: ond/nominativ=1e.    lv/akkusativ=4    mw/dativ= 3e

Slide 3 - Slide

filmpje der-groep
uitleg aan de hand van een video

Slide 4 - Slide

Naamvallen: der-groep

Slide 5 - Slide

filmpje ein-groep
uitleg aan de hand van een video

Slide 6 - Slide

Naamvallen: ein-groep

Slide 7 - Slide

De "ein-groep"
  • mein(e)
  • dein(e)
  • sein(e)/ihr(e)
  • unser(e)
  • euer(e)
  • ihr(e)/Ihr(e)

Slide 8 - Slide

Dit schema van K2 gebruik je hetzelfde als de der- ein-groep.
Bijv. Ich gehe mit meinem Vater/ mit ihm

Slide 9 - Slide

Oefeningen 21 t/m 26
Vragen? 

Slide 10 - Slide

Hausaufgaben 17 Februar
*leer de rijtjes van de der- en de ein-groep (+ bezittelijk vnw)
*De rijtjes van de vrz 3e + 4e + pers vnw (herhaling)
*maken oef 27 
*vertalen Sprachmittel

Slide 11 - Slide