Strux Arbeidsvaardigheden H1 Les 1

• Studielessen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Voorbereiden op arbeid

Hoofdstuk 1

Les 1  en les 2

Werken in een team

Doelen

• Je kunt uitleggen waarom samenwerken belangrijk is.
• Je kunt uitleggen hoe jij graag werkt: samen of alleen. 
• Je neemt actief deel aan een werkoverleg.

Vorige les:

Wat weten we nog van de vorige les......

Wat hoort volgens jou
bij samenwerken?

Opdracht 1 

Ik werk het liefste...

Alleen

Samen

Het maakt mij niet uit.

Opdracht 2, 3 en 4

Zelfstandig werken. 

Daarna bespreken we dit in de groep. 

Ik ben een...

Alleenwerker

Samenwerker

Wat zijn de voordelen van samenwerken?

Wat zijn de nadelen van samenwerken?

Zelfstandig aan de slag

Maak opdracht 5, 6 en 7. 

Samen nakijken

Opdracht 5, 6 en 7. 

Opdracht 8

• Je krijgt van jouw docent een papiertje met daarop een cirkel. Lees op bladzijde 8 wat je daar mee hoort te doen.
• Samen maken we een nieuwe cirkel.
• Als laatste bespreken we onze nieuwe cirkel. 

Opdracht: bekertjes stapelen

Groepen van 2,3 of 4 leerlingen.

9 elastiekje met daaraan vastgeknoopt 4 touwtjes van dezelfde lengte.

bekertjes

Opdracht: Maak de toren van de bekertjes (zie afbeelding) 

Afspraak: Je mag de bekertjes niet aanraken om ze te stapelen.

Uitvoering:

Leerlingen moeten de touwtjes straktrekken om een bekertje te “vangen” en te stapelen. 

Evaluatie: 

Waarom ging het samenwerken wel of niet goed? Raakte je gefrustreerd en wat deed je toen? 

Bespreken: zie samenwerken 2

o.a. 

Hoe gaat het met jou als iets niet lukt?

Hoe gaat het als het samenwerken lastig gaat?

Wat maakt dat los bij jou?

Wat ga je dan doen?

Hoe ga je om met medeleerlingen die op een bepaalde manier reageren (wat vind je lastig / wat denk-voel-doe je dan)?

Vragen

- Hoe ging het?

- Wie hebben er geholpen

- Wie heeft de leiding genomen?

- Wie heeft gedaan wat er gezegd is ?

- Waardoor ging het zo?

Aan de slag

Maak de quiz op bladzijde 9. Kijk deze na en vul de onderste vraag in. 

Opdracht : Siamese tekening

Pak samen met iemand een dikke stift vast. 

Teken een monster. 

De stift mag niet van het papier en je mag geen van beide de stift loslaten. 

Praten  is verboden.

Nabespreken:

Hoe ging het?

- ging je mee met de ander?

- bepaalde jij steeds hoe er getekend werd?

- bepaalde jij een beetje of soms hoe er 

   getekend werd?

- was er samenwerking tijdens het tekenen of was er strijd?

Hoe/Wat voelde jij tijdens het tekenen?

Hoe is het om samen een tekening te maken?

Aan de slag

We maken opdracht 10. De docent legt uit wat de bedoeling is en stelt de groepjes samen. 

Jullie gaan aan de slag met het werkoverleg en vullen vervolgens de vragen in van bladzijde 10, 11 en 12. 

Als iedereen daarmee klaar is, bespreken we dit met elkaar. 

Evaluatie

• Hebben we de leerdoelen behaald? 
• Hoe is dat gegaan?
•  Op welke niveaus hebben jullie gewerkt?

Terug- en vooruitblik

• Wat kun je nu met datgene wat we geleerd hebben?
• Wat leren we de volgende keer?

Ik vond deze les ....

😒🙁😐🙂😃