4 VWO H3 spanningsdeler

Planning en doelen
  • Kan de werking en nut van een spanningsdeler uitleggen
  • Kan een spanningsdeler met behulp van een schuifweerstand bouwen.
  • Kan rekenen  aan een spanningsdeler  (spanning, stroomsterkte en weerstand)
  • kan rekenen met elektrisch vermogen
  • kan rekenen met elektrische energie 
  • kan kWh omrekenen in Joule en omgekeerd
  • kan de betekenis van                                        begrijpen 

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning en doelen
  • Kan de werking en nut van een spanningsdeler uitleggen
  • Kan een spanningsdeler met behulp van een schuifweerstand bouwen.
  • Kan rekenen  aan een spanningsdeler  (spanning, stroomsterkte en weerstand)
  • kan rekenen met elektrisch vermogen
  • kan rekenen met elektrische energie 
  • kan kWh omrekenen in Joule en omgekeerd
  • kan de betekenis van                                        begrijpen 

Slide 1 - Slide

Spanningsdeler
Zorgt ervoor dat een elektrische component (verbruiker) die een kleinere spanning vereist dan een spanningsbron, alsnog aangesloten kan worden aan die spanningsbron. 

Slide 2 - Slide

Serie spanningsdeler

Door een weerstand in serie met het lampje te schakelen staat er nog maar 6 V over het lampje in plaats van 9 V.  

Welke weerstand moet gekozen worden?
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Serie spanningsdeler
R1=IU=0.596=6Ω

Slide 4 - Slide

Schuifweerstand
is een weerstand die je op kunt splitsen in twee weerstanden waarbij je de grote zelf bepaald 

Slide 5 - Slide

Combinatie spanningsdeler

Vaak wordt er in plaats van twee weerstanden 1 schuifweerstand gebruikt. 

Slide 6 - Slide

Combinatie spanningsdeler

1. Stel je voor dat het lampje nog niet is aangesloten. Bereken de spanning over  R1 en R2.
2. Nu wordt het lampje (11 ohm)  wel aangesloten. Bereken R2 opneiuw. Wat is er veranderd?

Slide 7 - Slide

Combinatie spanningsdeler

1. 


2. 
U1=R1+R2R1Ubron=22+33229=3.6V
U2=R1+R2R2Ubron=22+33339=5.4V
RL2=(331+111)1=8.25Ω
UL=8.25+228.259=2.45V

Slide 8 - Slide

Vermogen
Elektrisch vermogen is een grootheid met 
afkorting P. De eenheid van vermogen is Watt afkorting W
Vermogen is altijd afhankelijk van spanning en stroomsterkte. Hoe groter die allebei worden, des te groter het vermogen van een apparaat wordt. 
Het vermogen geeft aan hoeveel elektrische energie een apparaat verbruikt per seconde of uur. 

Slide 9 - Slide

formules
P= U x I, 
P=E/ t >>>>E = P x t
de hoeveelheid die vrij komt bij een kabel/motor/... :


Slide 10 - Slide

voorbeeld opgave 
1. Een wasmachine heeft een vermogen van 1,5kW, en staat gemiddeld 2,5 uur per dag  aan. 
Bereken de verbruikte energie per maand in J en kWh.
2. Een verwarmingselement heeft een weerstand van 150 ohm en een vermogen van 950 mW.  Bereken de stroomsterkte en de spanning.  Let op: het element  is niet op 230 V  aangesloten 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Opdracht
Maak, zelfstandig, een samenvatting van alle bijzondere weerstanden (zie pagina 83)

Klaar? Pak je KECO, en ga aan de slag. Overleggen mag met degenen naast je, niet voor/achter je.  

Slide 14 - Slide

Welke weerstand wordt er gebruikt?
A
LDR
B
Ohmse weerstand
C
NTC

Slide 15 - Quiz

Welke weerstand wordt er gebruikt?
A
PTC
B
LED

Slide 16 - Quiz

Welke weerstand wordt hier gebruikt?
A
NTC
B
LDR

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video