Keuzedeel LVB-MVG Les 2 Moeilijk Verstaanbaar Gedrag

Keuzedeel LVB-MVG 
Les 2: Moeilijk verstaanbaar gedrag
1 / 23
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Keuzedeel LVB-MVG 
Les 2: Moeilijk verstaanbaar gedrag

Slide 1 - Slide

Vragen n.a.v. bijeenkomst 1 (examen etc.)?
Terugblik
Terugblikken naar de vorige les

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wanneer spreken we van LVB?
A
IQ lager dan 70
B
IQ lager dan 80
C
IQ tussen de 50 en 70
D
IQ tussen de 55 en 80

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Sociaal aanpassingsvermogen is de mate waarin iemand voldoet aan dat wat gezien zijn leeftijd en cultuur van hem verwacht wordt.

Om je sociaal te kunnen aanpassen heb je adaptieve vaardigheden nodig.
Wat valt onder sociale vaardigheden?
A
Met het openbaar vervoer ergens naartoe
B
Omgaan met emoties
C
Lezen
D
Persoonlijke verzorging

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Beperkingen op diverse gebieden:


  • leren en denken (onthouden, ordenen, verwerken)
  • werkgeheugen (beslissingen nemen)
  • sociale informatieverwerking
  • generaliseren 
  • taal (moeite met gedachtegang)
  • sociale vaardigheden (moeite met het lezen van de ander)
  • weerbaarheid (staande houden in de maatschappij)





  • empathie (de sociale- en emotionele ontwikkelingsleeftijd loopt achter)
  • geweten (ontwikkeling loopt langzamer, ook door minder invoelingsvermogen)
  • impulscontrole (minder vaardigheden en behoefte om impulsen te beheersen)
  • zelfsturing (oorzaak en gevolg)
  • autonomie (meer negatieve- en faalervaringen)

Heeft invloed op seksualiteit, relaties, financiën, criminaliteit, internetgebruik, werk etc.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat bedoelen ze in deze context met 'generaliseren'?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Generaliseren
Mensen met LVB kunnen wat ze hebben meegemaakt in de ene situatie niet zonder meer toepassen in een andere, vergelijkbare situatie.

In verschillende situaties zal eenzelfde vaardigheid dus opnieuw aangeleerd moeten worden.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opbouw keuzedeel
Zes online bijeenkomsten 
  1. Herkennen en erkennen
  2. Moeilijk verstaanbaar gedrag
  3. Psychiatrische kenmerken en verslaving
  4. Methodiek en verklaringsmodellen
  5. Sociaal netwerk
  6. Wet- en regelgeving


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Doelen van deze les
  • De student heeft kennis van moeilijk verstaanbaar gedrag en weet hoe zij (MV)gedrag in kaart kan brengen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Moeilijk verstaanbaar gedrag
Moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) is gedrag dat we niet meteen begrijpen. Het gedrag is bijvoorbeeld onverwacht of past in jouw ogen niet in de context

Soms kunnen mensen agressief zijn naar anderen of naar zichzelf. Met dit gedrag wil iemand vaak vertellen dat iets niet klopt, dat ze iets anders willen of dat hun leven niet verloopt zoals zij het willen.

 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Moeilijk verstaanbaar gedrag versus probleemgedrag.

Hoe definieer jij 'probleemgedrag'?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Je hebt vorige week een praktijkvoorbeeld
moeten insturen van MVG. Is de aanleiding
bekend en zo ja, wat was de aanleiding van dit gedrag?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Aanleiding moeilijk verstaanbaar /probleemgedrag

  • Overschatting / overvraging
          * Mensen met LVB worden vaak overschat door anderen en door zichzelf
           * Wanneer er eisen worden gesteld die niet passen bij het verstandelijk vermogen spreek              je van overvraging
  • Missen van vaardigheden
  • Overprikkeling
  • Stress

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Verschillende vormen van MV/probleem gedrag

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoe breng jij probleemgedrag bij cliënten op je locatie in kaart?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoe breng je dat gedrag in kaart?
  1. Hoe ziet het gedrag eruit, hoe wordt het beleefd door de persoon zelf en betrokken, welke betekenis geeft men aan het gedrag en welke belangen en behoeften zijn gerelateerd aan het gedrag?​

  2. Sinds wanneer, op welk moment en hoe vaak komt het gedrag voor en wat zijn de gevolgen van het gedrag​?

  3. Levert het gedrag ernstig nadeel op voor de persoon zelf, beperkt het zijn ontplooingskansen en/of zijn de gevolgen van het gedrag negatief voor de kwaliteit van leven van één of meerdere betrokkenen?

  4. Bestaat het vermoeden dat de persoon somatische en/of psychische problemen ervaart die ​aanleiding vormen voor het gedrag?​

  5. Levert het gedrag ernstig nadeel op voor omstanders?​​

  6. Welke beschermende factoren en/of kwaliteiten zijn bij of rond de persoon aan te wijzen?







Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions

Afsluiting
Jullie kunnen aan de slag met de verwerkingsopdrachten van deze bijeenkomst. 

Succes! Vragen? > 


Volgende bijeenkomst: Psychiatrische kenmerken en verslaving

Slide 23 - Slide

This item has no instructions