What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
30/10 WKMA Kleuren/familie/vrienden en werkwoorden vt
Welkom!
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
70 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
Startklaar
Op je plek zitten
Telefoon in het Zakkie
Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui
Slide 2 - Slide
Planning donderdag 30 oktober
voorstellen nieuwe leerlingen
Plaatje van de dag
Lowan: vrienden/familie/school
vertellen over jezelf
spel/opdracht kleuren
verleden tijd werkwoorden (imperfectum) + opdrachten
Slide 3 - Slide
Lesdoelen: Na deze les ...
heb ik mijn woordenschat vergroot
heb ik mijn luistervaardigheid vergroot
ken ik woorden rond het thema school/familie en vrienden
ken ik de kleuren
kan ik 10 zinnen over mezelf vertellen
ken ik de verleden tijd van veelgebruikte werkwoorden
Slide 4 - Slide
Welkom nieuwe leerlingen
Ayub
Yaryna
Slide 5 - Slide
Wie ben ik?
Ik ben mevrouw Stolk
.
Ik kom uit Nederland.
Ik woon in...................
Slide 6 - Slide
Wie ben jij?
Hoe heet je?
Ik heet..........
Uit welk land kom je?
Ik kom uit.....................
Waar woon je?
Ik woon in
.............................
Slide 7 - Slide
voorlezen
Slide 8 - Slide
Schrijf de woorden op bij het plaatje
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
De kleuren herhalen
werkblad
kwartet familie
Slide 11 - Slide
groep 2+ 3: de verleden tijd
werkwoorden samen lezen
test!
Slide 12 - Slide
De verleden tijd met -te(n) of - de(n)
Wij fietsten naar school.
Ik leerde Nederlandse woorden.
Slide 13 - Slide
Maak een zin in de verleden tijd.
Voeg -te of -de toe(perfectum)
Slide 14 - Open question
De verleden tijd op van de zwakke werkwoorden
Je voegt in de verleden tijd
-te(n)
of -
de(n)
toe.
Voorbeeld: pinnen-ik pinde-wij pinden
fietsen - ik fietste - hij fietste - wij fietsten
Slide 15 - Slide
De verleden tijd van zwakke werkwoorden
lachen - ik/jij/hij/zij lach
te
, wij/jullie/zij lach
ten
huilen - ik/jij/hij/zij huil
de
, wij/jullie/zij huil
den
werken- ik/jij/hij/zij werk
te,
wij/jullie/zij werk
ten
fietsen - ik/jij/hij/zij fiets
te
, wij/jullie/zij fiets
ten
wonen - ik/jij/hij/zij woon
de
, wij/jullie/zij woon
d
en
reizen - ik/jij/hij/zij reis
de
, wij/jullie/zij reis
den
maken - ik/jij/hij/zij maak
te
, wij/jullie/zij maak
ten
Slide 16 - Slide
De verleden tijd van sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden
veranderen van klank
in de verleden tijd.
Voorbeeld: ik loop -> ik liep
ik eet-> ik at
Slide 17 - Slide
Maak een zin in de verleden tijd. De klank verandert.
Slide 18 - Open question
De verleden tijd van
sterke
werkwoorden
lopen - ik/jij/hij/zij liep, wij/jullie/zij liepen
eten - ik/jij/hij/zij at, wij/jullie/zij aten
drinken - ik/jij/hij/zij dronk, wij/jullie/zij dronken
lezen - ik/jij/hij/zij las, wij/jullie/zij lazen
schrijven - ik/jij/hij/zij schreef, wij/jullie/zij schreven
zitten - ik/jij/hij/zij zat, wij/jullie/zij zaten
gaan - ik/jij/hij/zij ging, wij/jullie/zij gingen
Slide 19 - Slide
test
Slide 20 - Slide
Gisteren......(gaan) ik naar de bibliotheek.
A
ga
B
gaat
C
ging
D
gingt
Slide 21 - Quiz
Gisteren......(lopen) we naar huis.
A
liep
B
liepen
C
loop
D
lopen
Slide 22 - Quiz
Vorige week......(dansen) ik met Nabil.
A
dansen
B
dansde
C
danst
D
danste
Slide 23 - Quiz
Vorige week......(eten) mijn zus met Nabil.
A
eet
B
eette
C
at
D
aten
Slide 24 - Quiz
Vorig jaar......(wonen) ik in Turkije.
A
woonde
B
woont
C
wonde
D
woonte
Slide 25 - Quiz
Schrijf het goede werkwoord.
Jij.......(drinken) gisteren cola.
Slide 26 - Open question
Schrijf het goede werkwoord.
Mijn vader .............(sporten) in Syrië met zijn broer.
Slide 27 - Open question
Schrijf het goede werkwoord.
Vroeger ........(willen) ik altijd met haar trouwen.
Slide 28 - Open question
Schrijf het goede werkwoord.
Dat ..............(vinden) mijn moeder toen niet leuk.
Slide 29 - Open question
werkblad verleden tijd
maken opdracht 3
Slide 30 - Slide
Lesdoelen: Na deze les ...
heb ik mijn woordenschat vergroot
heb ik mijn luistervaardigheid vergroot
ken ik woorden rond het thema school/familie en vrienden
ken ik de kleuren
kan ik 10 zinnen over mezelf vertellen
ken ik de verleden tijd van veelgebruikte werkwoorden
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Video
Welke kleur is dit?
15
A
geen
B
geel
C
groen
D
gel
Slide 33 - Quiz
Welke kleur is dit?
15
A
green
B
geel
C
groen
D
gel
Slide 34 - Quiz
Welke kleur is dit?
15
A
rood
B
blauw
C
red
D
blau
Slide 35 - Quiz
Welke kleur is dit?
15
A
rood
B
blauw
C
red
D
blau
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Drag question
Oranje
Geel
Roze
Bruin
Slide 38 - Drag question
Welke kleur is een sinaasappel?
A
Geel
B
Oranje
C
Groen
D
Blauw
Slide 39 - Quiz
Welke kleur is een kiwi?
A
Geel
B
Oranje
C
Groen
D
Blauw
Slide 40 - Quiz
More lessons like this
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
January 2022
-
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Spelling persoonsvorm in de vt
January 2022
-
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
1TL periode 2 les 16
July 2025
-
23 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
1KB periode 2 les 14
July 2025
-
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
Zinsdelen en zinsopbouw
January 2022
-
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Groep 7-8 | werkwoordspelling | verleden tijd
August 2025
-
28 slides
Nederlands
Werkwoordspelling
+2
Basisschool
Groep 7,8
TisTaal by Dutchily E.E.
Groep 7-8 | werkwoordspelling | verleden tijd
July 2025
-
28 slides
Nederlands
Werkwoordspelling
+2
Basisschool
Groep 7,8
TisTaal by Dutchily E.E.
Persoonsvorm in tt en vt
June 2025
-
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3