This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Introductie: Welzijn volwassenen en ouderen
Slide 1 - Slide
Wat is de module?
10 weken les
12 lessen uitval
4 examens (moet gem. een voldoende staan)
Niet aanwezig? Zelf vragen wat te doen om in te halen.
3 docenten: van Wijngaarden 2x, Klaver 1x , de Rooij 1x
1 docent multimedia: Zijn 2x schoolexamen (telt mee voor je centraal examen 50%)
Slide 2 - Slide
Toetsing
Activiteit met een oudere (50+ thuis)
Presenteren van dagbesteding in de gemeente Epe
Zelfrsdzaamheid ouderen rollenspellen en verslag.
Observeren en rapporteren met verslag en rollenspel
Geen voldoende aan eind schooljaar 2026 = geen examen
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Wat is dagbesteding? Voor wie? Waarom is dit zo belangrijk?
Wat betekend zelfredzaamheid, Waarom is dit belangrijk en hoe zorg je ervoor dat men zelfredzaam kan blijven?
Wat is observeren? Wat betekend objectief? Wat kunnen redenen van observeren zijn en wanneer en hoe pas je dit toe?
Een gesprek voeren met iemand die je niet kent welke omgangsvormen.
Presenteren hoe doe je dat? Welke do en do
Slide 4 - Slide
Absent?
Kom zelf naar de docent met wat jij moet inhalen.
Maak samen met de docent afspraken.
Houd je aan deze afspraken!
Mis je 1 cijfer? Geen CE!!
Slide 5 - Slide
Thuisopdracht
Activiteit met een oudere.
Moet 50+ zijn
Uiterlijke datum van thuis uitvoeren week 28 dinsdag 8 juli
Slide 6 - Slide
Wat vragen om te kijken wat jij allemaal al wel weet.
Slide 7 - Slide
Jill is 23 jaar oud, in welke doelgroep valt zij?
A
Jongvolwassenen
B
Kinderen
C
Ouderen
D
Volwassenen
Slide 8 - Quiz
Welke vaardigheid valt onder cognitieve ontwikkeling?
A
Omgaan met anderen
B
Je lichaam bewegen
C
Denken
D
Met je emoties om kunnen gaan
Slide 9 - Quiz
Waar zorgt de cognitieve ontwikkeling voor bij volwassenen?
A
Een volwassene doet geen nieuwe kennis of vaardigheden op.
B
Een volwassene krijgt een beter geheugen
C
een volwassene neemt minder snel informatie op
D
Een volwassene neemt sneller informatie op
Slide 10 - Quiz
Wat houdt dementie in? Dementie is een verzamelnaam voor meer dan vijftig ziektes die.....:
A
Het spier- en zenuwstelsel beinvloeden
B
Te maken hebben met het achteruitgaan van de zintuigen
C
Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen achteruit gaat
D
Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen vooruit gaat.
Slide 11 - Quiz
1. Mensen in de dagbesteding krijgen altijd begeleiding. 2. In het weekend is er geen dagbesteding
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 12 - Quiz
Welk doel van de dagbesteding is een doel voor ouderen, maar geen doel voor volwassenen?
A
Contacten opdoen
B
Verminderen van eenzaamheid
C
Opvang bieden
D
Structuur in de dag brengen
Slide 13 - Quiz
Een vriend van jou is Joods, en komt vanavond eten. Waarmee moet je rekening houden?
A
Hij eet geen rundvlees, omdat volgens hen de koe een heilig dier is.
B
Je mag geen varkensvlees eten en het vlees dat je eet moet ritueel geslacht zijn.
C
Producten van een kip mogen absoluut niet verwerkt zijn in het eten
D
Tijdens het koken mag vlees of gevogelte niet in aanraking komen met zuivelproducten
Slide 14 - Quiz
Erik heeft moeite met de computer te werken, hij wil hier graag beter in worden. Welke activiteiten raadt jij aan?
A
(Re) creatieve activiteiten
B
Arbeidsmatige activiteiten
C
Educatieve activiteiten
D
Zelfzorgactivteiten
Slide 15 - Quiz
Welke omschrijving hoort bij 'Zelfregie'?
A
Het vermogen van iemand om zichzelf te redden
B
Je vindt jezelf waardevol, los van wat anderen daarvan vinden
C
Men gaat zelfstandig door het leven, hij of zij weet zichzelf te redden
D
Mensen gaan zelf op zoek naar oplossingen van hun probleem
Slide 16 - Quiz
Hoe stimuleer je zelfredzaamheid van ouderen?
A
Door de juiste hulpmiddelen aan te bieden
B
Door ouderen te stimuleren tempo te maken
C
Door eenvoudige taal te gebruiken
D
Door ouderen weinig hulp aan te bieden
Slide 17 - Quiz
Meneer Jansen was bang om te slapen omdat hij een paar keer uit bed is gevallen. Hij heeft blauwe plekken en kan lastig overeind komen. De thuiszorg heeft rekjes aan zijn bed bevestigd, zodat hij niet meer kan vallen. Welk soort veiligheid is dit?
A
Fysieke veiligheid
B
Huiselijke veiligheid
C
Mentale veiligheid
D
Sociale veiligheid
Slide 18 - Quiz
Opstart les: Hulpmiddelen
Doel van de les: Je kan minimaal 2 redenen benoemen waarom hulpmiddelen zo belangrijk zijn.
Je kan 6 hulpmiddelen benoemen en waar deze voor gebruikt kunnen worden.