32. Interpunctie
1 / 14
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Ik ga mijn nieuwe jas dragen op die rode trui ... of op de gele.
Er wordt een beletselteken gebruikt, omdat
Er wordt een beletselteken gebruikt, omdat
A
er twijfel rijst.
B
de zin onderbroken wordt.
C
de opsomming niet af is.
Slide 2 - Quiz
Op de menukaart van de Italiaan staan heel wat lekkere gerechten: spaghetti, lasagne, pizza ...
Er wordt een beletselteken gebruikt, omdat
Er wordt een beletselteken gebruikt, omdat
A
er twijfel rijst.
B
de zin onderbroken wordt.
C
de opsomming niet af is.
Slide 3 - Quiz
Ik wil wel graag meegaan al vrees ik dat het niet zal mogen.
In deze zin
In deze zin
A
mag een puntkomma gebruikt worden.
B
mag geen puntkomma gebruikt worden.
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Ik vraag me af of ze tevreden is met haar resultaat.
In deze zin
In deze zin
A
moeten geen aanhalingstekens gebruikt worden.
B
moeten aanhalingstekens gebruikt worden.
Slide 6 - Quiz
Toen ik mijn rapport opensloeg, dacht ik: dat wordt thuis ruzie.
In deze zin
In deze zin
A
moeten geen aanhalingstekens gebruikt worden.
B
moeten aanhalingstekens gebruikt worden.
Slide 7 - Quiz
Ik vroeg: Wil je mee naar de bioscoop?
In deze zin
In deze zin
A
moeten geen aanhalingstekens gebruikt worden.
B
moeten aanhalingstekens gebruikt worden.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Ze is erg opdringerig wat ik niet leuk vind en vertelt alle geheimen door.
In deze zin
In deze zin
A
mogen geen gedachtestreepjes gebruikt worden.
B
mogen gedachtestreepjes gebruikt worden.
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Ik behaalde 6/10 op de toets dat kan beter.
In deze zin
In deze zin
A
mag een puntkomma gebruikt worden.
B
mag geen puntkomma gebruikt worden.
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Ik heb examens voor wiskunde, Engels, aardrijkskunde ...
Er wordt een beletselteken gebruikt, omdat
Er wordt een beletselteken gebruikt, omdat
A
er twijfel rijst.
B
de zin onderbroken wordt.
C
de opsomming
niet af is.
