uiensoep

1 / 34
next
Slide 1: Slide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Overzicht Periode 3 jaar 3
  • Thema:gastheerschap
  • Benodigde lesmaterialen: powerpoint, werkboek, receptenboek
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
nasi met ei
pizza 
pannenkoek
uiensoep
empanadas
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10
grillburger
msemmen met gehakt
pita kip tzatziki
turkse pizza
inhaalles

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik-opdracht

Slide 3 - Mind map

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

      Leerdoelen
  1. R kan reproduceren welke 2 draagtechnieken er zijn. 
  2. T1 kan de bovenhandse en onderhandse draagtechniek toepassen
  3. T1 kan met behulp van een vorm een ronde crouton uitsnijden
  4. T2 kan met 3 borden de onderhandse draagtechniek toepassen


Slide 4 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

startklaar
start van de les: 
- spullen onder werkbank
- jas en haarnetje aan
- handen wassen
- werkbank schoon 


klaar? recept gaan lezen

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

klassenregels
  • respect naar elkaar
  • als de docent praat, ben ik stil
  • steek je vinger op bij vraag of antwoord
  • ik bemoei me alleen met mij 
  • ik scheld niet met kanker
  • 2 waarschuwingen en dan weg
  • we praten Nederlands
eruitgestuurd?

zelfde dag je hele uur inhalen!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Terugblik-opdracht

Slide 7 - Mind map

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Instructie
bijzonder hoeveel borden getild kunnen worden of neergezet
bovenhands of onderhands
transporteren = is naar de gast brengen
diendoek= linnen doek om hete schalen 
                        of borden te dragen

Slide 8 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

draagmethoden

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeelden

Slide 10 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Slide 11 - Video

This item has no instructions

bovenhandse draagtechniek
-ziet er mooier uit
- minder zwaar
- borden zitten boven elkaar


Slide 12 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

onderhandse draagtechniek

- draagt borden naast elkaar
- waarbij de randen laag of leeg zijn
bijv. carpaccio

Slide 13 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
# maak groepjes van 3 
- draag 2 borden met bovenhandse techniek
- draag 2 borden met onderhandse techniek
- draag 3 borden met onderhandse techniek**

1 gaat oefening uitvoeren
2 geeft de borden aan
3 vertelt de stappen, geeft aan wat er goed ging/beter moet
timer
10:00

Slide 14 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Deze techniek kan je meer dan 2 borden tegelijk meenemen.
A
onderhandse techniek a.
B
b. bovenhandse techniek
C
c.
D
d.

Slide 15 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

bij deze draagtechniek moet ik mijn pink omhoog steken
A
onderhandse draagtechniek a.
B
b. bovenhandse draagtechniek
C
c.
D
d.

Slide 16 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Aan de slag
De volgende slides staat stap voor stap wat je moet doen om het gerecht te maken. 
stap 1: kijk goed naar het plaatje
stap 2: lees de tekst

Deze stappen staan ook op je receptblad geschreven

Slide 17 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

materialen

  • bekken 2x
  • bakpapier
  • ovenrek
  • eetlepel
  • theelepel
  • maatbeker
  • soep
materialen

  • koksmes 2x
  • witte snijplank
  • groene snijplank
  • soepkom
  • ovenwant
  • spatel
  • steelpan

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

ingredienten

  • 1/2 blad laurier
  • kwart theelepel tijm
  • 2 sneden casinobrood
  • 2 eetlepel geraspte kaas
ingredienten

  • 200 gr ui
  • 20 gr margarine
  • 8 gr bloem
  • 1 tablet runderbouillon
  • 600ml water

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Stap 1
pel de ui
snij de ui door in de lengte. 
snij de ui in reepjes

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Stap 2
smelt de boter 
voeg de ui toe
bak ze zacht op 
stand 4

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Stap 3
doe de bloem in de steelpan. 
roer de bloem 1min door de ui

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Stap 4
doe het water, tijm, laurier en de bouillon erbij. 
Breng aan de kook. 
zet dan wekker 10min!

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Stap 5
doe de bakpapier op de ovenplaat/ovenrek. 

Zet de oven aan op 200 graden

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Instructie oven

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Stap 6
leg het brood op de snijplank. 
Druk de soepkom in het brood

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Stap 7
snij het brood aan de binnenkant van de ingedrukte rand weg

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Stap 8
leg het brood op de bakplaat. 
Verdeel de kaas over het brood

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Stap 9
zet de bakplaat in de oven. 
zet de wekker op 8 min

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Stap 10
haal crouton uit de oven. 
schenk de soep in en leg het broodje op de soep.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

    Begrippen uit deze les
  • transporteren
  • diendoek
  • bovenhands
  • onderhands
  • pellen
  • margarine
  • stoven

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
doelen: draagtechnieken

volgende week: empanadas

gedrag: 

Slide 32 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Exit ticket

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Eindslide.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions