Herhalingsles chemie

Waarin staan de elementen (zoals H, B, Cl, ...) geordend?
1 / 23
next
Slide 1: Open question
ChemieSecundair onderwijs

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Waarin staan de elementen (zoals H, B, Cl, ...) geordend?

Slide 1 - Open question

Het Periodiek Systeem der Elementen

Slide 2 - Slide

Even herhalen ...
  • Atoomnummer
  • Massagetal
  • Protonen
  • Neutronen
  • Elektronen

Slide 3 - Slide

Welke deeltjes binnen een atoom hebben een lading?
A
Protonen en elektronen
B
Protonen en neutronen
C
Elektronen en neutronen
D
Alle deeltjes zijn geladen

Slide 4 - Quiz

een atoom is neutraal?
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Door welk(e) deel(tjes) wordt de massa van een atoom bepaald?
A
elektronen en protonen
B
protonen
C
protonen en neutronen
D
neutronen

Slide 6 - Quiz

Welke elementair deeltje bepaalt de atoomsoort?
A
Protonen
B
Neutronen
C
Elektronen

Slide 7 - Quiz

Het atoomnummer is het zelfde als...
A
Aantal elektronen
B
Aantal neutronen
C
Aantal protonen
D
Aantal neutronen + protronen

Slide 8 - Quiz

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 9 - Quiz

Wat bepaald de atoommassa?
A
Het aantal protonen
B
Het aantal neutronen
C
Het aantal protonen + elektronen
D
Het aantal neutronen + protonen

Slide 10 - Quiz

Tot welke periode behoort het element chloor?
A
1
B
3
C
5
D
7

Slide 11 - Quiz

Hoeveel valentie-elektronen heeft het element broom?
A
1
B
3
C
5
D
7

Slide 12 - Quiz

De elektronenschillen zijn harde wanden die zorgen voor bescherming van de atoomkern.
A
Juist
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Is "H2" een enkelvoudige of samengestelde stof?
A
enkelvoudige stof
B
samengestelde stof

Slide 14 - Quiz

Is "H2O" een enkelvoudige of samengestelde stof?
A
enkelvoudige stof
B
samengestelde stof

Slide 15 - Quiz

Tot welke groep behoort het element met Z = 10
A
0
B
2
C
4
D
8

Slide 16 - Quiz

Tot welke periode behoort het element met Z = 16
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

Juist of fout?
Een horizontale rij in het PSE is een periode.
A
Juist
B
Fout

Slide 18 - Quiz

Juist of fout?
Het element Mg bevindt zich in periode 3 en groep 2.
A
Juist
B
Fout

Slide 19 - Quiz

Juist of fout?
Het element Mg bevindt zich in periode 3 en groep 2.
A
Juist
B
Fout

Slide 20 - Quiz

"Zuivere lucht" is een...
A
mengsel van samengestelde stoffen
B
mengsel van enkelvoudige stoffen
C
mengsel van losse atomen
D
mengsel van enkelvoudige en samengestelde stoffen

Slide 21 - Quiz

"Zuiver water" is een...
A
mengsel van samengestelde stoffen
B
mengsel van enkelvoudige stoffen
C
een samengestelde stof
D
een mengsel van enkelvoudige en samengestelde stoffen

Slide 22 - Quiz

Hoe kan je best de inhoud van het vat (zie figuur) omschrijven?
A
Dit vat bevat meerdere soorten samengestelde stoffen.
B
Dit vat bevat twee samengestelde stoffen en één enkelvoudige stof.
C
Dit vat bevat drie soorten enkelvoudige stoffen
D
Dit vat bevat een mengsel.

Slide 23 - Quiz