Bijles klas 4 17-01

Bijles klas 4 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bijles klas 4 

Slide 1 - Slide

Hoe leren jullie voor een toets?

Slide 2 - Slide

Tips leren
- Lees eerst de paragraaf/paragraven waarover je toets gaat goed door. Vraag jezelf tijdens het lezen af of je echt goed snapt waar het over gaat. Als je merkt dat je het nog moeilijk vind, is het een aanrader om op youtube een filmpje over dat onderwerp te maken.

Slide 3 - Slide

Tips leren
- Daarna zou ik een overzicht maken met alle belangrijke formules, eenheden en begrippen. Deze zijn enorm belangrijk tijdens een toets.
- Als je merkt dat je de theorie goed snapt, is het handig om te gaan oefenen. Maak de diagnostische toets, een oefentoets en kijk die daarna na. Ook is het handig om huiswerkopgaven die je fout had, opnieuw te maken.

Slide 4 - Slide

Belangrijk bij rekenvragen
  • Bij bereken altijd ook berekening geven
  • Gegeven, gevraagd, formule, berekening, antwoord

Formule en antwoord staan in Binas!

Slide 5 - Slide

Overzicht formules toets H9 + 10

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Vorige les

Bekijk de afbeelding. Met een geluidssensor en een oscilloscoop is één toon van het orgel zichtbaar gemaakt.

Bereken de frequentie van deze toon.

Slide 8 - Slide




Gegeven: T = 10 ms = 0,01 s
Gevraagd: F
Formule: F = 1 /T 
Berekening: F = 1 / 0,01 
Antwoord: 100 Hz

Slide 9 - Slide

Opdracht 1. De frequentie is 80 Hz. Wat is de trillingstijd van de toon?

Slide 10 - Slide

Opdracht 1. De frequentie is 80 Hz. Wat is de trillingstijd van de toon?
Formule: T = 1 / f 
Berekening: T = 1 / 80 = 0,0125
Antwoord: trillingstijd is 0,0125 s

Slide 11 - Slide

Opdracht 2. De sonar van een schip wordt ingezet om een rots onder water op te sporen. De echo van het geluid wordt 4,35 s na het uitzenden opgevangen. De temperatuur van het zeewater is 20 °C. Bereken de afstand van het schip tot de rots.

Slide 12 - Slide

Opdracht 2. De sonar van een schip wordt ingezet om een rots onder water op te sporen. De echo van het geluid wordt 4,35 s na het uitzenden opgevangen. De temperatuur van het zeewater is 20 °C. Bereken de afstand van het schip tot de rots.


Formule: v = s : t --> s = v x t 
Berekening: s = 4,35 x 1510 = 6568 --> 6568: 2 = 3284
Antwoord: afstand is 3284 m 

Slide 13 - Slide

Standaard formules

Slide 14 - Slide

Opdracht 3. Twee autolampen zijn parallel geschakeld en aangesloten op een accu van 24 V.
De weerstanden van die lampen zijn R1 = 6,0 Ω en R2 = 4,0 Ω. Bereken de vervangingsweerstand. 

Slide 15 - Slide

Opdracht 3. Twee autolampen zijn parallel geschakeld en aangesloten op een accu van 24 V.
De weerstanden van die lampen zijn R1 = 6,0 Ω en R2 = 4,0 Ω. Bereken de vervangingsweerstand. 

Formule: 1/Rv = 1/R1 + 1/R2
Berekening: 1/Rv = 1/6 + 1/4
1/Rv = 4/24 + 6/24
1/Rv = 10/24
Rv = 24/10
antwoord: Rv = 2,4 Ω
Manier 1 

Slide 16 - Slide

Opdracht 3. Twee autolampen zijn parallel geschakeld en aangesloten op een accu van 24 V.
De weerstanden van die lampen zijn R1 = 6,0 Ω en R2 = 4,0 Ω. Bereken de vervangingsweerstand. 

Formule: 1/Rv = 1/R1 + 1/R2
Berekening: 1/Rv = 1/6 + 1/4
1/Rv = 0,416666
Rv = 1 / 0,416666 = 2,4
antwoord: Rv = 2,4 Ω
Manier 2 

Slide 17 - Slide

Opdracht 4. Op een transformator met NP=100 en NS=500 wordt primair een wisselspanning van 50,0 V aangesloten. Hoe groot is US?

