Omzetsnelheid/ omzetduur 36 tot 41, uitleg bezettingsresultaat

Omzetsnelheid en bezettingsresultaat

Maandag 6 maart 2023
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Omzetsnelheid en bezettingsresultaat

Maandag 6 maart 2023

Slide 1 - Slide

Programma
Opdracht 36 tot 41 bespreken
Voorkennis ophalen variabele en constante kosten
Uitleg over bezettingsresultaat 
Aan de slag 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
Aan het einde van de les hebben de studenten het huiswerk gecontroleerd. Daarnaast hebben de studenten kennis gemaakt met het bezettingsresultaat (hebben de uitleg ontvangen) en zij kunnen zelfstandig aan de slag met opdracht 12 tot 17 (huiswerk voor de volgende les)

Slide 3 - Slide

Wat betekent de omzetsnelheid van de voorraad?
A
De gemiddelde tijd dat de voorraad in het magazijn ligt
B
De gemiddelde aantal keren dat de voorraad wordt verkocht
C
De gemiddelde omzet die behaald wordt met de voorraad
D
De gemiddelde voorraad die per klant in het magazijn moet liggen

Slide 4 - Quiz

Wat betekent de opslagduur van de voorraad?
A
De gemiddelde tijd dat de voorraad in het magazijn ligt
B
De gemiddelde aantal keren dat de voorraad wordt verkocht
C
De gemiddelde voorraad die per klant in het magazijn moet liggen
D
De gemiddelde omzet die behaald wordt met de voorraad

Slide 5 - Quiz

Wat is de formule van de omzetsnelheid?

Slide 6 - Open question

Wat is de formule van de opslagduur?

Slide 7 - Open question

Wat zijn constante kosten?
Geef een voorbeeld

Slide 8 - Open question

Wat zijn variabele kosten?
Geef een voorbeeld

Slide 9 - Open question

De normale productie is de hoeveelheid producten die je daadwerkelijk verkoopt per jaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat zijn proportionele variabele kosten?
A
Variabele kosten die per product afnemen
B
Variabele kosten die per product toenemen
C
Variabele kosten die per product gelijk blijven

Slide 11 - Quiz

Wat zijn degressief variabele kosten?
A
Variabele kosten die per product afnemen
B
Variabele kosten die per product toenemen
C
Variabele kosten die per product gelijk blijven

Slide 12 - Quiz

Wat zijn progressief variabele kosten?
A
Variabele kosten die per product afnemen
B
Variabele kosten die per product toenemen
C
Variabele kosten die per product gelijk blijven

Slide 13 - Quiz

Wat is de formule van de standaardkostprijs?

Slide 14 - Open question

Bespreken opdracht 36 tot 41 

Slide 15 - Slide

Opdracht 36A
Economische voorraad
Technische voorraad + bestelde voorraad - verkochte voorraad
1.200 + 300 - 500= 1.000 flessen

Slide 16 - Slide

Opdracht 36B
Dalen= nadeel
Stijgen= voordeel
Gezien vanuit de verkoopprijs

Slide 17 - Slide

Opdracht 36C
Verschil tussen fysieke voorraad en  ijzeren (minimale voorraad)
1.200 - 800= 400 flessen 



Slide 18 - Slide

Opdracht 37
Gemiddelde voorraad
1 januari= 1.250 kg
31 januari= 850 kg
(1.250 + 850)/2= 1.050 kg

Slide 19 - Slide

Opdracht 38 omzetsnelheid
Gemiddelde voorraad 
= (€10.000+€12.000)/2= €11.000
Omzetsnelheid
€140.000/€11.000= 12,72 
De voorraad wordt iets meer dan 12 keer per jaar verkocht. 

