Burgerschap 1.7

Lesdoelen
Je weet wat verstaan wordt onder ‘duurzaam produceren’ en ‘duurzaam consumeren’ 

Je kan toelichten of en waarom jij wel/niet duurzaam consumeert

1 / 22
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolMBOLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 43 min

Items in this lesson

Lesdoelen
Je weet wat verstaan wordt onder ‘duurzaam produceren’ en ‘duurzaam consumeren’ 

Je kan toelichten of en waarom jij wel/niet duurzaam consumeert

Slide 1 - Slide

Duurzaam?

Slide 2 - Mind map

Wat denk je dat duurzaam consumeren is?

Slide 3 - Open question

Aspecten van duurzaam consumeren.

  • Milieu - Kan het product zorgen voor betasting van het milieu?
  • Klimaat - Kan het product het klimaat beschadigen?
  • Natuur - Worden er natuurlijke bronnen gebruikt bij het maken van het product?
  • Eerlijke handel - Krijgen de arbeiders die het product maken een eerlijk loon?
  • Dierenwelzijn - Wordt er op dieren getest? Worden dieren die voor vleesproducten gefokt worden goed behandeld?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Om welk aspect van duurzaamheid gaat deze trailer?

Slide 6 - Open question

Je kiest ervoor te fietsen naar school in plaats van met de auto of scooter te gaan, met welk aspect van duurzaam consumeren heb je dan rekening gehouden?
Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Klimaat
B
Milieu
C
Dierenwelzijn
D
Natuur

Slide 7 - Quiz

Een supermarkt kiest ervoor alleen vleesproducten aan te bieden waarvan bewezen is dat de dieren goed behandeld zijn. Dit is een voorbeeld van..
A
Eerlijke handel
B
Milieu
C
Dierenwelzijn
D
Klimaat

Slide 8 - Quiz

Welke van de behandelde aspecten vind jij het belangrijkst om op te letten bij het kopen van nieuwe dingen? en waarom

Slide 9 - Open question

Recycle
Producten niet weggooien maar recyclen. Door bijvoorbeeld afval te scheiden.
Van oude producten worden dan nieuwe producten gemaakt en hoeven er niet opnieuw grondstoffen verkregen te worden.
Reduce
Het minder kopen van nieuwe producten en gebruik maken van producten/diensten.
Door bijvoorbeeld minder met de auto te rijden en vaker op de fiets te stappen verminder je al de uitstoot van uitlaatgassen die jij produceert.
Of door alleen producten te kopen die je echt nodig hebt en een zak chips niet koopt verminder je al de hoeveelheid afval die jij als persoon achterlaat.
Re-use
Een flesje water uit de supermarkt gooien de meeste mensen al weg nadat ze een keer water uit dit flesje hebben gedronken. Door deze meerdere keren te hervullen zorg je al voor minder consumptie van flesjes water.
Maar denk ook aan een dozen die je krijgt bij verschillende producten deze dozen kan je hergebruiken om bijvoorbeeld iets van te knutselen met je stageleerlingen.

Slide 10 - Slide

Hoe kan jij door reduce, re-use, recycle ervoor zorgen dat jij een duurzamere levenstijl krijgt?

Slide 11 - Open question

Opdracht poster

Slide 12 - Slide

Fairtrade-producten
Fairtrade-producten zijn een voorbeeld van duurzaam consumeren. Hier houd je bij het kopen van een product rekening met het milieu, mensen en dieren. 

Slide 13 - Slide

Houd jij rekening met mens, dier en milieu bij het kopen van nieuwe producten?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Zoek in de keukenkasten thuis of jullie fairtrade-producten in huis hebben.. welke heb je gevonden?

Slide 16 - Open question

Milieuvriendelijk consumeren
Milieuvriendelijk consumeren is kiezen voor producten
  • die lang meegaan
  • die zuinig zijn
  • die weinig afval geven

Slide 17 - Slide

Vraag van de docent:
Wat vond je lastig aan de les, of zou je liever anders gedaan hebben?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Mijn alledaage kleding
Waar shop jij? Denk je hier over na?

Slide 21 - Slide

0

Slide 22 - Video