Les 3 - 1 vwo > 1Vac

Welkom!
  • Tas op de grond
  • Boeken op tafel
  • Telefoon in de tas of eigen tas
  • Huiswerkcontrole (1.1: opdr 1 t/m 6) & spullencontrole (paragraaf aantekeningen verwerkt?)
  • Zitten volgens de plattegrond
timer
4:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Welkom!
  • Tas op de grond
  • Boeken op tafel
  • Telefoon in de tas of eigen tas
  • Huiswerkcontrole (1.1: opdr 1 t/m 6) & spullencontrole (paragraaf aantekeningen verwerkt?)
  • Zitten volgens de plattegrond
timer
4:00

Slide 1 - Slide

Herhalingsvragen

Slide 2 - Slide

Vragen?
  • Wat is schaal van Richter?
  • Hiermee wordt kracht van een aardbeving aangegeven 
  • Welke bewegingen maken de platen?
  • Convergentie, divergentie, transform
  • Wat is een breuklijn?
  • Grenzen tussen twee platen van de aardkorst

Slide 3 - Slide

Vragen?
  • Uit welke drie onderdelen bestaat de aarde?
  • aardkorst, aardmantel, aardkern 
  • Wat is pangea?
  • Supercontinent

Slide 4 - Slide

Bespreken huiswerk 

Slide 5 - Slide

Waarom willen we dit weten?
Natuurrampen altijd in het nieuws
Aarde is voortdurend in beweging. Dat leidt tot gebergtevorming, aardbevingen, vukanisme en tsunami's




Slide 6 - Slide

Programma:

1.1 De aardkorst verschuift
1.2 Aardbevingen
1.3 Vulkanisme
1.4 Tsunami's





H1. Aarde in beweging

Slide 7 - Slide

§2 Aardbevingen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Hoe ontstaat een aardbeving?
  • Twee aardplaten botsen
  • Gasboringen

Slide 11 - Slide

Epicentrum en hypocentrum

Op de plek waar twee aardplaten elkaar raken, ontstaat de beving. We noemen dit het hypocentrum. Een ander woord is aardbevingshaard

De plek aan het aardoppervlak waar we de aardbeving het sterkste voelen, heet het epicentrum. Op een kaart zie je vaak het epicentrum.

Slide 12 - Slide

Je ziet hier een kaartje van aardbevingen in Mexico, september 2017.

Het epicentrum van elke aardbeving is weergegeven op de kaart.

Slide 13 - Slide

Schaal van Richter
Op de Schaal van Richter meten we de kracht van een aardbeving.

Elk volgend getal geeft aan dat de beving 10x zo zwaar is.

Een seismoloog is iemand die aardbevingen onderzoek.


Slide 14 - Slide

Naast de Schaal van Richter, is er de Mercalli schaal. Deze geeft aan hoeveel schade er is door een aardbeving. Kun je bedenken in welk geval een aardbeving met 8,1 op de Schaal van Richter, toch laag kan scoren op de Mercalli schaal?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

§2 Aantekening
Aardbevingen:
Oceaanbodem schiet plotseling met een schok een stuk onder het continent = aardbeving.

De aardbeving is het krachtigst recht boven de plaats waar de oceaanbodem klem heeft gezeten. Dit is het epicentrum. De plek in de aardkorst waar aardbevingen ontstaan is het hypocentrum.

De Schaal van Richter geeft de kracht van de aardbeving aan. Schaal loopt van 1 (zwak) tot 12 (sterk). 

Bij Schaal van Mercalli kijk je naar de aangerichte schade door een aardbeving. Welke schade kan een aardbeving aanrichten?
Bijv: gebouwen storten in, mensen onder het puin, gasleidingen gaan kapot. 

 



Slide 17 - Slide

§2 Aantekening

Slide 18 - Slide

Verdiepingsvragen 

Bekijk het filmpje op de volgende dia en beantwoordt de volgende vragen in je schrift.

  1. Hoe kan een land zich voorbereiden op een aardbeving? Geef twee voorbeelden.
  2. Wetenschappers hebben voor vijf grote wereldsteden een waarschuwing afgegeven. In Istanbul zijn ze zich aan het voorbereiden. Toch gaat nog niet alles goed. Wat gaat er niet goed? Geef een voorbeeld.
  3. 'Armere landen worden zwaarder getroffen door aardbevingen dan rijke landen’, aldus de expert in het filmpje. Waarom is dat?
  4. Stel, een wetenschapper voorspelt dat er een aardbeving in jouw woonplaats komt. Het moment weet hij niet. Wat zou je doen? Geef een antwoord van 20 - 50 woorden.

 



Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Verdiepingsvragen

Kijk je antwoorden na en verbeter je antwoord of vul je antwoord aan.

  1. Aanleggen van een watervoorraad, een medicijnvoorraad en aanschaf van zware apparatuur als shovels.
  2. Door de snelle groei van de stad voldoen de gebouwen niet aan veiligheidsnormen.
  3. Rijke landen hebben meestal al voorraden en materiaal om de gevolgen van een aardbeving te kunnen opvangen, arme landen niet.
  4. Eigen antwoord. Je antwoord moet tussen de 20 - 50 woorden zijn!



 



Slide 21 - Slide

Aan de slag: in tweetallen.
1. Opdracht: Mevrouw Gül
2. Lees de opdracht op blz 33. 
3. Maken opdracht (docent deelt deze uit + ontvang je los papier). 


timer
15:00

Slide 22 - Slide

Geleerd?

  1. Je weet wat een aardbeving is en wat de gevolgen ervan kunnen zijn;
  2. Je begrijpt hoe aardbevingen ontstaan en dat de gevolgen in arme en rijle landen van elkaar kunnen verschillen;
  3. Je kunt op een kaart met de aardkorstplaten de gebieden aanwijzen met een groot aardbevingsrisico;

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Volgende week = geen les i.v.m. brugklaskamp. Week erop wel.
  • Maken 1.2: opg. 1, 2, 4, 5, 7
  • Feedback? Inleveren deelopdracht 1 portfolio.

Slide 25 - Slide