H3 woordenschat Beeldspraak - vergelijking/metafoor/personificatie/metonymia

Beeldspraak

 

vergelijking - metafoor - personificatie - metonymie
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Beeldspraak

 

vergelijking - metafoor - personificatie - metonymie

Slide 1 - Slide

'Die Rembrandt vind ik mooier dan die Van Gogh.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymie
C
metafoor
D
personificatie

Slide 2 - Quiz

'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymie
C
metafoor
D
personificatie

Slide 3 - Quiz

'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymie
D
vergelijking

Slide 4 - Quiz

'Geef mij nog eens een glas'. Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 5 - Quiz

'De golven aaien de zwemmers'. Welke vorm van beeldspraak is dit?

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 6 - Quiz

'Die engel heeft een grote pan soep gemaakt'. Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 7 - Quiz

'Mijn buurman is een boom van een vent'. Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 8 - Quiz

'Volgens weerkundigen kunnen we volgende week de ijzers onderbinden.'
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 9 - Quiz

'Ik brand van verlangen.'
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 10 - Quiz

'Mijn auto smeekt om een onderhoudsbeurt.'
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 11 - Quiz