Paragraaf 4.1: Versnellen

Hoofdstuk 4
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- De leerling kent de verschillende soorten vt en st diagrammen
- De leerling weet wat versnelling is en kan deze berekenen.


Slide 2 - Slide

3 soorten bewegingen
  • De versnelde beweging:
- Bij deze beweging wordt de snelheid steeds groter.
- Elke seconde wordt er meer afstand afgelegd.
  • De eenparige beweging (constant): 
- Bij deze beweging blijft de snelheid constant (gelijk)
- Elke seconde wordt er dezelfde afstand afgelegd.
  • De vertraagde beweging
- Bij deze beweging wordt de snelheid steeds kleiner.
- Elke seconde wordt er minder afstand afgelegd

Slide 3 - Slide

Versnelde beweging
Per seconde wordt een steeds
grotere afstand afgelegd

Slide 4 - Slide

Eenparige beweging
Per seconde wordt steeds 
dezelfde afstand afgelegd

Slide 5 - Slide

Vertraagde beweging
Per seconde wordt een steeds 
kleinere afstand afgelegd

Slide 6 - Slide

st- en vt-diagrammen
Elke beweging heeft zijn eigen bijpassende grafiek. Aan de grafiek kun je dus al zien om wat voor een beweging het gaat. 

Let goed op als je een grafiek bekijkt of zelf maakt, dat je kijkt naar wat er langs de assen staat: afstand (s) tijd (t) of snelheid (v) tijd (t). 

Slide 7 - Slide

Verschil xt- en st-diagram
Een xt-diagram is een plaats tijd diagram. Een st-diagram is een afstand tijd diagram.

Het verschil is dat je bij een plaats tijd diagram altijd kijkt naar de plek waar je bent begonnen. Een xt-diagram kan dus ook in de min.

Bij een afstand tijd diagram kijk je naar de afgelegde afstand, ongeacht hoe je bent gelopen. Deze gaat dus nooit naar beneden

Slide 8 - Slide

v,t-diagram maken
In een v,t-diagram zetten we de snelheid uit tegen de tijd. De tijd staat daarbij horizontaal en de snelheid verticaal. Let hierbij op de juiste eenheden. 

Slide 9 - Slide

Bewegingen
De versnelde beweging:
Bij deze beweging wordt de snelheid steeds groter.
Elke seconde wordt er meer afstand afgelegd.

De eenparige beweging (constant):
Bij deze beweging blijft de snelheid constant (gelijk)
Elke seconde wordt er dezelfde afstand afgelegd.

De vertraagde beweging:
Bij deze beweging wordt de snelheid steeds kleiner.
Elke seconde wordt er minder afstand afgelegd

Slide 10 - Slide

Versnelling
Als je de versnelling van iets wilt weten kun je dat uitrekenen met de formule:

a=tvevbofa=tΔv
Δv=snelheidsverandering
t=tijd
a=versnelling

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Oefenen
Maak van paragraaf 4.1 de vragen:
- Zorg dat je de uitleg nog een keer bekijkt als je er niet uitkomt.
- Kijk de vragen na.
- Veel fout? Noteer waar het fout ging (rekenwerk, nauwkeurigheid, lezen, niet begrepen)
- Veel goed? Fijn! Doel voor deze week gehaald

Slide 13 - Slide