Slide 18 - Slide

Opdracht 4. Op een transformator met NP=100 en NS=500 wordt primair een wisselspanning van 50,0 V aangesloten. Hoe groot is US?

Formule: np/ns = Up/Us
Berekening: 100 / 500 = 50 / Us
0,2 = 50 / Us 
Us = 250
Antwoord: secundaire wisselspanning is 250 V

Slide 19 - Slide

Opdracht 5. De spanning van de primaire spoel is 50 V. De stroomsterkte is 400 mA. Wat is dan het primair vermogen van de transformator?

Slide 20 - Slide

Opdracht 5. De spanning van de primaire spoel is 50 V. De stroomsterkte is 400 mA. Wat is dan het primair vermogen van de transformator?

Gegeven: U = 50 V en I = 400 mA = 0,4 A
Gevraagd: P
Formule: P = U x I
Berekening: P = 50 x 0,4
Antwoord: het vermogen is 250 W

Slide 21 - Slide

Opdracht 6. Als er bij een spanning van 0,50 V een stroom loopt van 3,8 A, wat is dan de weerstand door de draad?

Slide 22 - Slide

Opdracht 6. Als er bij een spanning van 0,50 V een stroom loopt van 3,8 A, wat is dan de weerstand door de draad?
Gegeven: U = 0,50 V en I = 3,8 A
Gevraagd: weerstand (R)
Formule: R = U : I
Berekening: R = 0,50 : 3,8 = 0,13
Antwoord: weerstand is 0,13 ohm 

Slide 23 - Slide

Opdracht 7. Het volledig opladen van een lege accu (0,12 A) duurt 2,8 h. Bereken de capaciteit van deze accu.

Slide 24 - Slide

Opdracht 7. Het volledig opladen van een lege accu (0,12 A) duurt 2,8 h. Bereken de capaciteit van deze accu.
Gegeven: I = 0,12 A en t = 2,8 h
Gevraagd: capaciteit
Formule: C = I x t
Berekening: C = 0,12 x 2,8 
Antwoord = capaciteit is 0,34 Ah

Slide 25 - Slide

Opdracht 8. De elektrische vouwfiets heeft voor het leveren van trapondersteuning een 36 V accupakket met drie accu’s in serie. De capaciteit van het accupakket is 10 Ah. Bereken de tijd dat de elektromotor bij deze stroomsterkte trapondersteuning kan bieden.

Slide 26 - Slide

Opdracht 8. De elektrische vouwfiets levert met trapondersteuning een stroomsterkte van 4A. De capaciteit van het accupakket is 10 Ah. Bereken de tijd dat de elektromotor bij deze stroomsterkte trapondersteuning kan bieden.




Formule: C = I x t ==> t = C : I
Berekening: t = 10 / 4 = 2,5
Antwoord: 2,5 uur kan die dat doen

Slide 27 - Slide

Opdracht 9. Een dB-meter op 250 meter afstand van het orgel geeft 38 dB aan. Bij verdubbeling van de afstand neemt het geluidsniveau met 6 dB af.
Bereken op welke afstand het geluid van het orgel nog maar 20 dB is.

Slide 28 - Slide

Opdracht 9. Een dB-meter op 250 meter afstand van het orgel geeft 38 dB aan. Bij verdubbeling van de afstand neemt het geluidsniveau met 6 dB af.
Bereken op welke afstand het geluid van het orgel nog maar 20 dB is.


Gegeven is: geluidsniveau op 250 m afstand = 38 dB en bij verdubbeling van de afstand neemt het geluidsniveau met 6 dB af.
Gevraagd is: op welke afstand is het geluid nog maar 20 dB?
Berekening: verschil geluidsniveau = 38 – 20 = 18 dB
Aantal verdubbelingen = 18/6 = 3
Afstand (s) = 250 m x 2 x 2 x 2 = 2000 m 







Slide 29 - Slide

Leren voor toets
Bereken opdrachten maken
Ook dingen goed stampen --> laten overhoren
Overzicht maken 

Slide 30 - Slide