Herhaling Administratie

Herhaling Administratie
Blok 5,6 en 8
Open alvast Lessonup.app op je telefoon
           
            de code staat hieronder
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling Administratie
Blok 5,6 en 8
Open alvast Lessonup.app op je telefoon
           
            de code staat hieronder

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen:
Aan de hand van de volgende vragen gaan we de lesstof herhalen. Zo kun je zien welke onderdelen je beheerst en welke je nog extra aandacht moet geven.

Slide 2 - Slide

Geef aan welk boekstuk bij welk dagboek hoort. Sleep naar het juiste dagboek.
Kasboek
Bankboek
Inkoopboek
Verkoopboek
Memoriaal
Diverse postenboek
Verkoopfactuur

Z-bon
Interne memo
Inkoopfactuur
Bankafschrift

Slide 3 - Drag question

Kostprijs
A
alle in het verkoopproces noodzakelijk opgeofferde productiemiddelen, uitgedrukt in geld.
B
het totaal van alle toegestane kosten
C
noodzakelijke kosten om een product te maken/verkopen
D
de opgeofferde bedrijfsmiddelen zijn hoger dan toegestaan

Slide 4 - Quiz

Bereken
de kostprijs:

Slide 5 - Open question

Hoeveel is de Nettowinst per artikel?
A
€ 2,97
B
€ 2,36
C
€ 1,44
D
€ 3,37

Slide 6 - Quiz

Bereken het nettowinst % per artikel

Slide 7 - Open question

kosten die rechtstreeks aan een product/afdeling toegewezen kunnen
worden:

A
directe kosten
B
indirecte kosten

Slide 8 - Quiz

Directe kosten
indirecte kosten
Inkoopprijzen

Afschrijvingskosten (weegschaal groenteafdeling)

Huurkosten

Elektriciteitskosten

grondstofkosten


Slide 9 - Drag question

Kosten die niet afhankelijk zijn van de hoeveelheid producten die worden gemaakt
A
Constante kosten
B
Variabele kosten

Slide 10 - Quiz

Waar vallen de kosten onder?
Versleep ze naar het juiste hokje.
Constante kosten
Variabele kosten
Huisvestingskosten


Grondstofkosten

Afschrijvingskosten
Loonkosten tijdelijk personeel
Loonkosten vast personeel

Slide 11 - Drag question

Wat is de break-even-omzet?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

DPM = Duurzaam bedrijfsmiddel
Zaken die nodig zijn om producten te maken of diensten te leveren. Gaan vaker dan 1 x mee. 
Voorbeel:
Machines, auto's, computers, inventaris, Gebouwen

Slide 14 - Slide

Welke woord hoort bij:

Waardevermindering van een DPM
A
Restwaarde
B
Afschrijving
C
Economische levensduur
D
Boekwaarde

Slide 15 - Quiz

De waarde van een Bestelbus is € 25.000( excl. Btw).
De verwachte technische levensduur is 8 jaar
De verwachte economische levens duur is 5 jaar
De restwaarde wordt geschat op € 5.000
Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten:

Slide 16 - Open question

Het aantal verkochte producten per vierkante meter
A
Schaprendement
B
Omzetduur
C
Vloerproductiviteit
D
Gemiddelde voorraad

Slide 17 - Quiz

De brutowinst van Fanta is € 7.000
De flessen staan 50 cm (0,5 meter) breed in het schap gepresenteerd

Bereken het schaprendement van Fanta.

Slide 18 - Open question

Indexcijfer
 is een verhoudingsgetal waarmee de grootte van een bepaald verschijnsel wordt uitgedrukt ten opzichte van datzelfde verschijnsel in een andere periode.

Slide 19 - Slide

Indexcijfers:
Het jaar dat als basis wordt gebruikt voor de berekening van indexcijfers wordt altijd gelijkgesteld aan:
A
0
B
10
C
100
D
1000

Slide 20 - Quiz

Bereken het
indexcijfer voor 2008

Slide 21 - Open question

Leren AmeRijck
Blok 5,6 en 8 (niet grafieken in Excel)
  • Opdrachten in AmeRijck maken
  • Oefenopgaven in Teams maken
  • Formuleblad staat in teams
18/2 Oefen Tentamen Blok 5,6 en 8

Slide 22 - Slide