Socialisatie en Cultuur

Socialisatie
Maatschappijwetenschappen
Vorming
"verwijst naar het proces van de verwerving van een bepaalde identiteit. Hoe word je wie je bent?"

1 / 38
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Socialisatie
Maatschappijwetenschappen
Vorming
"verwijst naar het proces van de verwerving van een bepaalde identiteit. Hoe word je wie je bent?"

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kent het kernconcept socialisatie en kan deze herkennen in een bron

Je kent de elementen van socialisatie en kan deze herkennen

Je kent het verschil tussen nature en nurture verklaringen voor gedrag (nature-nurture-debat)


Slide 2 - Slide

Door wie ben jij geworden zoals je nu bent?

Slide 3 - Mind map

Socialisatie
Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen.

Slide 4 - Slide

Socialisatie
Bestaat uit twee processen:
Overdracht
Het overbrengen van de cultuur van een groep of samenleving aan 'nieuwkomers'.
Verwerving
Het eigen maken van (elementen) uit de cultuur van de groep of samenleving waar ze in terecht zijn gekomen (internalisatie)

Slide 5 - Slide

Socialisatie

Slide 6 - Slide

~ Kort intermezzo ~
Voeg hier een afbeelding toe van een politieagent

Slide 7 - Open question

Welke rol spelen kledingwinkels in het proces van socialisatie?

Slide 8 - Open question

Socialisatie
Socialisatie gebeurt vaak onbewust. Alledaagse interacties tussen mensen beïnvloeden hun gedrag.
  • Imitatie en identificatie: het gedrag overnemen van mensen op wie we menen te lijken.

Dit kan ook een negatieve invloed hebben: namelijk in de vorm van stereotypen en vooroordelen

Slide 9 - Slide

Socialisatie
Primaire socialisatie
Informele socialisatie tussen kleine groepen mensen die direct met elkaar verbonden zijn door een persoonlijke en emotionele band (familie/vrienden)
Secundaire socialisatie
In een formele, georganiseerde omgeving (werk/school). Groepsleden nemen (tijdelijk) de cultuur van de groep over. 
Tertiaire socialisatie
Door anonieme socialisatoren (overheid, sociale media). Dit gebeurt impliciet (onopgemerkt)

Slide 10 - Slide

Socialisatie
Functies van socialisatie:
  1. Continuering van een cultuur;
  2. Verandering van een cultuur
  3. Identificatie van het individu met anderen, met een groep en een (sub)cultuur;
  4. Het besef van groepslidmaatschap van het individu;
  5. identiteitsontwikkeling van het individu;
  6. gedragsregulatie van het individu.

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Maak opdrachten 2, 4, 5 en 6 (paragraaf 1.2 Socialisatie)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wat heeft dit filmpje te maken met het kernconcept socialisatie?

Slide 14 - Open question

Tijdlijn
  • Maak een tijdlijn van jouw leven met blokken van 2 jaar tijd en noem bij ieder blok tenminste twee socialisatoren.
  • Vul je tijd lijn aan door bij 3 van de door jou genoteerde socialisatoren een concreet voorbeeld te geven van het socialisatieproces: wat heb je geleerd en hoe heb je dit geleerd, hoe heb je je dit eigen gemaakt?
  • Geef met een sterretje aan op welke momenten de belangrijkste socialisatoren in jouw leven veranderde. 
  • Vergelijk je tijdlijn met die van een klasgenoot. Welke verschillen zie je?

Slide 15 - Slide

Welke verschillen zie je tussen de tijdlijn van jou en je klasgenoot?

Slide 16 - Open question

Rookgedrag
Nieuwe stap in de strijd tegen roken
Wie een tabakszaak instapte, zag gekleurde pakjes sigaretten met bekende logo's achter de toonbank. Maar dat is vanaf vandaag veranderd. Alle nieuwe pakjes sigaretten krijgen dezelfde donkergroen-bruine kleur. Dit wordt plain packaging genoemd. Dat is een verplichting vanuit de overheid. De nieuwe kleur is niet zomaar gekozen. 
Uit onderzoek bleek dat mensen met deze tint de negatiefste associatie hebben. De kleur moet rokers afschrikken om sigaretten te kopen. 

Doel is om het aantal rokers te laten afnemen en daarmee ook het aantal gevallen van longkanker. Van alle mensen die overleden aan kanker stierf bijna een kwart aan longkanker, blijkt uit cijfers van het CBS. Elke dag raken 100 kinderen verslaafd aan tabak. Jongeren zijn extra gevoelig voor de identiteit en uitstraling van producten. Naast de uniforme kleur is op de nieuwe verpakking ook bijna niet meer te zien van welk merk de rookwaar is. 'Dus de bekende logo's van kamelen of cowboys zie je niet meer. Tabaksfabrikanten hebben die jaren gebruikt omdat mensen er positieve associaties mee hebben', zegt emeritus hoogleraar Carel Jansen. 'Dat is een decennialang opgebouwd imago, wat fabrikanten nu niet meer kunnen inzetten.'

Slide 17 - Slide

Rookgedrag
Leg uit dat socialisatie rookgedrag kan beïnvloeden. Benoem in je antwoord welke twee socialisatoren een belangrijke rol spelen in het leven van een puber?

Welke socialisatoren komen in de bron naar voren? Noem er twee. 

Leg uit op welke manier men hoopt dat door plain packaging het referentiekader van jongeren zal veranderen. 

Slide 18 - Slide

Uit welke twee processen bestaat het proces van socialisatie?

Slide 19 - Open question

Wat weet je verder nog van socialisatie?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video

Welke verklaring geeft dit filmpje over de uitkomst van dit experiment?

Slide 22 - Open question

Nature vs. nurture
Worden de eigenschappen van mensen meer bepaald door natuur of cultuur? 

Nature
  • Biologische en erfelijke factoren
Nurture
  • Opvoeding en omgevingsfactoren

Slide 23 - Slide

volgens arts Lombroso zien criminelen er anders uit dan niet-criminelen. Ze hebben een achteroverhellend voorhoofd, vooruitstaande jukbeenderen en een ongelijke gezichtsuitdrukking.
A
Nature
B
Nurture

Slide 24 - Quiz

Iemand die niet genoeg geld heeft om luxe spullen te kunnen kopen, gaat stelen om zo toch hun doel te bereiken. Ten minste, als de sociale druk om succesvol te zijn maar groot genoeg is.
A
Nature
B
Nurture

Slide 25 - Quiz

Socialisatie

Slide 26 - Slide

Stereotypen en vooroordelen
Spel
  1. Ga in een kring staan.
  2. Iedereen krijgt een blaadje en schrijft daarop zijn eigen naam. Vervolgens geef je het blaadje aan de tweede persoon links van jou.
  3. Er worden vier rondes gespeeld: hobby's; muzieksmaak; karaktereigenschap & toekomstige baan
  4. Je noteert voor de persoon op het blaadje wat jij denkt dat bij deze persoon past. Na elke ronde wordt het blaadje weer twee keer doorgegeven.
  5. Geef het blaadje terug aan de juiste persoon. Kloppen de antwoorden van je klasgenoten? Waar wel en waar niet?

Slide 27 - Slide

Kloppen de antwoorden van je klasgenoten? Waarom wel/waarom niet?

Slide 28 - Open question

Stereotypen en vooroordelen
Stereotypen = aangeleerde beelden, generalisaties en veronderstellingen, bijvoorbeeld over bepaalde groepen mensen. 

Ga zelf op zoek op het internet naar stereotypen of vooroordelen. Wat heb je gevonden, en waarom is dit een stereotype?

Slide 29 - Slide

Welk stereotype heb je online kunnen vinden?

Slide 30 - Open question

Socialisatie en cultuur
Met socialisatie wordt gedrag aangeleerd. Maar welk gedrag wordt aangeleerd en waarom juist dit gedrag?

Hangt allemaal af van de cultuur waarin je wordt geboren. 

Jullie zijn geboren/opgegroeid in de Nederlandse cultuur. Maar wat is de Nederlandse cultuur?

Slide 31 - Slide

Wat is voor jou de Nederlandse cultuur?

Slide 32 - Mind map

Wat is de Nederlandse cultuur?
Wie vertegenwoordigt voor jou het beste de Nederlandse cultuur?

Slide 33 - Slide

Wie vertegenwoordigt voor jou het beste de Nederlandse cultuur en waarom?

Slide 34 - Open question

Cultuur
VOUWeN
Voorstellingen
Opvattingen
Uitdrukkingsvormen
Waarden
Normen

Slide 35 - Slide

Cultuur
Het geloof in een hogere macht
een kruissymbool
een keppeltje dragen
de gewoonte om met mes en vork te eten
trotse gevoelens van de Nederlandse geschiedenis
niet winkelen op zondag
vrijheid belangrijk vinden

Slide 36 - Slide

Onderzoek naar cultuur
Je gaat op zoek naar informatie over een bevolkingsgroep of stam met een geheel eigen cultuur: Sentinelezen, Masai, Inuit, Lakota (Sioux), Aboriginals, Azteken of Berbers (Imazighen).

Ga op zoek naar informatie over waar deze stam leeft en maak een korte beschrijving. 

Slide 37 - Slide

Onderzoek naar cultuur
Zoek voor alle cultuurelementen (VOUWeN) één concreet voorbeeld van deze stam of groep.

Wat is het verschil tussen een norm en een waarde?

In hoeverre is de cultuur van die stam in de afgelopen 100 jaar beïnvloed door de westerse cultuur? Leg uit wat we bedoelen met 'cultuur is relatief'

Slide 38 - Slide