1HV Hoofdstuk 3, Spelling: Meervouden op -en

Wat is meervoud? Welke meervoudsvormen ken je al?
1 / 18
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat is meervoud? Welke meervoudsvormen ken je al?

Slide 1 - Open question

Meervouden
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en

beest > beesten
vereniging > verenigingen

Slide 2 - Slide

Zo maak je een meervoud op -en
Zet -en achter achter het enkelvoud

vriend > vrienden
trui > truien 

Slide 3 - Slide

Soms moet je ook:
- de laatste letter verdubbelen: mug > muggen
- een a, e, o of u weglaten: snaar > snaren, been > benen
- een f veranderen in een v: verblijf > verblijven
- een s veranderen in een z: huis > huizen

Slide 4 - Slide

Zo maak je een meervoud op -s en -'s 
  • Je schrijft een -s achter het enkelvoud.
borstel > borstels, vlinder > vlinders 

  • Je schrijft een -'s achter het enkelvoud:
- bij woorden die eindigen op a, i, o, u of y
mama > mama's, ski > ski's , auto > auto's, paraplu > paraplu's, rally > rally's 
- bij afkortingen
wc's, NK's 

Slide 5 - Slide

Let op! 
Bij woorden die eindigen op twee of drie klinkers die samen een klank vormen, schrijf je in het meervoud de -s aan het woord vast: cadeau > cadeaus , cowboy > cowboys 

MAAR: hernia's en cabrio's is wel juist, want hier vormen de klinkers niet samen een klank. her-ni-a & ca-bri-o

Slide 6 - Slide

Zijn er nog vragen? 

Slide 7 - Slide

Zo maak je het meervoud van woorden die eindigen op -ee & -ie
  • Als het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het meervoud met -s of met -ën: chimpansee > chimpansees, zee > zeeën 
  • Als het enkelvoud eindigt op -ie , is de meervoudsvorm afhankelijk van de klemtoon.
- Als de klemtoon op de lettergreep met -ie valt, dan voeg je -ën toe: melodie > melodieën
- Als de klemtoon op een andere lettergreep valt, voeg je een -s of -n toe: revolutie > revoluties of porie > poriën

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Waar is het meervoud juist geschreven?
glas
A
glassen
B
glazen
C
glasen

Slide 10 - Quiz

Waar is het meervoud juist geschreven?
piano
A
piano's
B
pianoos
C
pianos

Slide 11 - Quiz

Waar is het meervoud juist geschreven?
baby

A
babies
B
babieën
C
baby's

Slide 12 - Quiz

Waar is het meervoud juist geschreven?
fotograaf
A
fotograafen
B
fotograffen
C
fotograven
D
fotografen

Slide 13 - Quiz

Waar is het meervoud juist geschreven?
bureau
A
bureaus
B
bureau's
C
buroos
D
bureauen

Slide 14 - Quiz

Waar is het meervoud juist geschreven?
muis

A
muizen
B
muisen

Slide 15 - Quiz

Waar is het meervoud juist geschreven?
foto
A
fotos
B
fotoos
C
foto's

Slide 16 - Quiz

Waar is het meervoud juist geschreven?
bacterie
A
bacterien
B
bacteriën
C
bacterieën

Slide 17 - Quiz

Einde quiz
Zijn er nog vragen?

Slide 18 - Slide