1.2.23. AFP Bloedgroepen

Anatomie, Fysiologie en Pathologie




Les 26
Leerjaar 1
Periode 2 deel 2


1 / 15
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Anatomie, Fysiologie en Pathologie




Les 26
Leerjaar 1
Periode 2 deel 2


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • Vertellen welke bloedgroepen er bestaan en op basis van welke kenmerken bloedgroepen ingedeeld kunnen worden.
  • Uitleggen wat er bedoeld wordt met een universele donor en een universele ontvanger
  • Benoemen welke invloed de rhesusfactor kan hebben binnen een zwangerschap



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Uit welke onderdelen bestaat het bloed?
Wat bedoelen we met erytrocyten?
Wat is de functie van lymfocyten?
Wat verstaan we onder fagocytose?
Welke afvalstoffen ontstaan er bij de afbraak van rode bloedcellen?
Wat doen bloedplaatjes?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bloed (herhaling)
Bloedplasma: 
  • Water, opgeloste stoffen, eiwitten, zouten

Bloedcellen: 
  • Wit: afweersysteem 
  • Rood: vervoer van O2 en CO2

Bloedplaatjes: Stukjes cel
  • Bloedstolling 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van Leukocyten?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Hoe heten de 'uitsteeksels' van de erytrocyten?
A
Antistoffen
B
Antigenen
C
receptoren
D
Moleculen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Bloedgroepen
Bloedgroep: wordt bepaald door rode bloedcellen
  • De antigenen op de bloedcel bepalen de bloedgroep

Er zijn twee indelingen:
  • AB0-systeem
  • Rhesus-bloedgroepensysteem

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

AB0-systeem
AB0-systeem: A, B en nul (niet Oooo!)

  • Bloedgroep A heeft antigeen A

  • Bloedgroep B heeft antigeen B

  • Bloedgroep AB heeft antigeen A en antigeen B

  • Bloedgroep 0 heeft géén antigenen


Slide 8 - Slide

Antigenen zijn kleine eiwitten op buitenkant rode bloedcel die een afweerreactie kunnen veroorzaken wanneer ze in aanraking komen met stoffen die  lichaamsvreemd zijn. 
Zij zetten de lymfocyten aan tot het maken van antistoffen. 
AB0-systeem (vervolg)
Behalve antigenen, zitten er in het bloed ook antilichamen: 
  • Antilichamen zorgen voor klontering (agglutinatie)  van het bloed na contact met 'de verkeerde bloedgroep'
  • Bloedgroep A heeft antilichamen voor B
  • Bloedgroep B heeft antilichamen voor A
  • Bloedgroep AB heeft géén antilichamen
  • Bloedgroep 0 heeft antilichamen voor A en B
Je kunt niet zomaar elke bloedgroep doneren aan iedereen...

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Anti-lichamen

Slide 10 - Slide

Bloedgroep AB is een universele ontvanger: mensen met deze bloedgroep kunnen alle soorten bloed ontvangen, omdat zij GEEN antilichamen hebben

Bloedgroep 0 is een universele donor: mensen met deze bloedgroep kunnen aan iedereen bloed geven, omdat zij geen antigenen hebben waarop antilichamen kunnen reageren
Rhesus-bloedgroepensysteem
Rhesus-bloedgroepensysteem: gebaseerd op rhesusantigenen

  • Rhesuspositief (+): het rhesusantigeen is aanwezig
  • Rhesusnegatief (-): er is geen rhesusantigeen aanwezig

Antilichamen tegen het rhesusantigeen worden pas aangemaakt na het eerste contact

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Opdracht
Maak de opdracht via Cumlaude: bloedgroepen en bloedziekten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
  1. Leren alle lesstof tot nu toe (receptenleer, hartritmestoornissen, g.m. hart- en vaatziekten, bloed en bloedgroepen) 
  2. (Af)maken Expert College Pathologie Bloed en Stolling
  3. Opdrachten maken (zie Cumlaude week 3 en 4):
    -Bloedgroepen en bloedziekten 
    -Bloedstolling
    Inleveren in inleverbakjes voor de antwoorden. Uiterlijk 1 februari 2022.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions