V3 -K3 Paragraf E: Grammatik Modalverben ovt

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

V3 - Woche 4 - Stunde 1

Planung

Grammatik:

• Uitleg: Modalverben o.v.t.
  
• Machen: K3 Grammatik Aufgabe 18-28

Ziele

• Je kent veelvoorkomende woorden rondom het Thema 'Unterwegs'.

• Je kunt de Modalverben in de verleden tijd gebruiken. 

Wochenaufgaben

Fertig:

• K3 C Hören Aufgabe 11, 12
  
• K3 D Lesen Aufgabe 14, 15, 16
  

Kennen: 

• K3 Lernliste B (umsteigen – wieder) N-D
  
• K3 Lernliste C D-N
  
• K3 Lernliste D D-N
  

Overhoren: Lernliste B, C, D.   (10 Minuten)

Grammatik: Modalverben o.v.t

Let op: betekenis

• dürfen   = mogen, toestemming hebben
• können = kunnen
• mögen  = lusten, leuk vinden, houden van
• müssen = moeten als noodzaak
• sollen  = moeten als wens van een ander, advies, bevel
• wollen  = willen
• wissen = weten - geen modaal ww, maar net zo vervoegd
  
• möchten = zou graag willen - geen modaal ww

Kenmerken Modalverben o.v.t.

• In de verleden tijd (en het voltooid deelwoord) gebruik komt nooit een umlaut.

• De uitgangen zijn gelijk aan de uitgangen van de zwakke werkwoorden in de verleden tijd: 

       ich = stam + te                    (ich machte)

       du = stam + test                 (du machtest)

       er/sie/es = stam + te.        (er machte)

       wir = stam + ten                 (wir machten)

       ihr = stam + tet                  (ihr machtet)

       sie/Sie = stam + ten         (sie/Sie machten)

K3 Grammatik: Modalverben o.v.t.

Machen: K3 Paragraf E Grammatik Aufgabe 18 bis 28 (S. 

Zeit: 2 Unterrichtsstunden

Hilfsmittel: Grammatikübersicht Modalverben S. 149 - 151

Klaar = leren weektaak

• K3 Wortschatz Lernliste A, B, C, D (testen in quizlet)
  
• K3 Grammatik: Modalverben o.v.t.
  

nächste Stunde

Stunde 2: Modalverben o.v.t.

Stunde 3: Literatur Buch lesen