Aanwijzend voornaamwoord, 'aan het' ,disk overtuigen

Maandag 31 mei 2021.
C-groep
1 / 50
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Maandag 31 mei 2021.
C-groep

Slide 1 - Slide

Huiswerk:
Kijk tenminste 3x per week het 
Jeugdjournaal.
Vul de vragen in op het werkblad.

Slide 2 - Slide

Wat ga ik vandaag doen?
  • Agenda en huiswerk
  • Het aanwijzend voornaamwoord
  • Herhalen 'aan het'
  • Disk overtuigen

Slide 3 - Slide

Agenda
  • Deze week: werken aan Disk thema overtuigen
  • Lezen in : Waar is Leila?
  • Toets dinsdag 1 juni

Slide 4 - Slide

Zet in je agenda
Dinsdag 1 juni:
  • Toets woorden thema 'overtuigen'
  • 'aan het' en 'loopt te'
  • zou en wou (dit leert meneer Martijn je deze week)
  • aanwijzend voornaamwoord

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord
                 Close                    Far away
Singular This (book)         That (book)
Plural      These (books)   Those (books)

                 Close                    Far away
Singular Dit boek(het)     Dat boek (het)                   Deze stad (de)   Die stad(de)    
Plural      Deze boeken     Die boeken 

De school, deze school, die school
Het huis, dit huis, dat huis
De juf, deze juf, die juf
Het paard, dit paard, dat paard
De auto, deze auto, die auto
De kinderen, deze kinderen, die kinderen
De stoel, deze stoel, die stoel
De pennen, deze pennen, die pennen

Slide 12 - Slide

..........televisie
A
Deze
B
Dit

Slide 13 - Quiz

..........strand
A
Die
B
Dat

Slide 14 - Quiz

..........huis
A
Dat
B
Die

Slide 15 - Quiz

..........huizen
A
Dat
B
Die

Slide 16 - Quiz

..........bed
A
Die
B
Dat

Slide 17 - Quiz

..........deur
A
Deze
B
Dit

Slide 18 - Quiz

..........deurtje
A
Dat
B
Die

Slide 19 - Quiz

.........juf
A
Die
B
Dat

Slide 20 - Quiz

.....juffen
A
Die
B
Dat

Slide 21 - Quiz

Herhaling 'aan het' en 'lopen te'

Slide 22 - Slide

Ik ben aan het.......
lopen
rennen
fietsen
slapen
zingen
huilen
zwemmen
I am...........
walking
running
cycling
sleeping
singing
crying
swimming

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Wat gebeurt hier?
Gebruik 'aan het' in je zin.
(bijvoorbeeld: ze zijn aan het fietsen)

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Video

Wat gebeurt hier?
Gebruik 'aan het' in je zin.
(bijvoorbeeld: ze zijn aan het fietsen)

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Video

Wat gebeurt hier?
Gebruik 'aan het' in je zin.
(bijvoorbeeld: ze zijn aan het fietsen)

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Video

Wat gebeurt hier?
Gebruik 'aan het' in je zin.
(bijvoorbeeld: ze zijn aan het fietsen)

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Video

Hoe denk je dat dit verhaal afloopt?

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Maak een zin met te+lopen
Mijn broertje schreeuwt.

Slide 38 - Open question

Maak een zin met te+zitten
Natasja maakt huiswerk.

Slide 39 - Open question

Maak een zin met te+liggen
Mijn oma slaapt op de bank.

Slide 40 - Open question

Disk overtuigen

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Welke tips heb jij gehoord om een goede pitch te houden?

Slide 43 - Open question

Slide 44 - Link

Morgen gaan we zelf pitchen.


  • Denk vast na waar jouw pitch over gaat........of kies iets uit deze lijst wat je aan ons wilt vertellen.......

Slide 45 - Slide

Oefentijd pitchen

Slide 46 - Slide

Scavenger hunt...
Los de volgende puzzel op met woorden van het thema 'overtuigen' van Disk.
timer
1:00

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Link

Hoeveel sloten heb je in 10 minuten geopend?

Slide 49 - Open question

Goed gewerkt.....See you later...............

Slide 50 - Slide