Examentraining schrijven - veel gemaakte fouten

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Is deze zin goed geschreven?

ik heb gisteren een hamster gekocht
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Begin- en eindpunt van zinnen
Een zin begint met een hoofdletter en een zin eindigt met een punt, vraagteken of uitroepteken.

Uitzonderingen:
  • 24 uur geleden had ik nog een relatie. (getal)
  • 's Nachts is het rustig op straat.  (apostrof)

Slide 3 - Slide

Komma's en voegwoorden
Als je komma's gebruikt, wordt de tekst leesbaarder. Je zet komma's op de volgende plekken:
  • Tussen twee persoonsvormen. 
  • Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden
  • Voor een voegwoord
  • Tussen de delen van een opsomming
  • Bij een leespauze

Slide 4 - Slide

Voorbeelden komma's
Mijn oma, die al vier honden heeft, gaat vandaag nog een hond adopteren. De nieuwe hond is een kleine, lieve puppy. Ze wilde eigenlijk geen honden meer, maar ze was verliefd geworden op deze hond. Ze heeft gisteren al dingen voor hem gekocht: een riem, een etensbakje en een speeltje. 

Slide 5 - Slide

Hoofdletters
Namen:
  • Voor- en achternaam - Ellen van Dam
  • Voorletters - E.H. van Dam
  • Tussenvoegsel bij een achternaam als er geen naam of voorletters staan - mevrouw Van Dam

Slide 6 - Slide

Hoofdletters
Aardrijkskundige namen en afleidingen daarvan:
  • Werelddelen en landen - Azië, Aziatisch, Engeland
  • Provincies en streken - Limburg, Friezen
  • Plaatsen en wijken - Parijs, Parijzenaren
  • Straten en gebouwen - Euromast, Steenstraat
  • Zeeën, rivieren, kanalen - Middellandse Zee, IJssel
  • Bergen, woestijnen, natuurgebieden - Sahara, Mount Everest

Slide 7 - Slide

LET OP!
Windrichtingen zijn met een kleine letter, aardrijkskundige namen niet. 

Zo krijg je dus:
De wind waait vanuit het westen.
Ik kom uit West-Friesland. 

Slide 8 - Slide

Hoofdletters
Organisaties - Amnesty International, Q-dance
Evenementen - Zwarte Cross, Zomercarnaval
Merken en producten - Samsung Galaxy, Instagram
Feestdagen - Pasen, Suikerfeest
Historische gebeurtenissen - Tweede Wereldoorlog



Slide 9 - Slide

LET OP!!
Kerst, maar kerstdiner en kerstster.
Sinterklaas, maar sinterklaasavond
Feestdagen zijn met een hoofdletter, afleidingen van feestdagen niet.

Woorden die tijd aanduiden zijn met een kleine letter. 
vrijdag, december, zomervakantie

Slide 10 - Slide

Goed
Fout
Januari
meneer Van den Heuvel
oost-Nederland
Dickensfestijn
Kerstvakantie
W.m. Steenhuizen
Prins Willem- Alexanderstraat

Slide 11 - Drag question

Samenstellingen
Een woord dat uit twee of meer woorden bestaat, heet een samenstelling. Kastdeur, driegangenmenu, kerstdiner.

Hoe weet je of het woord aan elkaar moet of niet? Daar zijn heel veel regels voor. 

De basisregel is: schrijf de samenstelling aan elkaar. 

Slide 12 - Slide

Samenstellingen
Koppelteken
  • Bij een klinkerbotsing (functieeisen, functie-eisen)
  • Bij een cijfer of symbool ($-teken, 24-karaats)
  • Bij een afkorting (uv-straling, tv-programma)
  • Bij een aardrijkskundige naam (Rotterdam-Zuid, Utrecht-Centrum)

Slide 13 - Slide

Samenstellingen
Tussen N.
Als het eerste deel van de samenstelling een meervoud heeft op - en, dan komt er in de samenstelling een 'n' te staan.

Krant + artikel > krant: kranten > krantenartikel
Zieke + vervoer > ziek: zieken > ziekenvervoer

Slide 14 - Slide

Samenstellingen
Heeft het eerste deel van de samenstelling zowel een meervoud of - en als op -s. Dan krijg je de 'n' niet.

Ziekte + beeld > ziekte: ziekten, ziektes > ziektebeeld
Gedachte + stroom> gedachte: gedachten, gedachtes > gedachtestroom

Slide 15 - Slide

Samenstellingen
Je krijgt de tussen-n ook niet als:
  • Het eerste deel van de samenstelling geen meervoud heeft (snottebel, rijstevlaai)
  • Het eerste deel van de samenstelling verwijst naar iets waar maar 1 van is (zonnebril, maneschijn)

Slide 16 - Slide

Samenstellingen
Soms krijg je een tussen-s
  • Als je deze in de uitspraak hoort (meningsverschil, koeriersdienst, tevredenheidsonderzoek)

Kun je het niet goed horen? Bijvoorbeeld bij beroep + sector. Vervang het tweede deel van de samenstelling door ene ander woord. Beroep + geheim wordt beroepsgeheim. Dus het is dan ook beroepssector. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Taalverzorging controleren
Controleer na het schrijven van een tekst of:
  • De zinnen begrijpelijk zijn
  • Leestekens correct zijn gebruikt
  • De zinnen grammaticaal correct zijn
  • De werkwoordspelling en algemene spelling correct zijn

Grammatica kun je controleren door de tekst hardop te lezen.

Slide 19 - Slide

Maken
Module schrijven

Slide 20 - Slide