2. Lidwoorden oefenen

der / die / das
1 / 32
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1-3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

der / die / das

Slide 1 - Slide

Lidwoorden: der, die, das und die

Slide 2 - Slide

Klasse
A
der
B
die
C
das

Slide 3 - Quiz

Junge
A
die
B
der
C
das

Slide 4 - Quiz

Kind
A
die
B
der
C
das

Slide 5 - Quiz

Mädchen
A
das
B
die
C
der

Slide 6 - Quiz

Onkel
A
die
B
der
C
das

Slide 7 - Quiz

Lehrerin
A
der
B
das
C
die

Slide 8 - Quiz

Klassenarbeit
A
das
B
der
C
die

Slide 9 - Quiz

Kater
A
die
B
das
C
der

Slide 10 - Quiz

Opa
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quiz

Pferd
A
das
B
die
C
der

Slide 12 - Quiz

Buch
A
die
B
das
C
der

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Mehrzahl von 'Klasse'
A
Klasse
B
Klassen
C
Klassenen

Slide 20 - Quiz

Mehrzahl von 'Onkel'
A
Onkels
B
Onkelen
C
Onkel

Slide 21 - Quiz

Mehrzahl von 'Mädchen'
A
Mädchens
B
Mädchen
C
Mädchenen

Slide 22 - Quiz

Mehrzahl von 'Sohn'
A
Sohne
B
Sohns
C
Söhne

Slide 23 - Quiz

Mehrzahl von 'Schule'
A
Schulen
B
Schule
C
Schuls

Slide 24 - Quiz

Mehrzahl 'Heft'
A
Heften
B
Hefte
C
Heftens

Slide 25 - Quiz

Mehrzahl "Opa'
A
Opan
B
Opaen
C
Opas

Slide 26 - Quiz

vrouwelijke personen, dieren en woorden met de uitgang -e, -ung, -heit, -keit, krijgen het lidwoord..
A
...die
B
...der
C
...das

Slide 27 - Quiz

Mannelijke personen en dieren krijgen het lidwoord ...
A
...das
B
...die
C
...der

Slide 28 - Quiz

Nederlandse onzijdige woorden krijgen meestal in het Duits het lidwoord....
A
...der
B
...das
C
...die

Slide 29 - Quiz

Hoe vorm je het meervoud bij mannelijke zelfstandige naamwoorden?

Slide 30 - Open question

Hoe vorm je het meervoud van vrouwelijke zelfstandige naamwoorden?

Slide 31 - Open question

Hoe vorm je het meervoud van onzijdige zelfstandige naamwoorden?

Slide 32 - Open question