4.3 Goden en wetenschappers



Je telefoon ligt in je kluis.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Wereld GS/LE
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 33 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



Je telefoon ligt in je kluis.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Wereld GS/LE

Slide 1 - Slide

4.3 Goden en wetenschappers
Wereld: GS/LE

Slide 2 - Slide


Hoofddoel:


R10) Ik kan een beeld vormen van de geloofs- en denkwijze van het oude Griekenland.
lknwe
Subdoelen:

Ik kan uitleggen hoe het geloof in Griekenland vormgegeven werd met behulp van de volgende begrippen: Natuurgodsdienst, polytheïsme, mythologie, tempels.


Ik kan uitleggen waarom filosofie ontstond en hierbij de ideeën van twee grote filosofen uitleggen.
Ik kan uitleggen welke rol wetenschap had in de Griekse samenleving aan de hand van twee wetenschappers en hun wetenschappen.  

De leerdoelen: deze les

Slide 3 - Slide

Goden en mythen
In het Griekse geloof waren er veel verschillende goden, met als belangrijkste de god Zeus. Hij heerste over de hemel en aarde. De familie woonden met zijn alle op de Olympus berg. Ze hadden allemaal hun eigen belangrijke taken. Over deze goden vertelden ze verschillende mooie verhalen. Dit noem je mythen. Deze verklaarden wat er om hun heen gebeurden en geven de mensen lessen. De opgeschreven verhalen noemen we mythologie.

Slide 4 - Slide

Goden en mythen
Goden hadden voor alle natuurverschijnselen, emoties en ziekten een god. Dit noemen we een natuurgodsdienst. Een godsdienst met meerdere goden noemen we een polytheïstische godsdienst.
Grieken eren de goden in tempels. Ze gaan naar de God waarvoor ze nodig zijn. Je kon ook naar het orakel om direct contact te hebben met de goden.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Klik op de vraagtekens voor meer informatie!
Zeus                           Poseidon                       Hades                            Hera                          Demeter                         Hestia                          Athena
   Apollo                       Artemis                           Ares                         Aphrodite                 Hephaistos                      Dionysos                      Hermes
Poseidon: god van de zeeën, aardbevingen en paarden.
Attributen: drietand
Hades: god van de onderwereld
Attributen: Cerberos (de hellehond) + de tweetand
Zeus: opperpod en de god van de bliksem
Attributen: bliksemschicht, troon en adelaar
Hera: godin van het huwelijk
Attributen: staf en pauw
Demeter: godin van de landbouw en het graan.
Attributen: graanhalm
Hestia: godin van de huiselijkheid
Attributen: haardvuur
Athena: godin van de wijsheid, techniek en de krijgskunst.
Attributen: helm, schild en uil
Hermes: god van de handel, boodschapper van de goden.
Attributen: sandalen met vleugels en een reizigershoed
Dionysos: god van de wijn, dans en toneel.
Attributen: klimop (thyrosstaf), krans van druivenbladeren, wijn
Hephaistos: god van de smeedkunst, vulkanen en vuur.
Attributen: werktuigen en hamer
Aphrodite: godin van de liefde.
Attributen: duif en roos
Ares: god van de oorlog.
Attributen: volledige wapenuitrusting
Artemis: godin van de jacht, de bossen en van de maan.
Attributen: pijl en boog
Apollo: god van het licht, de zon, de muziek, de schone kunsten. 
Attributen: laurierkrans en cither (soort harp)

Slide 7 - Slide

Filosofen en wijsheid 
De myrthen werden door de Grieken meegenomen naar de kolonies, waardoor ze erachter kwamen dat ze niet altijd overeen kwamen. Een aantal grieken gingen bekijken waarom dit zo was: filosofen. 
  •  Een van de bekendste is Socrates die door vragen probeerde verder te komen. Hij geloofde niet meer, waardoor hij vermoord werd. 




Slide 8 - Slide

Filosofen en wijsheid 
  • Zijn leerling was Plato. Hij was ook een schrijver en schreef dialogen opzoek naar wijsheid. Hij gebruikte ook de ideeënleer. 
  •  Aristoteles was bezig met wis- en natuurkunde. Zij begonnen scholen, academies.




Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Filosofen en wijsheid 
  • Zijn leerling was Plato. Hij was ook een schrijver en schreef dialogen opzoek naar wijsheid.
  •  Aristoteles was bezig met wis- en natuurkunde. Zij begonnen scholen, academies.




Slide 11 - Slide

Filosofen en wijsheid 
  • Zijn leerling was Plato. Hij was ook een schrijver en schreef dialogen opzoek naar wijsheid.
  •  Aristoteles was bezig met wis- en natuurkunde. Zij begonnen scholen, academies.




Slide 12 - Slide

Wetenschappers en onderzoek
Enkele oude Grieken gingen ook onderzoeken. Dit is het begin van de wetenschap. Ze keken zelf naar hoe de wereld in elkaar zat door te experimenteren met natuurwetenschap, geneeskunde, astronomie en geschiedschrijving. Een aantal grote namen zijn:
- Archimedes: Wis- en natuurkunde (oppervlakte)
- Pythagoras: Wiskunde en muziek (stelling).
- Hippocrates: Geneeskunde (lichamelijke oorzaken)
- Herodotos: Geschiedschrijving (echte gebeurtenissen).



Slide 13 - Slide

Ik kan een beeld vormen van de geloofs- en denkwijze van het oude Griekenland.
Ja
Bijna, ik kan het samen met mijn buur oplossen
Nee het lukt mij nog niet, ik wil graag meer tijd om er zelf aan te werken .
Nee het lukt nog niet, ik wil graag meer hulp

Slide 14 - Poll


Hoofddoel:


R10) Ik kan een beeld vormen van de geloofs- en denkwijze van het oude Griekenland.
lknwe
Subdoelen:

Ik kan uitleggen hoe het geloof in Griekenland vormgegeven werd met behulp van de volgende begrippen: Natuurgodsdienst, polytheïsme, mythologie, tempels.


Ik kan uitleggen waarom filosofie ontstond en hierbij de ideeën van twee grote filosofen uitleggen.
Ik kan uitleggen welke rol wetenschap had in de Griekse samenleving aan de hand van twee wetenschappers en hun wetenschappen.  

De leerdoelen: deze les

Slide 15 - Slide



 Waar: Tijd voor geschiedenis
-> Hoofdstuk 4
-> Paragraaf 2

 Wat: Alle opdrachten

 Wanneer: Volgende les

Hoe: Zelf in stilte of met je buurman/buurvrouw zachtjes overleggen.
Klaar? Mij bij je roepen




Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Zelf aan de slag

Slide 16 - Slide

Bronnen

Het Perzische Rijk

Slide 17 - Slide


Lesplan 1
Wat
Hoe lang
                   VT >
Leerdoelen 4.4
5 min
Quizlet 4.1-4.5
5 min
Samen lezen


5 min
Uitleg 4.5.1
10 min
Zelf aan de slag 4.5.1

opdr
15 min
Een mooi vak: Wereld GS / LE
Wat
Hoe lang
                   VT >
Leerdoelen 4.4
5 min
Zelf aan de slag 4.5.1

opdr
15 min
Eigen keuze
> Begrippen H4
> Invulsamenvatting
> Samenvatting
> Mindmappen
> Video kijken
20 min
Wat
Hoe lang
                   VT >
Leerdoelen 4.4
5 min
Zelf verwerken leerdoelen
4.5
35 min
timer
2:00000
🟢 Voortgangstoets 1

4.4 t/m 4.5
H1B:
H1C: 
V1B: 
V1C: 
🟡 Voortgangstoets 1
4.4 t/m 4.5
H1B: 
H1C:
V1B:
V1C:
🔴 Voortgangstoets 1
4.3 t/m 4.5
H1B: 
H1C: 
V1B: 
V1C:

Slide 18 - Slide


Lesplan 2
Wat
Hoe lang
                   VT >
Herhaling 4.5.1
5 min
Quizlet 4.1-4.5
5 min
Samen lezen


5 min
Uitleg 4.5.2
10 min
Zelf aan de slag 4.5.2

opdr
15 min
Een mooi vak: Wereld GS / LE
Wat
Hoe lang
                   VT >
Herhaling 4.5.1
5 min
Zelf aan de slag 4.5

opdr
15 min
Eigen keuze
> Begrippen H4
> Invulsamenvatting
> Samenvatting
> Mindmappen
> Video kijken
20 min
Wat
Hoe lang
                   VT >
Herhaling 4.5.1
5 min
Zelf verwerken leerdoelen
4.5
35 min
timer
2:00000
🟢 Voortgangstoets 1

4.4 t/m 4.5
H1B:
H1C: 
V1B: 
V1C: 
🟡 Voortgangstoets 1
4.4 t/m 4.5
H1B: 
H1C:
V1B:
V1C:
🔴 Voortgangstoets 1
4.3 t/m 4.5
H1B: 
H1C: 
V1B: 
V1C:

Slide 19 - Slide

--

Leerdoelen / subdoelen vorige paragraaf            
-



-






Antwoordop en deze leerdoelen:
Leerdoelen - een stapje terug, een stap vooruit
aanpassen

