wonen in nederland H3 en H4 test ´sleep- en meerkeuzevragen'

Verhuizen naar de stad
Vertrekken uit de stad
Vervallen wijken opknappen
Gezinnen met jonge kinderen
Jonge mensen met een baan
Werkzoekenden of studenten
1 / 17
next
Slide 1: Drag question
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Verhuizen naar de stad
Vertrekken uit de stad
Vervallen wijken opknappen
Gezinnen met jonge kinderen
Jonge mensen met een baan
Werkzoekenden of studenten

Slide 1 - Drag question

groeikernenbeleid
re-urbanisatie
stedelijke vernieuwing
suburbanisatie
urbanisatie
1850-1960
1960-1980
vanaf 1974
vanaf 1980
vanaf 1997

Slide 2 - Drag question

vergroten sociale cohesie
industrialisatie
selectieve migratie van hogere inkomensgroepen uit de stad

Slide 3 - Drag question

compacte stad 
herstructurering
verloedering van 19e eeuwse wijken
gentrification

Slide 4 - Drag question

aanleg Vinex-wijken
ontstaan van slaapsteden
sterke toename ruimtelijke segregatie (op stadsgewestelijk niveau)

Slide 5 - Drag question

sterke groei woon-werk verkeer
ontwikkeling creatieve stad 
de bouw van stationsbuurten

Slide 6 - Drag question

Brabantstad is een
A
stad
B
agglomeratie
C
stadsgewest
D
stedelijke zone

Slide 7 - Quiz

wat is de juiste volgorde?
A
re-urbanisatie - suburbanisatie - urbanisatie
B
urbanisatie - suburbanisatie - re-urbanisatie
C
suburbanisatie - urbanisatie - re-urbanisatie
D
urbanisatie - re-urbanisatie - suburbanisatie

Slide 8 - Quiz

hee, een nieuw gezin met kinderen erbij! Nu haalt de school vast ... om open te kunnen blijven!
A
de reikwijdte
B
het draagvlak
C
de drempelwaarde
D
het verzorgingsgebied

Slide 9 - Quiz

wat ligt meestal het verste weg van het centrum van de centrale stad?
A
tuindorpen
B
vinexwijken
C
portiekflats
D
groeikernen

Slide 10 - Quiz

waar is relatief veel aaneengesloten openbaar groen?
A
tuindorp
B
gallerijflats
C
bloemkoolwijk
D
vinexwijk

Slide 11 - Quiz

Vogelaarwijken zijn wijken met ...
A
herstructurering
B
een grootstedelijk karakter
C
gentrification
D
grote sociaal-economische problemen

Slide 12 - Quiz

wat hoort niet bij een compacte stad?
A
groeikernen
B
vinexwijken
C
stedelijke vernieuwing
D
hoge bevolkingsdichtheid

Slide 13 - Quiz

wat voor buurt is dit?
A
suburbane buurt
B
tuinwijk
C
vinexwijk
D
hoogbouwbuurt

Slide 14 - Quiz

wat voor type woonwijk is dit?
A
tuindorp
B
vinexwijk
C
bloemkoolwijk
D
arbeidersbuurt

Slide 15 - Quiz

welk begrip is hier het meest van toepassing?
A
renovatie
B
herstructurering
C
stadsvernieuwing
D
creatieve stad

Slide 16 - Quiz

hier is sprake van welk probleem?
A
toegankelijkheid
B
onderhoud
C
overzichtelijkheid
D
toezicht

Slide 17 - Quiz