Hoofdstuk 8 §1 & §2

Hoofdstuk 8 rekenen
Rekenen met getallen.
Machten.
Voorkennis.
Doelstelling.
Afsluiten.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8 rekenen
Rekenen met getallen.
Machten.
Voorkennis.
Doelstelling.
Afsluiten.

Slide 1 - Slide

Doelstelling:
Machten berekenen.
De juiste volgorde bij machten.
Rekenvolgorde.
Som, verschil, product en quotiënt.

Slide 2 - Slide

Som, verschil, product en quotiënt.
Product betekend x (keer)
Quotiënt betekend : (delen)
Verschil betekend - (min)
Som betekend + (plus)

Slide 3 - Slide

Som, verschil, product en quotiënt.
Sleep de woorden en de tekens naar het juiste vak.
Som
product
verschil
quotiënt
+
-
x
:
plus
min
keer
delen

Slide 4 - Drag question

Som, verschil, product en quotiënt.
sleep de uitkomst van de som naar het juiste getal op het meetlint
de som van 100 en 30.
het verschil van 120 en 8.
het product van 4 en 20.
de quotiënt van 140 en 5

Slide 5 - Drag question

Rekenvolgorde.
Als eerste wat tussen haakjes staat.
Als tweede machten en wortel trekken.
Als derde keer en gedeeld door.
Als vierde plus en min.

Slide 6 - Slide

Rekenvolgorde.
sleep de pijlen naar het stukje van de som die je als eerste moet uitrekenen.
18 + 2 x 4 - 1 =
(18 + 2) x 4 - 1 =
18 + 2 x (4 - 1) =

Slide 7 - Drag question

Rekenvolgorde.
sleep de pijlen naar het stukje van de som die je als eerste moet uitrekenen.
20 + 4 : 2 - 1 =
(17 - 2) x 4 + 1 =
(5 + 2) x (6 - 3) =

Slide 8 - Drag question

welk gedeelte van de som reken je als eerste uit?
32 - 28 : (4 + 6) =
A
28 : 4
B
32 - 28
C
4 + 6
D
gewoon van links naar rechts.

Slide 9 - Quiz

welk gedeelte van de som reken je als eerste uit?
(12 + 8) x 2 - 1 =
A
12 + 8
B
2 - 1
C
8 x 2
D
gewoon van links naar rechts.

Slide 10 - Quiz

Machten berekenen.
6
3
= 216
Hier onder zie je de som: 
6 tot de macht 3 staan 
De uit komst is 216,
hoe gaat dit in zijn werk?

Slide 11 - Slide

Machten berekenen.
6
3
= 216
6
6
6
x
x
= 216

Slide 12 - Slide

Machten berekenen.
Grondtal
exponent
= uitkomst
G
G
G
x
x
= Uitkomst
De macht bepaald 
hoe vaak het grondtal met zichzelf vermenigvuldigd wordt.

Slide 13 - Slide

Machten berekenen.
een macht berekenen met de rekenmachine.
type eerst het grondtal (6)
Grondtal
het grondtal kan ieder getal zijn.
Het is groter gedrukt als het exponent.
6

Slide 14 - Slide

Machten berekenen.
een macht berekenen met de rekenmachine.
type daarna het exponent ^ 3
Exponent
Met de "^" toets kan je een exponent typen.
^
macht
Met de getallen kan je een macht invoeren.
3

Slide 15 - Slide

De juiste volgorde bij machten.

Slide 16 - Slide

De juiste volgorde bij machten.
Als je een som met meerdere bewerkingen, moet oplossen kan je dat het beste stapje voor stapje doen.
zoals in het voorbeeld hieronder.
24 : 6 + 4 x 2 + 4  = 

24 : 6 + 4 x 2 + 64

4 + 8 + 64 = 72

3

Slide 17 - Slide

Doelstelling:
Machten berekenen.
De juiste volgorde bij machten.
Rekenvolgorde.
Som, verschil, product en quotiënt.

Slide 18 - Slide

Hoofdstuk 8 rekenen
Volgende les:
8.3 decimale getallen
Maak opdracht:
8.4 breuken optellen en aftrekken
1 t/m 19 van hoofdstuk 8.1 & 8.2

Slide 19 - Slide