De honingbij

De honingbij
Microscopie
1 / 34
next
Slide 1: Slide
WetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

De honingbij
Microscopie

Slide 1 - Slide

Het leven van een honingbij

Slide 2 - Slide

6

Slide 3 - Video

01:26
Waarvan maken bijen honing?
A
stuifmeel
B
bloemen
C
nectar

Slide 4 - Quiz

02:26
Welk nut hebben bijen in de natuur?
A
Ze maken vruchten.
B
Ze bestuiven bloemen.
C
Ze bevruchten bloemen.
D
Ze verspreiden zaad.

Slide 5 - Quiz

03:22
Welk deel van de bijenkas wordt gebruikt om het voedsel te bewaren?
A
het bovenste deel
B
het onderste deel

Slide 6 - Quiz

03:39
Welke honingbij bevrucht de koningin?
A
de werksters
B
de darren
C
de vrouwtjes
D
de mannetjes

Slide 7 - Quiz

04:24
Hoe herken je de koningin?
A
Ze is breder dan de anderen.
B
Ze is groter dan de andere.

Slide 8 - Quiz

09:03
Wie bepaalt de geur van een bijenkas?
A
de werksters
B
de darren
C
de koningin

Slide 9 - Quiz

nut
Honingbijen bestuiven planten en gewassen. 

Honingbijen maken honing. 

Slide 10 - Slide

de koningin
Ze is groot en lang. 

Er is er maar één. 

Ze leeft 2 tot 5 jaar. 

Ze legt eieren & verspreidt haar geur. 

Slide 11 - Slide

de darren
Ze zijn de mannetjes

Ze hebben een breed lijf. 

Ze zijn met 500 in de zomer. 

Ze leven 12 tot 90 dagen. 

Ze bevruchten de koningin. 

Slide 12 - Slide

de werksters
Ze zijn het kleinst. 

Er zijn er tot 50 000 (zomer). 

Ze leven tot 6 weken (zomer). 

Ze hebben meerdere taken. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

eieren leggen
werken
bevruchten
ongeveer 500
slechts één
 ongeveer 50 000
de koningin
de werkster
de darren

Slide 15 - Drag question

De bouw van een werkster

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Groepswerk


Trek een kaart. 
Zoek de klasgenoten met hetzelfde getal. 
Ga in groep zitten. 
 Zoek op waarvoor de werkster dat lichaamsdeel gebruikt. 
1 = de facetogen
2 = de antennes
3 = monddelen
4 = haakjes op de vleugels
5 = de voorpoot
6 = de middenpoot
7 = de achterpoot

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

de facetogen
waarnemen van ...
   * kleuren 
   * vormen
   * beweging

6000 facetten 


Slide 20 - Slide

de antennes
voelen

ruiken

smaken

horen

Slide 21 - Slide

de monddelen
bovenkaak
onderkaak

tong met lepeltje (labellum)


Slide 22 - Slide

de vleugels
haakjes? 

==> Tijdens het vliegen haken beide vleugels samen en vormen één draagvlak. 

Slide 23 - Slide

de voorpoot
= de poetspoot

sprietenreiniger
afsluitstuk

antennes proper houden

Slide 24 - Slide

de middenpoot
= strijkpoot

spoor
stuifmeelborstel

stuifmeel van het lichaam afstrijken en doorschuiven naar achterpoot

Slide 25 - Slide

de achterpoot
= verzamelpoot

stuifmeelborstel
kam
stuifmeelpers
stuifmeelkorfje

Slide 26 - Slide

Aan de slag met de microscoop

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Waarmee hou je de microscoop vast?
A
de voet
B
het statief
C
de tubus
D
het oculair

Slide 29 - Quiz

Welk deel gebruik je om door te kijken?
A
de objectieven
B
het oculair
C
de tubus
D
het diafragma

Slide 30 - Quiz

Waar leg je het preparaat op?
A
voorwerptafel
B
klemmen
C
diafragma
D
licht

Slide 31 - Quiz

Waarmee maak je het beeld scherp?
A
de revolver
B
de objectieven
C
de macroschroef
D
het oculair

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Video

Aan de slag ...

1. Bekijk elk preparaat van de honingbij.

2. Markeer de delen die je herkent in de cursus. 

Preparaten: 

* de vleugels
* de kop
* de antenne
* de voorpoot
* de middenpoot
* de achterpoot

Slide 34 - Slide