Staalwol bestaat voornamelijk uit ijzer en wordt onder andere gebruikt om aangebrande pannen schoon te schuren.
Slide 2 - Slide
Staalwol verbrand doordat de fijne ijzerdraadjes reageren met zuurstof uit de lucht. De reactie wordt gezien als verbranding omdat het warmte, licht en vonken produceert en er een nieuwe stof ontstaat: ijzeroxide (ook wel roest genoemd). De reactanten zijn dus ijzer en zuurstof en het product is ijzeroxide (roest).
We schrijven dit op als:
ijzer + zuurstof → ijzeroxide
Slide 3 - Slide
Bij verbrandingsreacties komt ook energie vrij in de vorm van warmte. We noemen reacties waarbij warmte vrij komt exotherme reacties. Ook deze energie kunnen we in het reactieschema noteren. In dit geval vinden we:
ijzer + zuurstof → ijzeroxide + energie
Slide 4 - Slide
Als ijzer reageert met zuurstof, ontstaat ijzeroxide.
Ijzeroxide kan FeO zijn maar ook Fe2O3.
Noteer reactievergelijking voor de vorming van FeO en die van Fe2O3.
Slide 5 - Slide
2Fe + O2 -> 2FeO
4Fe + 3O2 -> 2Fe2O3
Slide 6 - Slide
Als 15,0 g ijzer reageert met een overmaat aan zuurstof blijkt er 21,4 g ijzeroxide te ontstaan.
Laat mbv berekening zien of er FeO of Fe2O3 is ontstaan.
Slide 7 - Slide
Molmassa FeO = 55,85+16,00 = 71,85 g/mol
Molmassa Fe2O3 = 159,70 g/mol
Slide 8 - Slide
Theoretische massa FeO en Fe2O3 die zou worden gevormd als al het ijzer reageert:
Voor FeO: 15g Fe * 1 mol Fe / 55,85 g Fe = 0,268 mol Fe
0,268 mol Fe * (1 mol FeO / 1 mol Fe) * (71,85 g FeO / 1 mol FeO) = 19,3 g FeO
Slide 9 - Slide
Voor Fe2O3:
0,268 mol Fe * (1 mol Fe2O3 / 2 mol Fe) * (159,70 g Fe2O3 / 1 mol Fe2O3) = 21,4 g Fe2O3
Slide 10 - Slide
Aangezien de experimenteel gevonden hoeveelheid massa van de gevormde ijzeroxide 21,4 g is, wat overeenkomt met de theoretische massa van Fe2O3, kunnen we concluderen dat Fe2O3 is gevormd.