Les 1 - Bezittelijk voornaamwoord

1 / 6
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 6 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les:


Kan ik de bezittelijk voornaamwoord in het SP gebruiken.

Slide 2 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden
enkelvoud
meervoud
mi libro
mis libros
tu  ...
tus   ...
su...
sus...
nuestro amigo
nuestra amiga
nuestros amigos
nuestras amigas

vuestro...
vuestra...
vuestros...
vuestras...
su...
sus...
Bezittelijk voornaamwoorden in het Spaans

Slide 3 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Geeft aan dat iets van "mijn/jouw/haar/etc" is. Oftewel, een bezittelijk voornaamwoord geeft een BEZIT aan.
vb. Zullen we met MIJN poppen gaan spelen of met JOUW bal?


Let op!
Tú - met accent = JIJ (pers vnw)
Tu - zonder accent = JOUW (bez vnw)

Slide 4 - Slide

De regels
Het bez. vnw past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord in het Spaans. Staat het zelfstandig nw in het meervoud, dan zet je het bez. vnw ook in het meervoud. 
mi clase - miS claseS             tu libro - tuS libroS       su padre - suS padreS



Bij de ONZE en JULLIE vorm, kan dit naast meervoud ook nog MANNELIJK of VROUWELIJK worden. Kijk maar:
NuestrOS abuelOS     -      onze opa's                        VuestrOS amigOS     -      Jullie vrienden
NuestrAS abuelAS     -       onze oma's                      VuestrAS amigAS      -      Jullie vriendinnen  




Slide 5 - Slide

Pak je boek
Werkboek pagina 47 en 48
Opdracht 10 en 11 (bezittelijk voornaamwoord)


Slide 6 - Slide