Argumenteren kan je leren





Ars Rhetorica
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson





Ars Rhetorica

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

argumenteren
kan je leren

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Projectoverzicht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Aristoteles

Slide 4 - Slide

This item has no instructions














Rafael - Fresco School van Athene (detail). Plato en Aristoteles. 1509. (fresco)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


Aristoteles

384-322 v. Chr.

Filosoof
Homo Universalis
Leerling van Plato
De Retorica

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Retorische driehoek

Slide 8 - Slide

Ethos: spreken met overtuiging
Pathos: het publiek beroeren
Logos: correct argumenteren
Retorica
  • Kunst van het overtuigen
  • Combinatie van drie "overtuigingsmiddelen"
  1. Ethos: geloofwaardigheid als spreker; aspecten die een spreker overtuigend maken
  2. Pathos: inspelen op emoties, het publiek beroeren
  3. Logos: correct argumenteren
  • Toepassingen vroeger en nu? 

Slide 9 - Slide

Toepassingen:
- rechtspraak
- debat
- reclame (verkoop)
- ...
Argumenteren kan je leren
Zijn de volgende argumenten geldig of niet?
Waarom (niet)?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

‘Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de uitstoot van auto’s heel hoog is, dus zou elk gezin maar 1 auto mogen hebben.’
A
B

Slide 11 - Quiz

Dit is een geldig argument. Het standpunt dat gezinnen beter 1 auto hebben, wordt onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek.
‘Sommige beroepen, zoals de bouw, moeten enkel voor mannen toegankelijk zijn want vrouwen hebben daar de fysieke kracht niet voor.’
A
B

Slide 12 - Quiz

Dit is geen geldig argument, het standpunt steunt op vooroordelen.
‘Ik kocht deze nieuwe smartphone omdat de verkoper zei dat dit het laatste model was met de meeste functies, dat nog bijna niemand heeft.’

A
B

Slide 13 - Quiz

Vanuit een geloof in experten, nemen we deze informatie voor waar aan. Het is geen geldig argument waarom de smartphone op zich goed zou zijn.

‘We moeten dringend onze grenzen sluiten, want anders worden we overspoeld door migranten.

A
B

Slide 14 - Quiz

Er wordt gespeeld met taal (‘overspoeld’) waardoor de informatie sneller binnenkomt, en we dit dus als een geldig argument zien. Dit is echter geen geldig argument om onze grenzen te sluiten.

‘We moeten als leerlingen ook onze leerkrachten kunnen beoordelen. Wij zijn de enige die weten wat beter kan, aangezien wij wekelijks hun lessen ervaren.’
A
B

Slide 15 - Quiz

Dit is een geldig argument, gesteund op eigen ervaring.

‘Ik vind het onverantwoord dat mensen nog vlees eten. Worden ze dan niet verdrietig van al die dieren die hiervoor moeten sterven?’

A
B

Slide 16 - Quiz

De spreker werkt in op emoties, maar geeft geen geldig argument waarom vlees eten onverantwoord is.

Argumenteren kan je leren
Bij welk onderdeel van de retorische driehoek sluit het argument aan?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

‘Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de uitstoot van auto’s heel hoog is, dus zou elk gezin maar 1 auto mogen hebben.’
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 18 - Quiz

Logos: er wordt verwezen naar wetenschappelijk onderzoek
‘Ik kocht deze nieuwe smartphone omdat de verkoper zei dat dit het laatste model was met de meeste functies, dat nog bijna niemand heeft.’

A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 19 - Quiz

Ethos: het argument is geformuleerd vanuit een geloof in een expert.

‘Ik vind het onverantwoord dat mensen nog vlees eten. Worden ze dan niet verdrietig van al die dieren die hiervoor moeten sterven?’

A
Ethos
B
Pathos
C
Logos

Slide 20 - Quiz

Pathos: er komen enkel emoties aan te pas (verdriet om dode dieren)

Geldige argumenten
  • Een argument onderbouwt je standpunt of oordeel 
  • Een argument is betrouwbaar en relevant
  • Bronnen voor geldige argumenten: wetenschappelijk onderzoek, een statistiek, een getuige, het feit dat je iets zelf hebt meegemaakt of gezien, … 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions