H13 Geluid

1 / 41
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

telefoon thuis of in de kluis

Slide 2 - Slide

Laptop op tafel 
De laptop blijft dicht tot ik aangeef wanneer het open mag

Slide 3 - Slide

STILTE AUB

Slide 4 - Slide

DOEL DEZE LES
HERHALING VORIGE LES
HOE BEPAAL JE DE FREQUENTIE?
WAT IS APLITUDE ?
WAT GEBEURT ER MET DE GELUIDSTERKTE BIJ MEERDERE BRONNEN
WANNEER SPREKEN WE OVER GELUIDSHINDER?

Slide 5 - Slide

korte herhaling
De laptop mag nu open en ik noteer de aan en afwezigen terwijl je je laptop opstart.

Slide 6 - Slide

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals licht.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 7 - Quiz

Geluid is een trilling!
  • Bron => veroorzaakt trilling 
  • Tussenstof => waar geluid doorheen gaat
  • Ontvanger => vangt de trilling op en "vertaalt" de trilling

  • verplaatst zich als een golf

Slide 8 - Slide

Wat is geen geluidsbron?
A
een boek
B
motor van een scooter
C
het aanslaan van een stemvork
D
huilende baby

Slide 9 - Quiz

Geluidsbron
Geluid ontstaat door het trillen van een geluidsbron. 
Voorbeelden?
  • stembanden in je keel
  • snaren van een gitaar
  • conus van een luidspreker
  • de motor van een scooter
  • aanslaan van een stemvork

Slide 10 - Slide

Geluid gaat sneller door....
A
gas
B
vloeistof
C
vaste stof

Slide 11 - Quiz

GELUIDSSNELHEID (tussenstof)
Wat gaat sneller?

Slide 12 - Slide

Welk onderdeel is geen deel van het oor
A
trommelvlies
B
slakkenhuis
C
gehoorbeentjes
D
Iris

Slide 13 - Quiz

Het oor
oorschelp
trommelvlies
gehoorbeentjes
slakkenhuis
gehoorzenuw
hersenen

Slide 14 - Slide

heeft de temperatuur invloed op de snelheid?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Geluidssnelheid
Geluidssnelheid: snelheid waarmee het geluid zich door een tussenstof verplaatst.
Geluidssnelheid door de lucht is 343 m/s (20 graden Celsius)


Slide 16 - Slide

Wat is trillingstijd?
De tijd die nodig is voor 1 trilling
A
Waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Wat is frequentie (f)?
De frequentie is hoeveel trillingen er zijn in 1 seconde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Trillingen
Wat is de trillingstijd (T)?
  • De trillingstijd is de tijd die nodig is voor 1 trilling

Wat is frequentie (f)?
  • De frequentie is hoeveel trillingen er zijn in 1 seconde

Slide 19 - Slide

Trillingstijd/frequentie

Slide 20 - Slide

Trillingstijd

Slide 21 - Slide

Frequentie
Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Het symbool voor frequentie is de kleine letter f. 
De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz). 

Slide 22 - Slide

Toonhoogte verhogen/verlagen
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogen:
De snaar strakker spannen.
De snaar korter maken.
De snaar dunner maken.

Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verlagen:
De snaar losser spannen.
De snaar langer maken.
De snaar dikker maken.

Slide 23 - Slide

Oefenopgave
nodig je rekenmachine 
de volgende formule uit je BINAS:  f = 1 :T

Slide 24 - Slide

Oefenopgave
Fola sluit een toongenerator aan op een oscilloscoop. Ze stelt de oscilloscoop in op 0,5 ms/div. Dit betekent dat elk hokje 0,5 ms is.
In afbeelding 5 zie je het beeld op het oscilloscoopscherm.
a) Hoe groot is de trillingstijd in milliseconden (ms)
  • Elk hokje op het scherm staat voor 0,5 ms.
  • Een trilling is 4 hokjes = > 4 x 0,5 = 2 ms
b) Hoeveel is dat in seconden?
  • Dat is 0,002 s.
c) Bereken de frequentie van de trilling.
Gegevens:
  • T =  2 ms =0,002 s
Gevraagd:
  • f = ? Hz
Formule:
  • f = 1/T
Uitwerking/antwoord:
  • f = 1 / 0,002 = 500 Hz

Slide 25 - Slide

Toonhoogte verhogen/verlagen
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogen:
De snaar strakker spannen.
De snaar korter maken.
De snaar dunner maken.

Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verlagen:
De snaar losser spannen.
De snaar langer maken.
De snaar dikker maken.

Slide 26 - Slide

Hoe bepaal je de frequentie?
Hier gaat het om het scherm van een oscilloscoop

Slide 27 - Slide

Wat is de frequentie?
hier zie je het scherm van een oscilloscoop
Hij staat ingesteld op 1ms/div dus 1 ms per hokje
De trilling bestaat uit 2 hokjes dus 2 x 1 ms = 2 ms = 0,002s
dus de frequentie is f = 1/T = 1/ 0,002 = 500Hz



Slide 28 - Slide

de instelling is 1ms/div
Bepaal de frequentie

Slide 29 - Slide

de instelling is 1ms/div
Bepaal de frequentie:
een hokje is 1 ms
1 trilling is 4 hokjes dus 4 x 1 = 4 ms= 0.004 s
de frequentie = 1/0,004 = 250 Hz

Slide 30 - Slide

Bepaal de eerst de trillingstijd als de instelling 5ms/ div is
A
5 sec
B
4 x 5 ms = 20ms = 0,02s
C
10 sec
D
4x 5 = 20 s

Slide 31 - Quiz

Bepaal de nu de frequentie als de trillingstijd is 0,02 s
A
f= 1 /T= 1/0,02 = 50 Hz
B
f = 1 x 0,02 = 0,02 Hz

Slide 32 - Quiz

WAT IS AMPLITUDE?

Slide 33 - Slide

Amplitude
  • Het aantal golven zegt iets hoe hoog het geluid is (bs 2)
  • Hoe hard het geluid is kan je zien aan de hoogte van de de golf
  • Een ander woord voor de hoogte van de golf  = amplitude

Slide 34 - Slide

De amplitude bestaat uit 2 hokjes
De instelling van de amplitude geef je aan in volt/div dus volt per hokje. In deze situatie is het 10 V/div
Dus de amplitude = 2 x 10 = dus 20 V

Slide 35 - Slide

Hoe groot is
de amplitude
als de instelling is 4 V/div?
A
dat is 2 x 4V = 8V
B
dat is 4V
C
dat is 4/2 = 2V

Slide 36 - Quiz

geluidsterkte
WAT GEBEURT ER MET DE GELUIDSTERKTE BIJ MEERDERE BRONNEN?
Bij verdubbeling van de bronnen komt er steeds 3dB bij.

Slide 37 - Slide

Geluidsterkte (dB)
Als een scooter is 60dB zijn 2 scooters 63 dB en 4 scooters dus 66 dB

Slide 38 - Slide

oefenopgave
Een huilende baby produceert 55dB. Hoeveel 8 baby's?

Slide 39 - Slide

Geluidshinder
Wanneer spreken we over geluidshinder?
Als het geluid voor jou niet aangenaam is of te hard.
Wat kan je doen om geluidshinder van en drukke snelweg te voorkomen?

Slide 40 - Slide

Ga naar de site van Malmberg
Maak H13 par 3 en 4 af 
Als de nog niet werkt krijgen jullie een toegift
Niet vergeten volgende les toets H13. Goed oefenen met de Testjezelf en de oefentoets online. 

Slide 41 - Slide