BS 1 Je omgeving waarnemen (CLA)

Waarnemen en gedrag

Periode 3: t/m TW maart

1 / 26

Slide 1: Slide

BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides.

Lesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Waarnemen en gedrag

Periode 3: t/m TW maart

Slide 1 - Slide

Wat gaan we leren?

B1: Werking van zintuigen en het zenuwstelsel

B2: Werking van het oog

B3 t/m B5: Gedragsbiologie

Je krijgt per week een A4-boekje met de leerstof en opdrachten: verzamel ze in het insteekhoesje!

Slide 2 - Slide

BS 1 Je omgeving waarnemen

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?

Eerste uitleg basisstof 1 (10 minuten)

Opdrachten maken (20 minuten)

(5 minuutjes pauze --> bij goed gedrag!)

Tweede uitleg basisstof 1 (10 minuten)

Verder werken opdrachten

Evaluatie

Slide 4 - Slide

Leerdoelen

Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.

Je kunt de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven.

Je kunt de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven.

Slide 5 - Slide

Je zintuigen zitten in bepaalde organen:

gehoorzintuig in oren,

gezichtszintuig in ogen, etc.

In een zintuig bevinden zicht zintuigcellen:

elke zintuigcel is verbonden met een uitloper van een gevoelszenuwcel.

Slide 6 - Slide

Zintuigcellen

De zintuigcellen maken een elektrisch schokje aan bij een prikkel dit noemen we een impuls.

De zintuigcellen zijn aangesloten op de zenuwen.

Leiden de impulsen naar de hersenen.

Slide 7 - Slide

Zintuigen

In de zintuigen liggen zintuigcellen.

Als deze prikkels opvangen, ontstaan er impulsen. -> Elektrische signalen ('seintjes').

De zintuigcellen zijn aangesloten op de zenuwen. -> Leiden de impulsen naar de hersenen.

Slide 8 - Slide

De zintuigen in je huid

Slide 9 - Slide

Zintuigen in de huid

Slide 10 - Slide

Ontstaan van impulsen

Drempelwaarde - Adequate Prikkel

Slide 11 - Slide

Impulsfrequentie

Hoe sterker de prikkel, hoe meer impulsen worden doorgegeven; De impulsfrequentie wordt groter.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Adequate prikkel

Slide 14 - Slide

Adequate prikkel

Niet adequate prikkel ?????

Slide 15 - Slide

Adaptie

De drempelwaarde voor een prikkel is niet altijd even hoog. Na een sterke prikkel wordt de drempelwaarde voor een volgende prikkel hoger.

Als een bepaalde prikkel heel lang aanhoudt, ontstaan er in de zintuigcellen soms minder impulsen. Dit noem je adaptie (gewenning).

Slide 16 - Slide

Aan het werk

Opdracht 1 t/m 4

Klaar?

Opdracht 5

Slide 17 - Slide

Interne en externe prikkels

Externe prikkels komen van buiten het lichaam.

Inwendige prikkels worden in het lichaam waargenomen.

Hypothalamus

Orgaantje in de hersenen die al deze interne prikkels ontvangt.

Warmte, kou, licht, geur, smaak, geluid, etc.

Lichaamstemperatuur, zuurtegraad van het bloed, etc

Slide 18 - Slide

Receptoren

Slide 19 - Slide

Chemische receptoren

Reageren na binding met moleculen
Smaak: opgeloste moleculen
Reuk: moleculen uit de lucht

Slide 20 - Slide

Mechanische receptoren

- Gehoor

- Evenwicht

- Tast

- Druk

Slide 21 - Slide

Temperatuurreceptor

Liggen (onder andere) in de huid
Reageren waarneer de temperatuur onder of boven de normwaarde van 37 graden komt.

Slide 22 - Slide

Lichtreceptoren

Hier ontstaat de impuls voor zichtbaar licht.

Slide 23 - Slide

Pijnreceptoren

Reageren als de prikkels extreem worden/zijn zoals hitte

Kan ook reageren op chemische
verbindingen bij beschadiging of
ontsteking van weefsel

Slide 24 - Slide

Huiswerk

Maken opdracht 1 t/m 13

Slide 25 - Slide

Evaluatie

Kan je nu de werking van zintuigen beschrijven?

Kan je nu de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven?

Kan je nu de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven?

Slide 26 - Slide