Unité 5 2 MAVO

Le plan de cours: leçon 1 
PO/ overhoren 
GRAMMAIRE I ww re ¨ 

ex. 8A + aant
Les devoirs: Leren A3 en maken 8C,B,D
Le plan de cours: leçon 2
Overhoren A3
ÉCOUTER 
maken  ex. 9 (voca)  
¨ ex. 12 (ecouter) Les devoirs: leren A1t/mA4


1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Le plan de cours: leçon 1 
PO/ overhoren 
GRAMMAIRE I ww re ¨ 

ex. 8A + aant
Les devoirs: Leren A3 en maken 8C,B,D
Le plan de cours: leçon 2
Overhoren A3
ÉCOUTER 
maken  ex. 9 (voca)  
¨ ex. 12 (ecouter) Les devoirs: leren A1t/mA4


Slide 1 - Slide

Le plan de cours: Leçon 1

GRAMMAIRE II imparfait
Maken ¨ 16A + aant.
Les devoirs: ¨ Ex. 16B-16C-16D 
Leren A1t/m A5
Le plan de cours: Leçon 2

Overhoren A1t/m A5
maken ex. 17 , ex. 18 , ex. 24 
les devoirs:  ex. 19 (ecouter) ¨ ex. 20 (voca) ¨ ex. 21 (voca)
Leren A6-A7

Slide 2 - Slide

Le plan de cours: Leçon 1 week 14
oefenen met imparfait + lidwoorden à+ lidwoord

Les devoirs: maken ¨ ex. 25 (voca) ¨ ex. 30 (pratique) 
Leren A8- A9
Le plan de cours:Leçon 1 week 15
overhoren A1t/m A8
D toets van unité 5 ( vocabulaire) 

les devoirs : leren A1t/m A9


Slide 3 - Slide

Toetsen 
DiNSDAG 13 APRIL 2021: Lees/luistertoets van unité 3 en unité 4(vocabulaire van unité 3 en unité 4 doornemen) 
Dinsdag 20 april 2021 : Repetitie van unité 5( Leren A1t/m A9)

Slide 4 - Slide

IMPARFAIT
je kunt deze tijd maken met een

een STAM  +  een UITGANG




Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

vertaal:
il avait

Slide 10 - Open question

Zet in de imparfait
Je/j (être)
A
je sommais
B
j'était
C
j'étais
D
je serais

Slide 11 - Quiz

Zet in de imparfait
on (avoir)
A
on avais
B
on avions
C
on avait
D
on avaient

Slide 12 - Quiz

vertaal:
nous étions

Slide 13 - Open question

Het voorzetsel à + lidwoord
Je moet dus weten of een zelfstandig naamwoord dat volgt op à mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud of meervoud is.

à + le en à + les veranderen in au en aux.
à + la en à + l' veranderen niet!

Slide 14 - Slide

Het voorzetsel à + lidwoord

Slide 15 - Slide

J'ai mal ... tête.
A
au
B
à la
C
à l'
D
aux

Slide 16 - Quiz

J'ai mal ... oreille
A
au
B
à la
C
à l'
D
aux

Slide 17 - Quiz

J'ai mal ... yeux
A
au
B
à la
C
à
D
aux

Slide 18 - Quiz

J'ai mal ... jambe
A
au
B
à la
C
à l'
D
aux

Slide 19 - Quiz

au revoir .....

Slide 20 - Slide

Regelmatige ww op -re
- Alle ww die eindigen op -re maak je op dezelfde manier.
- Er zijn twee regels voor:
1) STAM = hele ww - re
2) STAM + uitgang (zie volgende pagina)
- Bijv. perdre (verliezen), attendre (wachten), répondre (antwoorden), rendre (teruggeven), vendre (verkopen), entendre (horen), descendre (uitstappen)

Slide 21 - Slide

perdre (= verliezen)
Je perds
Tu perds
Il/elle/on perd
Nous perdons
Vous perdez
Ils/elles perdent

Slide 22 - Slide

Wat is de stam van het werkwoord 'attendre'?

Slide 23 - Open question

Vul de juiste vorm van het ww in:
nous (vendre) ta maison.
A
vends
B
vend
C
vendons
D
vendent

Slide 24 - Quiz

Vul de juiste vorm van het ww in:
vous (attendre) le prof.
A
attends
B
attend
C
attendons
D
attendez

Slide 25 - Quiz

Vul de juiste vorm van het ww in:
Le garçon (rendre) le livre.
A
rends
B
rend
C
rendez
D
rendons

Slide 26 - Quiz