Les 1 - P4 - Les en leidinggeven (didactiek)

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Les 1 - P4 - Les en leidinggeven (didactiek)

Leerjaar 1 Sport & Bewegen.

Christopher McDade

Check-in : Hoe was jullie meivakantie? Wat is het leukste dat je gedaan hebt?

Mijn vakantie :

Lesdoelen.

Aan het einde van de les..

 1. Weet je het verschil tussen inhoudelijk en organisatorisch differentiëren. 

2. Weet je wat het HBU-model is, en kan je voorbeeld bedenken hoe dit zou kunnen toepassen op je eigen stage of L&L.

Maar eerst..
Wat is volgens jullie differentiëren?

Omschrijving vanuit (sportleider als lesgever)

Differentiëren is een noodzakelijke didactische vaardigheid van een lesgever om tegemoet te komen aan de verschillen tussen de SB-deelnemers. 

Kortom : Er zijn altijd verschillen in een groep, maar iedereen moet wel kunnen bewegen op zijn eigen niveau.

Inhoudelijk.

-Je veranderd het leervoorstel voor de SB-deelnemer.

-Je geef SB-deelnemers verschillende opdrachten.

Organisatorisch.

Je veranderd het arrangement voor de SB-deelnemers.

 

Als je bovenhands aan het overspelen met volleybal, en de trainer zegt tegen je : Nu ga je overspelen, naar elkaar maar geef je elkaar alleen nog maar moeilijke ballen (links, rechts, hoog, laag) Dan is dit een voorbeeld van?

1. Inhoudelijk Differentiëren
2. Moeilijker maken.
3. Makkelijker maken.
4. Organisatorisch differentiëren

Inhoudelijk differentiëren.

Doel : Verbeteren het passeren (actieve) tegenstander

00:41

Je ziet dat een deelnemer een uitdaging nodig heeft. Hoe zou je inhoudelijk kunnen differentiëren?

Wat zou ik doen?

-Bonuspunt -> Passeeractie.

-Alleen scoren indien tegenstander passeert.

-Speler moet verplicht, 3 seconden wachten.

-Speler uitdagen met een truc/passeeractie. Probeer is.. een zidane!

04:09

Hoe zou je organisatorisch kunnen differentiëren voor een leerling die dit nog lastig vind (slacklinen)

Wat zou ik doen?

-Slackline strakker spannen, en lager op de grond.

-Turnblok onder de slackline leggen.

-Als het echt niet lukt een hulpje die erbij loopt met een stok voor als je balans verliest om de deelnemer succes te laten ervaren!

BHU-model.

Lesgever biedt drie bewegingsvormen aan de SB-deelnemers.

Basisvorm : bewegingsvormen die het grootste deel van de groep kan uitvoeren (gemiddelde niveau)

Herhalingsvorm : eerder geoefende bewegingsvormen die een aantal SB-deelnemers moeten herhalen. (onder gemiddelde niveau) 

Uitbreidingsvorm : bewegingsvormen die moeilijker zijn dan de basisvorm en die een uitbreiding vormen voor een aantal SB-deelnemers dat de basis al beheerst (boven gemiddeld niveau) 

Voorbeeld - Volleybal (les 2)

Basisvorm : Deelnemers staan tegen over elkaar en spelen bovenhands over.

Herhalingsvorm : Deelnemer gooit de bal op naar zijn maatje, en deze speelt hem bovenhands terug.

Uitbreidingsvorm : Deelnemers staan tegen over elkaar, een deelnemer speelt moeilijke ballen (links, rechts, achter, voor) 

Voor wie is de herhalingsvorm bedoeld binnen het BHU-model (H)

1. De meest bekwame deelnemers.
2. Voor de lesgever zelf.
3. Deelnemers die onder het gemiddelde niveau blijven.
4. Deelnemers die op het gemiddelde niveau blijven.

Voor wie zijn uitbreidingsvormen bedoeld binnen het BHU model? (U)

1. Deelnemers die onder gemiddeld niveau zitten.
2. Deelnemers die cognitief erg zwak zijn.
3. Deelnemers die boven gemiddeld niveau zitten.
4. Deelnemers die onder gemiddeld niveau zitten.

Duimworstelen

Ga van je stoel af, zoek een tegenstander op!

Speel een potje tot de de drie!

Winnaars zoeken de winnaars op, verliezers gaan naar de verliezers!

Les opdracht

-Maak een tweetal.

-Kies een sport/oefening die staat vermeld op de volgende dia.

-Vul het BHU-model in.

-Maak een voor organisatorisch en een inhoudelijk.

-Kijk elkaars antwoorden na!

-Klassikaal bespreken.

Organisatorisch

-Salto voorover.

-Salto achterover.

-Koprol.

-Ringzwaaien.

-Hanstand/Radslag.

-Slacklinen.

-Hurkzweefsprong.

-Atletiek hordenlopen.

Inhoudelijk.

-Voetbal (passeren tegenstander).

-Volleybal bovenhands spelen.

-Volleybal onderhands spelen.

-Basketbal Lay-up.

-Basketbal Set-shot.

-Handbal (sprongschot).

-Hockey (flats).

Waar staan de letters BHU voor?

1. Basisvorm, Houding en Uithoudingsvermogen.
2. Basisvorm, Herhalingsvorm, en Uitvoering.
3. Basisvorm, Houding, en Uitbreidingsvormen.
4. Beweegactiviteit, Herhaling, en Uitvoering.

Op welke manieren kan je differentiëren?

Lesdoelen.

Aan het einde van de les..

 1. Weet je het verschil tussen inhoudelijk en organisatorisch differentiëren. 

2. Weet je wat het HBU-model is, en kan je voorbeeld bedenken hoe dit zou kunnen toepassen op je eigen stage of L&L.

EXIT TICKET!
Wat vond je van deze les geef een tip & top voor mij als docent.