Ik besteed mijn inkomsten zodanig dat de bestedingen passen bij mijn persoonlijke voorkeuren en het beschikbare budget.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ICTPraktijkonderwijsLeerjaar 4
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Verantwoord besteden
Ik besteed mijn inkomsten zodanig dat de bestedingen passen bij mijn persoonlijke voorkeuren en het beschikbare budget.
Slide 1 - Slide
Mijn doelen voor deze periode
Ik weet wanneer ik meer of minder te besteden heb (dure en goedkopere maanden)
Ik begrijp de consequenties van een bestedingsbeslissing
Ik ken de verschillen tussen noodzakelijke en minder noodzakelijke uitgaven
Ik weet om welke uitgaven ik niet heen kan
Ik kan bekijken of een bepaalde aankoop binnen mijn budget past
Ik geef niet meer geld uit dan ik heb
Slide 2 - Slide
Uitleg
Een budget is een overzicht van hoeveel geld je elke maand hebt om uit te geven. Als je een budget maakt, zorg je ervoor dat je niet meer uitgeeft dan je hebt.
Slide 3 - Slide
Waarom is een budget belangrijk?
Slide 4 - Open question
Wat is volgens jou een budget?
A
Een lijst van dingen die je wilt kopen
B
Een overzicht van je inkomsten en uitgaven
C
Geld dat je opzij legt voor vakantie
Slide 5 - Quiz
Opdracht 1:
Teken je maandbudget:
Vraag de leerlingen om op een vel papier hun inkomsten (wat ze krijgen) en hun uitgaven (wat ze moeten betalen) te tekenen of opschrijven. Dit helpt hen inzien hoeveel geld er overblijft na het betalen van noodzakelijke dingen.
Slide 6 - Slide
Dure en goedkopere maanden
Soms zijn er maanden waarin je meer geld uitgeeft, bijvoorbeeld omdat het vakantie is, je cadeaus moet kopen of je andere bijzondere dingen hebt. In andere maanden geef je minder uit, zoals in januari, na de feestdagen.
Slide 7 - Slide
Welke van de volgende maanden zijn volgens jou meestal duurder?
A
Januari
B
December
C
Juni
Slide 8 - Quiz
Welke maand is het duurst voor jou? Wat kun je doen om in die maand toch op je uitgaven te letten?
Slide 9 - Open question
Noodzakelijke en minder noodzakelijke uitgaven
Sommige uitgaven moet je altijd doen, zoals de huur of boodschappen. Dit zijn noodzakelijke uitgaven. Andere uitgaven, zoals uit eten gaan of nieuwe kleding kopen, zijn minder noodzakelijk. Die kun je soms even uitstellen.
Slide 10 - Slide
Wat is een voorbeeld van een noodzakelijke uitgave?
A
Nieuwe schoenen
B
Huur van je huis
C
Uit eten gaan
Slide 11 - Quiz
Noodzakelijke uitgaven
Minder noodzakelijke uitgaven
Huur van een huis
Abonnement van je mobiele telefoon
Kleding
Uitgaan
Cadeautje voor een vriend/vriendin
Gadgets
Boodschappen
Slide 12 - Drag question
Waarom zijn sommige uitgaven noodzakelijk en andere minder noodzakelijk?
Slide 13 - Open question
Wat kun je niet missen?
Sommige uitgaven kun je niet vermijden, zoals huur, water, gas, elektriciteit en eten. Dit zijn vaste kosten die altijd moeten worden betaald.
Slide 14 - Slide
Welke uitgaven kun je niet missen, zelfs als je weinig geld hebt?
A
Telefoonabonnement
B
Huur of hypotheek
C
Uit eten gaan
D
Nieuwe kleding
Slide 15 - Quiz
Welke kosten kun je niet vermijden? Wat kun je doen om deze kosten te verlagen (bijvoorbeeld goedkopere supermarkt, besparen op energie)?"
Slide 16 - Mind map
Kan ik deze aankoop betalen?
Als je iets nieuws wilt kopen, moet je kijken of je genoeg geld hebt. Dit is belangrijk om te voorkomen dat je te veel uitgeeft. Als je nu geen geld hebt, kun je beter wachten met kopen totdat je weer geld hebt.
Slide 17 - Slide
Stel, je hebt €50 over deze maand. Wil je een nieuwe trui kopen van €40. Kun je dit betalen?
A
Ja, je kunt het kopen en je hebt nog €10 over.
B
Nee, je hebt dan geen geld meer voor andere zaken.
Slide 18 - Quiz
Consequenties van teveel uitgeven
Als je meer geld uitgeeft dan je hebt, kun je in de problemen komen. Dit kan leiden tot schulden of dat je niet genoeg geld hebt voor belangrijke dingen zoals eten of huur.
Slide 19 - Slide
Wat kan er gebeuren als je meer uitgeeft dan je hebt?
A
Je kunt geen nieuwe spullen kopen.
B
Je komt in schulden of kunt niet je rekeningen betalen.
C
Je krijgt een cadeau.
Slide 20 - Quiz
Wat zou je doen als je merkt dat je meer hebt uitgegeven dan je had moeten doen? Wat zijn de oplossingen
Slide 21 - Mind map
Conclusie en samenvatting
Samenvatting:
-Een budget helpt je om te zien hoeveel geld je hebt en wat je kunt kopen.
-Sommige uitgaven moet je altijd doen (huur, eten), andere kun je af en toe uitstellen (kleding, uitjes).
-Je moet altijd zorgen dat je niet meer uitgeeft dan je hebt, anders kom je in de problemen.
Slide 22 - Slide
Wat ga jij deze maand doen om je geld beter te beheren? Gebruik tekst en plaatjes om dit duidelijk te maken.