Herhaling Woordenschat H2, vwo 2

Woordenschat H2
We herhalen nog eens onderdelen van hoofdstuk 2
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Woordenschat H2
We herhalen nog eens onderdelen van hoofdstuk 2

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Slide 2 - Slide

Welke vormen van beeldspraak ken je al? (tip: volgorde v, m, p)

Slide 3 - Open question

vergelijking
metafoor
personificatie
De toekomst lachte haar tegemoet.

Hij is zo trots als een pauw op zijn werk.

Die ezel laat zich alweer beetnemen.

Slide 4 - Drag question

Wat wordt met wat vergeleken bij een vergelijking?

Slide 5 - Open question

Wat is het verschil tussen een vergelijking en een metafoor?

Slide 6 - Open question

Wat is een personificatie?

Slide 7 - Open question

Wat betekent 'pars pro toto'?

Slide 8 - Open question

Metonymie
Bij metonymie is er sprake van een verband tussen het object en het beeld. Dit is geen vergelijkend verband, maar een ander verband. Het object en het beeld hebben wel met elkaar te maken. Met andere woorden: het beeld is een onderdeel van het object. 

Slide 9 - Slide

Voorbeelden
De leraar telde de koppen --> de aanwezige leerlingen
Sven heeft gisteren weer goud gewonnen --> een gouden medaille
Er hangt een Rembrandt aan de muur --> een schilderij van de schilder Rembrandt
Nederland heeft zich niet geplaatst voor het EK --> het Nederlandse team

Slide 10 - Slide

Verschil metafoor en metonymie
Bij een metafoor geef je een bepaald beeld terwijl je iets anders bedoelt. Het object (wat je bedoelt) wordt vervangen door een bepaald beeld. Dit beeld is geen onderdeel van het object. Bij een metafoor kan er sprake zijn van een vergelijking.

Bij een metonymie is het metoniem onderdeel van wat je bedoelt. Je gebruikt een woord dat te maken heeft met wat je bedoelt.

Slide 11 - Slide

Na afloop van de voorstelling klapte de zaal.
A
metafoor
B
metonymie

Slide 12 - Quiz

Moskou reageert fel op de kritieken.


A
metafoor
B
metonymie

Slide 13 - Quiz

Dat viswijf staat de hele dag te schreeuwen.
A
metafoor
B
metonymie

Slide 14 - Quiz

Hij verhuist echt naar een paradijs.
A
metafoor
B
metonymie

Slide 15 - Quiz

Die droge tuin snakt naar een sproeibeurt.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 16 - Quiz

'Volgens weerkundigen kunnen we volgende week de ijzers onderbinden.'
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 17 - Quiz

De vijand kwam als een dief in de nacht.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 18 - Quiz

Aan de voet van de berg stond het kleine huisje in de zon.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video