1)	[Socialisatie is het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toebehoren.]
Twee belangrijke socialisatoren in het leven van een puber zijn (bijv) vrienden en de media. 
De normen over roken die deze socialisatoren overdragen, zullen het rookgedrag van de jongere dus waarschijnlijk beïnvloeden. Doen zij er positief over, dan gaat de jongere sneller roken, dan wanneer zij er negatief over doen. 
2)	Fabrikanten, de overheid. 
3)	[Referentiekader is het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.]
In de tekst is te lezen dat ‘mensen met deze tint de negatiefste associatie hebben’ en dat de bekende logo’s niet meer te zien zijn. ‘Tabaksfabrikanten hebben die jaren gebruik omdat mensen er positieve associaties mee hebben’. 
Men hoopt dus dat het referentiekader van jongeren hiermee verandert en dat zij door de nieuwe manier van verpakken, roken en sigaretten niet meer zien als aantrekkelijk en positief maar als onaantrekkelijk en negatief.