22RS/MR Klantreis week 10/11: Verkoopafhandeling

22RS/MR Klantreis, assortiment en Visual Merchandising
1 / 17
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

22RS/MR Klantreis, assortiment en Visual Merchandising

Slide 1 - Slide

Week 1 t/m 11 Samenvatting
  • Fysieke winkels moeten concurreren met (goedkopere) online concurrenten.
  • Daarom moet het Product (aanbod in brede zin) beter of passender zijn.
  • Winkelbeleving van de klant is daarbij erg belangrijk, samengevat in het winkelconcept.
  • Persoonlijk contact is erg effectief voor goede beleving en klantenbinding. Online zijn er meerdere zaken die de plek van personeel op de winkelvloer kunnen nabootsen.
  • De klantreis bestaat uit 5 fasen. De winkel kan tijdens alle fasen invloed
    uitoefenen op de (potentiële) klant. Dit noemen we touchpoints.
  • Klantgedrag afhankelijk van: type klant, type product, koopsituatie en
    omgevingsinvloeden.
  • Kernassortiment is wat de klant verwacht in de winkel, randassortiment heeft meerdere functies.
  • Het assortiment heeft de dimensies breedte, diepte, hoogte, lengte en consistentie.
  • Verschillende type merken hebben verschillende voor- en nadelen. Maar basisfunctie van merk is
    herkenbaarheid van producten en daardoor klantenbinding stimuleren.

Slide 2 - Slide

Bespreken...
...opgaves 17, 18 & 20.

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 5: Inhoud
  • Gedrag bij en gebruik van kassa.
  • Functies van kassa.
  • Vormen geld/betaling.
  • Ruilen/retourneren.
  • Klachten(afhandeling).
  • Vormen service.
  • Wetgeving retail en rechten van de consument.

Slide 4 - Slide

Week 11/12: Aanpassen assortiment
  • H5.1 t/m 5.4.
  • Gedrag bij en gebruik van kassa.
  • Functies van kassa.
  • Vormen geld/betaling.

Slide 5 - Slide

Afrekenpunt...
...is een van de belangrijkste plekken in de winkel. Waarom?




Wat kun je doen om de ervaring goed te maken?

Slide 6 - Slide

Afrekenpunt
  • Communicatie: begroeten, vragen stellen, op voorwaarden of kansen wijzen, oogcontact maken, etc.
    Wees daarbij eerlijk, maar ga niet in discussie.
  • Kassa net en schoon houden.
  • Middelen: valsgelddetector, kassasleutel.

Slide 7 - Slide

Functies van de kassa

Slide 8 - Slide

Informatiefunctie
Afslagbon:
  • X-bon: ieder willekeurig moment.
  • Z-bon: bij afsluiting van de dag (eindrapportage).

Verschil?

Slide 9 - Slide

Opdracht
Maak vragen 2 t/m 9 van H5.

Slide 10 - Slide

Direct of niet

Slide 11 - Slide

Fysiek of niet

Slide 12 - Slide

Meteen of niet

Slide 13 - Slide

Betaling:
  • Direct: contant, pinnen (Point-of-Payment), waardebonnen

  • Uitgesteld: creditcard, klantenkaart, afbetaling, huurkoop

Slide 14 - Slide

Opdracht
Maak vragen 10 t/m 16 van H5.

Slide 15 - Slide

Week 10/11: Samenvatting
  • Afrekenpunt (en ingang) erg belangrijke punten; ervaringen aan het begin en einde blijven de klant vooral bij. 
  • Kassasysteem heeft verschillende functies: telfunctie, bewaarfunctie, controlefunctie,
    informatiefunctie, beheerfunctie, registratiefunctie.
  • Geld is in twee vormen: giraal (digitaal vooral) en chartaal (contant; munten en bankbiljetten).
  • Uitegestelde betalingen, zoals afbetaling en huurkoop, hebben specifieke 
    kosten en voorwaarden. De risico's van de onderneming zijn dan ook
    heel anders.

Slide 16 - Slide

Voorbereiding
Altijd nodig: laptop.
  • Ga naar Lessonup.app
  • Log in met Microsoft 365 account (schoolaccount)
  • Word lid van de groep met code: dtkni (22RM/MRa)
      Word lid van de groep met code: fryfr (22RM/MRb)

  • Word lid van Team voor KAV: 3waxxac (22RM/MRa)
                                                                  dbt55ir   (22RM/MRb)

Slide 17 - Slide