Spelling PV tt en vt

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


timer
0:30
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up


timer
0:30

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

2.5: grammatica
korte terugblik
Wat moet je op dit moment kennen betreft spelling:

Basis: 
vervoegen PV in tt (en vt)

Kader: 
vervoegen PV in tt en vt (zwakke ww en sterke ww) 

Slide 3 - Slide

Lesdoelen 
Basis:
- Ik kan de persoonsvorm waarbij de ik-vorm eindigt op een -d goed spellen. 
- Ik kan de stappen van het stroomschema op de juiste manier doorlopen.

Kader: 
- Ik kan de persoonsvorm in de vt goed spellen.
- Ik kan de stappen van het doorstroomschema op de juiste manier doorlopen.
Basis: §4.6, spelling 
Kader: §4.7 & §4.8, spelling

Slide 4 - Slide

vervoegen PV in tt en vt

Voor een goede werkwoordspelling, moet je altijd eerst een belangrijke vraag stellen. Namelijk:


Heb ik te maken met een persoonsvorm?

Slide 5 - Slide


ik- vorm
ik- vorm
hele ww

Slide 6 - Slide

ik- vorm
ik- vorm
ik- vorm

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Samen oefenen
Tegenwoordige tijd! *dus nu..

( eten) De honden .................van mijn brood!
( worden) Jij....................mijn beste vriend
( worden) Ik.......................moe van zijn gezeur
(vinden) Hij .....................zijn zusje super stom



Slide 9 - Slide

1. Zij .........van de taart (proeven) 
2. Hij .................mij 1 euro. (betalen)
3. Ik ..........niets.(betaal)
4. Hij.........elke dag iets nieuws (verzinnen)
5. Ik............hier zo moe van! (worden)
6. Ik............dat erg stom! (vinden)
7. Hij .................dat ook stom! (vinden)
8. Wij...............dat allemaal stom! (vinden)
9. De egel..............zich met wormen (voeden)
10. Deze film..................ik niets aan (vinden) 

Slide 10 - Slide

Persoonsvorm 
Stappenplan:
1. Zoek de persoonsvorm (PV). 
2. Bepaal de tijd (TT of VT)
3. Zoek het onderwerp (OW) om te bepalen of de persoonsvorm enkelvoud of meervoud is.
4. Bepaal de ik-vorm van het werkwoord en schrijf de juiste vervoeging op. 

VT?
- Kijk of de laatste letter van de stam in 'T sexy fokschaap' staat om te bepalen welke letter(s) (de of te)achter de PV komen.
- Als het ondewerp meervoud is plak je er ook nog 'n' achter.



Slide 11 - Slide

't sexy fokschaap

*Het gaat om de medeklinkers dus : 'ex kofschip (t,s,x,y,f,k,s,c,h,p)


- Neem de stam van het ww. (hele ww -en)
- Als de stam eindigt op één van de letters uit het sexy fokschaap: + te(n)
- Als de stam NIET eindigt op één van die letters: + de(n)


Slide 12 - Slide

Voorbeelden:
Ik (snappen) niks van de uitleg. --> Ik snapte niks van de uitleg.

- Het ond = ik
- De stam van snappen = snap.
- De 'p' van 'snap' zit WEL in 't sexy fokschaap dus weet je dat er te of ten achter komt.
- Omdat het OW (ik) enkelvoud is komt er geen 'n' achter --> dus ww+ te



Slide 13 - Slide

Wij (spelen) een wedstrijd. --> Wij speelden een wedstrijd.

- Het ond = wij
- De stam van spelen = speel
- De 'l' van 'speel' zit NIET in 't sexy fokschaap dus weet je dat er de of den achter komt.
- Omdat het OW (wij) meervoud is komt er WEL een 'n' achter --> dus ww+ den

Slide 14 - Slide

Oefenen PV VT

Slide 15 - Slide

Het coronavirus (verspreiden) zich vorige week snel.
A
verspreed
B
verspreide
C
verspreidde
D
verspreiden

Slide 16 - Quiz

De conciërge (melden) de leerlingen te laat.
A
melde
B
meldde
C
melden
D
meldden

Slide 17 - Quiz

De leerlingen (melden) de conciërge te laat.
A
melde
B
meldde
C
melden
D
meldden

Slide 18 - Quiz

De hond (pakken) de eenden uit het park.
A
pakte
B
paktte
C
pakde
D
pakden

Slide 19 - Quiz

De eenden uit het park (pakken) de hond terug.
A
pakden
B
pakten
C
pakdden
D
paktten

Slide 20 - Quiz

Willem (bereiden) gister een taart voor de verjaardag van z'n zusje.
A
bereide
B
bereidde
C
bereiden
D
bereidden

Slide 21 - Quiz

Juist of onjuist.
De docent merkte dat de leerlingen het toch best lastig vonden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Mijn gezin verhuisten vorig jaar naar de andere kant van Nederland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Vorige week donderdag verfden we de muur in de eetkamer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

De kinderen uit klas 3 van de Boni fraudeerdden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Jullie (bedenken) hoe je dit werkwoord juist zou moeten spellen.

Slide 26 - Open question

Zij (proberen) een hoog cijfer te halen op hun pta.

Slide 27 - Open question

Toen het ongeluk (gebeuren) waren er veel mensen die het hebben gezien.

Slide 28 - Open question

Vorige vakantie (zwemmen) we nog in de Weller Waard.

Slide 29 - Open question

Werkwoordspelling (verwaarlozen) de kinderen vaak.
A
verwaarloozde
B
verwaarloosde
C
verwaarloozden
D
verwaarloosden

Slide 30 - Quiz

De media (voorspellen) een ruzie tussen Boef en Lil Kleine.
A
voorspelde
B
voorspeldde
C
voorspelden
D
voorspeldden

Slide 31 - Quiz

Nu begrijp ik de spelling van werkwoorden in de verleden tijd (PV VT)...
A
Nog niet
B
Een beetje
C
Goed

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Link