22RS/MR Klantreis week 4: Klanttypen en klantgedrag

22RS/MR Klantreis, assortiment en Visual Merchandising
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

22RS/MR Klantreis, assortiment en Visual Merchandising

Slide 1 - Slide

Les 1 t/m 3 Samenvatting
  • Fysieke winkels moeten concurreren met (goedkopere) online concurrenten.
  • Daarom moet het Product (aanbod in brede zin) beter of passender zijn.
  • Winkelbeleving van de klant is daarbij erg belangrijk, samengevat in het winkelconcept.
  • Persoonlijk contact is erg effectief voor goede beleving en klantenbinding. Online zijn er meerdere zaken die de plek van personeel op de winkelvloer kunnen nabootsen.
  • De klantreis bestaat uit 5 fasen. De winkel kan tijdens alle fasen invloed
    uitoefenen op de (potentiële) klant. Dit noemen we touchpoints.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Les 4: Klanttypen en klantgedrag
  • Klanttypen (2.7)
  • Klantgedrag (2.8 + 2.9)

Slide 4 - Slide

Opdracht


5 minuten: individueel.

Over 5 minuten volgen een aantal multiple choice vragen over klanttypen en hoe je verschillende typen het best kan behandelen.

Neem paragraaf 2.7 door en probeer de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.



timer
5:00

Slide 5 - Slide

Deze klant kun je het best gesloten vragen stellen.
A
Runshopper
B
Trouwe klant
C
Sociale klant
D
Kritische klant

Slide 6 - Quiz

Deze klant weet precies wat hij/zij wil.
A
Runshopper
B
Trouwe klant
C
Sociale klant
D
Kritische klant

Slide 7 - Quiz

Deze klant wil je laten merken dat je hem/haar kent.
A
Runshopper
B
Trouwe klant
C
Sociale klant
D
Kritische klant

Slide 8 - Quiz

Bij deze klant heeft een verkoopgesprek weinig zin.
A
Runshopper
B
Trouwe klant
C
Sociale klant
D
Kritische klant

Slide 9 - Quiz

Deze klant zal waarschijnlijk niet alleen in de winkel komen.
A
Needshopper
B
Funshopper
C
Hybride klant

Slide 10 - Quiz

Fasen koopgedrag

Slide 11 - Slide

Invloeden op koopgedrag
Hoe een klant door de fasen heen gaat, hangt af van:
  • Type product.
  • Koopsituatie.
  • Omgevingsfactoren.

Slide 12 - Slide

Type product

Slide 13 - Slide

Koopsituatie
1. Uitgebreid probleemoplossend koopgedrag (UPO-model)
Nieuw soort product, hoge kosten/lange levensduur.


2. Beperkt probleemoplossend koopgedrag (BPO-model)
Bijv. nieuwe versie van al eerder aangeschaft product.

3. Routinematig aankoopgedrag (RAG-model)
Herhalingsaankoop en/of lage prijs en levensduur.

Slide 14 - Slide

Omgevingsfactoren

Slide 15 - Slide

Opdracht
Tot einde les of tot je klaar bent: individueel.

Gebruik de theorie in paragraaf 2.9. 
Kies 2 van de invloeden op klantgedrag uit de omgeving en omschrijf hoe deze invloed hebben gehad op een koopbeslissing.
Beschrijf daarbij of het om convenience, shopping of specialty goods ging én in welke koopsituatie jij zat.

Voorbeeld: ik heb een game gekocht om deze met vrienden te kunnen spelen (sociaal) of ik koop lokaal geproduceerd bier want ik vind lokale bedrijven belangrijk (psychologisch).

Slide 16 - Slide

Opdracht vóór de volgende keer:


Lees de paragraven 2.7 t/m 2.9 en maak de bijbehorende vragen.

Slide 17 - Slide

Voorbereiding
Altijd nodig: laptop.
  • Ga naar Lessonup.app
  • Log in met Microsoft 365 account (schoolaccount)
  • Word lid van de groep met code: dtkni (22RM/MRa)
      Word lid van de groep met code: fryfr (22RM/MRb)

  • Word lid van Team voor KAV: 3waxxac (22RM/MRa)
                                                                  dbt55ir   (22RM/MRb)

Slide 18 - Slide