Koekje van eigen deeg - klas 3

Welkom                         

10 minuten lezen!

Wat gaan we doen?

• Verhaal: 'Koekje van eigen deeg' lezen 
• Met elkaar in gesprek over het verhaal

• Volgende les: een korte creatieve opdracht 

Lesdoelen

•  Je verwoordt mijn mening.
•  Je licht jouw getrokken conclusies toe.
• Je verwoordt het verhaal in een  samenvatting.
• Je benoemt informatie die je in de tekst hebt gevonden.

Lees mee! 

Bespreek eerst in je groepje en daarna klassikaal 

1. Yousra is bang voor de hond. Begrijp je dat? 
   
   
2. Ben je ook wel eens ergens zo bang voor geweest dat je op de vlucht sloeg?
   
   
3. Yousra besluit dat het afgelopen moet zijn met die ellendig hond op de oprit Ze probeert het probleem op te lossen. Luk dat?
   
   
4. ls het iemands schuld, dat Dylan in het ziekenhuis belandt?  Vind je het een ongeluk?
   

Schrijf zelfstandig de antwoorden op van de volgende vragen: 

1. Hoe ziet Yousra de hond? Beschrijf dit.
   
   
2. Hoe ziet de buurman de hond? Beschrijf dit.
   
   
   
3. Wat is het verschil tussen Yousra en de buurman?
   
   
   
4. Wat vind jij van de hond?
   
   
   
5. Door welke woorden in het verhaal weet je dat de hond gevaarlijk is?

Leespraat 

Koekje van eigen deeg 

Wat vind je leuk?
Wat vind je minder leuk?
Waar had je meer over willen horen?
Zitten er moeilijke woorden in?
Snap je iets niet?
Wat vind je grappig?

10 minuten lezen!

Waar ging het verhaal over?

Creatieve opdracht

Creatieve opdracht

Stel je voor dat dit verhaal een boek was, met als titel Een koek je van eigen deeg. 

1. Ontwerp voor dat boek een voorkant. Gebruik elementen uit het verhaal in je ontwerp.
2. Schrijf ook de tekst, die op de achterkant van het boek moet komen. 
   

Lees ter inspiratie achterkanten van bestaande boeken.