Present simple present continuous

1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Which national holiday is this and what does it celebrate?

Slide 2 - Open question

Plan for today: 
Present simple and present continuous
Work in Holmwood's 

Slide 3 - Slide

Present Simple vs Present Continuous

Slide 4 - Slide

Present simple & present continuous

Slide 5 - Slide

timer
2:00
Nu heb je twee minuten om vijf dingen op te
schrijven die op dit moment om je
heen aan het gebeuren zijn

Slide 6 - Mind map

timer
2:00
Je hebt twee minuten om
5 dingen op te schrijven
die voor jou waar
zijn, of een gewoonte
zijn.

Slide 7 - Mind map

Dit weet je al: 
Naam
Vorm
Gebruik
Signaalwoorden
Present simple
Hele werkwoord / hele werkwoord + s
Feiten, situaties, gewoontes
Always, usually, sometimes, never, often, on Weekdays, every day etc. 
Present continuous
am/is/are + hele werkwoord+ ing
Dingen die nu bezig zijn. 
Right now, now, at the moment, look! listen! 

Slide 8 - Slide

Present Simple
Als iets altijd (feit), nooit of regelmatig gebeurt.

Signaalwoorden: 
always, never,
often, usually,
regularly, sometimes,
hardly ever, every day

Slide 9 - Slide

Present Continuous
Om aan te geven dat iets nu aan de gang is. 

Signaalwoorden: 
now
at the moment
right now

Slide 10 - Slide

Present simple ook voor: 
- Toekomst, voor dingen die je op kunt zoeken, die gepland staan en toch wel doorgaan, ook als jij er niet bij bent. 

- Toekomst: in uitdrukkingen. I will join you as soon as it stops raining. 

Slide 11 - Slide

Present continuous ook voor:
- Tijdelijke gewoontes
- Irritante gewoontes
- Dingen in de toekomst die al geregeld, geboekt, afgesproken, betaald zijn. 

Slide 12 - Slide

Present simple 
Present continuous
Algemene waarheden
Irritante gewoontes
Dingen in de toekomst die je ergens kunt opzoeken
Dingen in de toekomst die je al hebt geregeld of afgesproken
Routines en vaste situaties
Tijdelijke gewoontes

Slide 13 - Drag question

Sleep de signaalwoorden naar de goede rij. 
Present Simple
Present Continuous
Always
Every day
Never
At the moment
currently
Right now
Today
Often
Regularly
Sometimes
Usually

Slide 14 - Drag question

I don't want to cycle to school today, it ........ !
A
rains
B
is raining

Slide 15 - Quiz

I'm not going to go outside until the rain....
A
is stopping
B
stops

Slide 16 - Quiz

He ..... in London at the moment.
A
is living
B
lives
C
both are possible
D
both are possible, but "is living" is better.

Slide 17 - Quiz

The Spring vacation ..... on the 12th of February
A
starts
B
is starting

Slide 18 - Quiz

My mum and dad ....... all the time these days. It must be because of the pandemic.
A
fight
B
are fighting

Slide 19 - Quiz

I ............. football practice three times a week: on Monday, Wednesday and Saturday
A
am playing
B
play

Slide 20 - Quiz

My sister .............. my stuff without asking, it's driving me crazy!
A
always borrows
B
is always borrowing.

Slide 21 - Quiz

In the open question on the following slide, you have four minutes to describe everything you see in the picture. 

Slide 22 - Slide

So - what was going on?

Slide 23 - Open question

Holmwood's! 
I will keep an eye on the live environment while you're at work. Questions in the chat. 

Slide 24 - Slide