Slide 20 - Slide

Opdracht 38 opslagduur
Opslagduur
1/12,72 X 365= 28,69 dagen

Slide 21 - Slide

Opdracht 39 omzetsnelheid
Gemiddelde voorraad
(€3.000 + €4.000)/2= €3.500
IWO= €3.000 + €106.000 - €4.000= €105.000
Omzetsnelheid
€105.000/€3.500= 30 

Slide 22 - Slide

Opdracht 39 opslagduur
Opslagduur
1/30 X 365= 12,16 dagen 

Slide 23 - Slide

Opdracht 40 omzetsnelheid
Gemiddelde voorraad
(€10.000 + €6.000)/2= €8.000
IWO= €500.000/100% x 75%= €375.000
Omzetsnelheid
€375.000/€8.000= 46,88 

Slide 24 - Slide

Opdracht 40 opslagduur
Opslagduur
1/46,88 x 52= 1,1 weken 

Slide 25 - Slide

Opdracht 41 omzetsnelheid
Gemiddelde voorraad
(€16.000 + €22.000)/2 = €19.000
IWO= €260.000/100% x 70%= €182.000 
Omzetsnelheid
€182.000/€19.000= 9,57 

Slide 26 - Slide

Opdracht 41 opslagduur
Opslagduur
1/9,57 x 365= 38,14 dagen
1/9,57 x 52= 5,43 weken
1/9,57 x 12= 1,25 maanden 

Slide 27 - Slide

Bezettingsresultaat 
.

Slide 28 - Slide

Bezettingsresultaat 
Wat is het?
-Constante kosten verdeel je over normale bezetting (C/N)
-Is verwachting
-Je wil uiteindelijk weten of de constante kosten gedekt zijn
-Met de bezettingsresultaat ga je dat uitrekenen 

Formule: (W-N) X (C/N)

Slide 29 - Slide

Bezettingsresultaat 
Wat is het?
- Overbezetting: Constante kosten gedekt + overwinst noemen we overbezettingswinst (W > N)
-Onderbezetting: Constante kosten niet gedekt (W < N)
-W = N


Formule: (W-N) X (C/N)

Slide 30 - Slide

Bezettingsresultaat 
Formule: (W-N) X (C/N)
Voorbeeld: 
Stel ik verwacht (N) 50.000 glazen wijn te verkopen, maar dit is werkelijk (W) 70.000 en mijn constante kosten (C) bedragen €100.000 


Slide 31 - Slide

Bezettingsresultaat 
Formule: (W-N) X (C/N)
Uitwerking voorbeeld:
- (70.000 - 50.000) X (€100.000/50.000)= €40.000 positief 
- Overbezetting (overbezettingswinst) 
- Constante kosten worden gedekt + extra winst 


Slide 32 - Slide

Bezettingsresultaat 
Wat zegt €40.000 overbezettingswinst?
-Constante kosten zijn €100.000
- Overbezettingswinst €40.000
- In totaal heb ik €140.000 om constante kosten te dekken, heb maar €100.00 nodig 

Slide 33 - Slide

Bezettingsresultaat 
Voorbeeld: 
Stel ik verwacht (N) 50.000 glazen wijn te verkopen, maar dit is werkelijk (W) 40.000 en mijn constante kosten (C) bedragen €100.000 

Slide 34 - Slide

Bezettingsresultaat 
Uitwerking voorbeeld:
- (40.000 - 50.000) X (€100.000/50.000)= €20.000 negatief 
- Onderbezetting 
-Gedeelte van de constante kosten worden niet gedekt
-Extra verlies (onderbezettingsverlies) 

Slide 35 - Slide

Bezettingsresultaat 
Wat zegt €20.000 onderbezettingsverlies? 
-Constante kosten zijn €100.000
-Onderbezettingsverlies €20.000 
Ik heb mijn constante kosten tot €80.000 gedekt, kom €20.000 tekort (€100.000 - €20.000)


Slide 36 - Slide

Aan de slag
- Ga bezig met opdrachten 12 tot 17 Blz 174 en 175
- Mag in duo's
- Zachtjes overleggen 
- Huiswerk voor volgende week maandag 13 maart 

Slide 37 - Slide