Grammatica havo 2. week 26

Grammatica toets 
Inhoud van de toets:

Taalkundig (woordsoorten) &   redekundig (zinsdelen)ontleden.
Structuur van zinnen (hoofdzin - bijzin)
Tijd van de zin

Totaal aantal punten: 34
Cesuur: Havo: 60% = 6,0

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica toets 
Inhoud van de toets:

Taalkundig (woordsoorten) &   redekundig (zinsdelen)ontleden.
Structuur van zinnen (hoofdzin - bijzin)
Tijd van de zin

Totaal aantal punten: 34
Cesuur: Havo: 60% = 6,0

Slide 1 - Slide

Sleep de termen naar de juiste plek. 
Taalkundig ontleden
Redekundig ontleden. 
soorten woorden
zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Functie van woorden
onderwerp
persoonsvorm

Slide 2 - Drag question

Sleep de woorden naar de juiste woordsoort. 
werkwoord
zelfst. naamwoord
bijwoord
voorzetsel
voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
shirt
ik
gele ... 
ergens
Morgen
waarschuwen
boeken
boven
jullie
achter
mooi
oprakelen
Jairo

Slide 3 - Drag question

Wat is de functie van een bijwoord in de zin?
A
Geeft extra informatie bij een ander woord dan een zelfstandig naamwoord
B
Geeft extra informatie bij een ander woord dan een werkwoord.
C
Geeft extra informatie bij een ander woord dan een werkwoord
D
geeft extra informatie bij een ander woord dan een lidwoord.

Slide 4 - Quiz

Lees de twee zinnen. In welke zin staat een meewerkend voorwerp? Leg je antwoord uit.

1. Mijn vader bakt pannenkoeken voor mij.
2. Mijn vader zet mijn fiets voor het huis.

Slide 5 - Open question

Lees de zin goed: Wat is het lijdend voorwerp in de zin?

Remco gaat zijn oude auto aan zijn buurman verkopen.
A
LV = gaat
B
LV = zijn oude auto
C
LV = aan zijn buurman
D
Er staat geen LV in de zin.

Slide 6 - Quiz

Lees de zin goed: Wat is het meewerkend voorwerp in de zin?

Remco gaat zijn oude auto aan zijn buurman verkopen.
A
mv = gaat
B
mv = zijn oude auto
C
mv = aan zijn buurman
D
Er staat geen mv in de zin.

Slide 7 - Quiz

Geef de tijd van de zin:

Minister de Jonge is in quarantaine gegaan.
A
o.t.t
B
o.v.t
C
v.t.t
D
v.v.t

Slide 8 - Quiz

Geef de tijd van de zin:

Later bleek hij niet besmet te zijn met het coronavirus
A
v.t.t
B
v.v.t
C
o.t.t
D
o.v.t

Slide 9 - Quiz

Geef de tijd van de zin:

Het zou kunnen dat het hele kabinet zich moet laten testen.
A
o.t.t.t
B
o.v.t.t
C
v.t.t.t
D
v.v.t.t

Slide 10 - Quiz

Geef de tijd van de zin:

Gelukkig heeft alleen staatssecretaris Mona Keijzer corona.
A
o.t.t.
B
o.v.t.
C
v.t.t.
D
v.v.t.

Slide 11 - Quiz

Lees de zin goed en geef aan of de zin enkelvoudige of samengestelde zin is.

Het zelfportret van Van Gogh is echt en is geschilderd tijdens een psychose van de schilder.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 12 - Quiz

Lees de zin goed en geef de structuur aan van de zin; hoofdzin - bijzin

Het zelfportret van Van Gogh is echt en is geschilderd tijdens een psychose van de schilder.

De structuur van deze zin is:
A
HZ - HZ
B
HZ- BZ
C
BZ-HZ
D
BZ-BZ

Slide 13 - Quiz

Lees de zin goed, geef aan of de zin enkelvoudig of samengesteld is.

Ik ben fit, maar ik heb wel spierpijn
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 14 - Quiz

Lees de zin goed, geef de zinsstructuur aan.

Ik ben fit, maar ik heb wel spierpijn
A
HZ - HZ
B
HZ - BZ
C
BZ - HZ
D
BZ - BZ

Slide 15 - Quiz

Lees de zin goed, geef aan of de zin enkelvoudig of samengesteld is.

Ook al was het voor ons overduidelijk, zij zagen het totaal niet aankomen.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 16 - Quiz

Lees de zin goed, geef aan of de zin enkelvoudig of samengesteld is.

Ook al was het voor ons overduidelijk, zij zagen het totaal niet aankomen.
A
HZ-HZ
B
HZ-BZ
C
BZ-HZ
D
BZ-BZ

Slide 17 - Quiz

Ontleed de zin volledig: RO en TO = de tijd van de zin.

De Amsterdamse politie heeft maandag de eerste zes bekeuringen uitgedeeld aan appende fietsers.

Slide 18 - Open question

Ontleed de zin volledig: RO en TO = de tijd van de zin.

Bij een brand in een flat in Den Bosch is vannacht een regen van bankbiljetten op straat terechtgekomen.

Slide 19 - Open question

Ontleed de zin volledig: RO, TO en de tijd van de zin.

Deze fietsers kunnen rekenen op een boete van 95 euro wegens telefoongebruik op de fiets.

Slide 20 - Open question

Ik vond de grammaticatoets:
Prima te doen, ik denk dat ik de toets goed heb gemaakt
Goed te doen. Ik heb de toets voldoende gemaakt.
Ik vond de toets niet moeilijk, maar ook niet gemakkelijk. Ik wacht mijn cijfer af.
Ik vond de toets moeilijk. Ik denk wel dat ik de toets redelijk heb gemaakt.
Ik vond de toets moeilijk. Ik heb zeker weten een onvoldoende.

Slide 21 - Poll