H10 Formules en vergelijkingen

H.10 Formules en vergelijkingen
&.10.1 Formules korter maken
&10.2 Formules vereenvoudigen
&10.3. Werken met formules
&10.4. vergelijkingen
&.10.5. Bordjes leggen


1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H.10 Formules en vergelijkingen
&.10.1 Formules korter maken
&10.2 Formules vereenvoudigen
&10.3. Werken met formules
&10.4. vergelijkingen
&.10.5. Bordjes leggen


Slide 1 - Slide

Plan
1. voorkennis
2. uitleg
3. Opdrachten

Slide 2 - Slide

Terugblik
&.10.1 Formules korter maken?
&10.2 Formules vereenvoudigen?
&10.3. Werken met formules?
&10.4. vergelijkingen?

Slide 3 - Slide

Formule korter opschrijven
Bedrag = 5 + 15 x aantal personen  (formule met woorden)

L = 5 + 15 x

L = 5 + 15a   (formule met letters)

Het keerteken mag je weglaten als je een getal x letter doet.






Slide 4 - Slide

Formules vereenvoudigen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor








g = 3a - 4 - 2a + 6

Slide 5 - Slide

Formules vereenvoudigen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor








g = 3a - 4 - 2a + 6
g = 1a + 2
g = a + 2

Slide 6 - Slide

Vergelijkingen en formules
De letter(s) waarvan je de waarde niet weet noemen we een variabele.


Een formule heeft twee variabelen.           = 3 + 2
Een vergelijking heeft één variabele.         8 = 3 + 2

Slide 7 - Slide

&.10.5. Bordjes leggen
Leerdoel: 
Je leert hoe je vergelijkingen oplost met bordjes. 



                                                                                                               





Slide 8 - Slide

Oplossen met bordjes


160=60a + 40


Slide 9 - Slide

Waarom moet op het bordje 120 staan?

Slide 10 - Slide

Vergelijking oplossen met bordjes

160=60a+40

160=120 +40

Hieruit volgt dat 60a = 120

dus de oplossing van de vergelijking is a=2

Controle: 160= 60 x 2 + 40

Slide 11 - Slide

100=40a+20
De oplossing is
A
270
B
kan niet
C
4,5
D
a=2

Slide 12 - Quiz

174=48a+30
Er moet een bordje op
A
174
B
30
C
48a
D
48a+30

Slide 13 - Quiz

174=48a+30
Op het bordje moet staan
A
a=144
B
144
C
3
D
a=3

Slide 14 - Quiz

174=48a+40
48a=144
de oplossing is:
A
3
B
a=6912
C
a=3
D
6912

Slide 15 - Quiz

Vergelijking 20a+40=840
Er moet een bordje op:
A
20
B
40
C
20a
D
840

Slide 16 - Quiz

Los op
2x+7=15

Slide 17 - Open question

Los op
3x+12=27

Slide 18 - Open question

Snap je het? 

Maak de opdrachten van de doorlopende route:
30 t/m 37


Is het nog lastig?

Kijk eerst naar het uitlegfilmpje in de volgende slide en
maak daarna de opdrachten van de ondersteunende route. 
30, 31, 32, 33, O34, 35, O36, 37 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video