R2(S1) - 4.3 - Je kunt verschillende goden en godinnen noemen uit de Griekse mythologie.
R2(S2) - 4.3 - Je kunt drie Griekse filosofen noemen en bewijzen waarom deze mannen van belang zijn geweest voor het ontstaan van de filosofie.
R2(S3) - 4.3 - Je kunt vier Griekse wetenschappers noemen en uitleggen wat elk van deze wetenschappers binnen zijn eigen vakgebied ontdekt heeft.
R2
aanpassen

I1(S1) - 4.3 - Je kunt bepalen wanneer er sprake is van een bron met daarin vooral feiten.
I1(S2) - 4.3 - Je kunt bepalen wanneer er sprake is van een bron met daarin vooral een mening.
I1
aanpassen

R2(S1) - 4.3 - Zeus > oppergod
Hades > god van de onderwereld
Poseidon > god van de zee
Athena > godin van de wijsheid
Heracles > halfgod

R2(S2) - 4.3 - Socrates > Filosoof die niet meer in de goden geloofde
Plato > Filosoof en schrijver van gesprekken (dialogen)
Aristoteles > Wis- en natuurkundige en grondlegger filosofie

R2(S3) - 4.3 - Archimedes > Wis- en natuurkundige
Pythagoras > Wiskundige en muzikant / componist
Hippocrates > Arts en geneeskundige
Herodotus > geschiedkundige
R2
aanpassen

I1(S1) - 4.3 - Bron met vooral feiten: dingen die je kunt checken (met andere bronnen), dingen die echt gebeurd zijn (niet discussieerbaar).

I1(S2) - 4.3 - Bron met een mening: dingen die discussieerbaar zijn (goed/slecht mooi/lelijk etc.), dingen die niet vast staan (beschreven).
I1
timer
2:00000
Links verschijnt na het klikken op de bolletjes de leerdoelen / subdoelen.
Rechts verschijnt na het klikken op de bolletjes de antwoorden op de leerdoelen

Slide 20 - Slide

Linkje naar begrippen 4.1-4.5

Slide 21 - Slide

tt
Tijd van Grieken en Romeinen
3000 v. C. - 500 n. C.
De 10 tijdvakken - waar bevinden we ons nu?
timer
1:00000

Slide 22 - Slide

4.7 opdracht 8

Slide 23 - Slide

Oorlog in Griekenland

Slide 24 - Slide

 Oorlogen in Oude Griekenland





Slide 25 - Slide

De Perzen komen eraan!
Een machtig rijk rondom het Midden-Oosten, Klein-Azië, Egypte en delen Azië tot aan India.

                           <- leider: Darius I
                                           
                                         <- zoon: Xerxes

Slide 26 - Slide

Eerste Perzische oorlog:
Darius I
Darius I wilt ook de Griekse wereld innemen en aan zijn rijk voegen. Wordt gestopt bij het plaatsje Marathon.

Hier gebruikte polis Athene haar koppie koppie...


Slide 27 - Slide

De Perzen keren terug. Nieuwe koning: Xerxes
Na verlies vader (Darius) keert Xerxes terug met 'wraakgevoelens'

Hij laat een brug bouwen bij de Hellespont. Hier steekt hij over.
Een leger dat bestond uit duizenden slaven, sommigen zeiden zelfs 1 miljoen man infanterie. 

Slide 28 - Slide

Slag bij Thermopylae
Het leger van de Perzen rukt op richting de Griekse poleis. 
De Grieken voelde het gevaar naderen. 
Enkele stadstaten bundelden zich.
Aangevoerd door het militair machtige Sparta, o.l.v. koning Leonidas

Bij een smalle doorgang trotseerden enkele duizenden Grieken, met een kern van 300 Spartanen het leger van '1 miljoen' Perzen.
Kenmerk Griekse oorlogsvoering: Phalanx formatie

Slide 29 - Slide

Thermopylae

  • Smalle doorgang haalde het numerieke voordeel weg. 

  • Goed getraind en zwaar bewapend leger van de Spartanen in de Phalanx

  • Leonidas en zijn 300 stierven en heldendood
Thermopylae |  480 v. Chr.

Slide 30 - Slide

Na Thermopylae
Perzen breken door
Plunderen de stad Athene

Maar de stadstaat Athene is niet alleen een stad, het is het volk en het platteland...

Slide 31 - Slide

Slag bij Salamis
Grieken bundelen zich. Atheners waren heer en meester op de zee.

--> koppie koppie leidt tot nieuwe technieken, een nieuwe strategie en uiteindelijk de overwinning

Slide 32 - Slide



Verdeelde Griekse poleis


De Griekse poleis werkten gedwongen samen tijdens de Perzische oorlogen. Daarna begonnen zij in de Peloponnesische oorlogen (431-404 v. Chr.) elkaar te bestrijden.

Slide 33 - Slide