verwijzen met die

Welkom bij Nederlands
Brugklas havo/vwo
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
Brugklas havo/vwo

Slide 1 - Slide

Leerdoelen vorige les?
Huiswerk kort bespreken.

Slide 2 - Slide

Programma
- Leerdoelen: je kunt op de juiste manier met die, dit 
- Uitleg verwijswoorden, lastige verwijswoorden
- Samen oefenen
- Verder oefenen

Slide 3 - Slide

Verwijswoorden H4
Wat vind je van de onderstaande tekst?
Mo ging vandaag naar de tandarts. Bij de tandarts vroeg de assistente aan Mo of Mo zijn tanden goed gepoetst had. Mo zei tegen de assistente dat Mo zijn tanden goed had gepoetst. De assistente gaf Mo een complimentje en vroeg vervolgens of Mo gaatjes heeft. Mo zei tegen de assistente dat Mo geen gaatjes denkt te hebben. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Verwijswoorden H4

Slide 6 - Slide

Verwijswoorden

Slide 7 - Slide

Die generatie wil dat er meer met haar wensen rekening wordt gehouden. Waar verwijst 'haar' naar?

Slide 8 - Open question

Het eerste elftal behaalde gisteren zijn derde overwinning op een rij.
Waar verwijst 'zijn' naar?

Slide 9 - Open question

Als je oud meubilair kwijt wil, moet je het op straat zetten.
Waar verwijst 'het' naar?

Slide 10 - Open question

Het team heeft ___
tactiek gewijzigd.
A
haar
B
zijn

Slide 11 - Quiz

Het meisje ___
ons hielp ken ik nog van vroeger.
A
die
B
dat

Slide 12 - Quiz

Als je een product koopt en ___ gaat stuk, heb je recht op garantie.
A
hij
B
zij
C
het
D
hun

Slide 13 - Quiz

huiswerk voor maandag 10 oktober, 3e uur
Maken:
Opdracht 1,2,4 p. 235

Slide 14 - Slide